U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Kinderporno

Nieuws

Bestrijding

Wetgeving

Zandvoortse zaak

Internet

Kunst

Links

'Nee, ik vind niet dat we de anderen voor schut zetten'

Door onze redacteuren MARIE-JOSÉ KLAVER en MARGRIET OOSTVEEN
DRIEBERGEN, 23 DEC. Het Internetteam van de politie heeft in korte tijd met opvallend resultaat gespeurd naar kinderporno op Internet. Is de aanpak van verspreiders toch gemakkelijker dan tot dusver werd beweerd?

In een klein houten noodgebouw achter de nog onvoltooide nieuwbouw van het Korps Landelijke Politiediensten in Driebergen toont W. van Gemert, hoofd van het Landelijk Rechercheteam (LRT), het zenuwcentrum van zijn Internetteam. Een kleine kale kamer met computers waar de bureaus brandschoon zijn.

Na enige aarzeling toont Van Gemert op verzoek drie foto's om te illustreren wat het Internetteam onder kinderporno verstaat. Dit omdat bij alle ophef over kinderporno afgelopen zomer nogal eens over kinderpornovondsten werd gesproken als het ging om kinderen die daar volgens de wet te oud voor waren. Maar wat Van Gemert toont laat geen twijfel.

Vier Nederlandse kinderpornozaken zijn doorgegeven aan de betreffende arrondissementen. Zijn er al arrestaties verricht?
Van Gemert: ,,Nee. We hebben met behulp van de providers hun identiteit gevonden, maar dat is in dit geval te weinig grond om direct iemand aan te kunnen houden. Als de persoon met vijf anderen samenwoont, moet je eerst nog kunnen bewijzen wie achter de computer heeft gezeten.'

Tot dusver werd bij vragen over de aanpak van de verspreiding van kinderporno via Internet door justitie en politie steeds verwezen naar de Landelijke Werkgroep Kinderporno op Internet van het openbaar ministerie en de Divisie Centrale Recherche Informatie (CRI). Daar werd gezegd dat dat door het internationale karakter van Internet een langdurig en buitengewoon moeizaam proces was. Dat personen in Nederland ook zelden op te sporen waren, zolang providers geen namen van klanten wilden vrijgeven.

En nu vindt u in krap anderhalve maand al vier verspreiders van kinderporno in Nederland. Is dat niet een tikje pijnlijk?
Van Gemert: ,,Nee, ik vind niet dat we de anderen voor schut zetten. Het Internetteam is een aanvulling op wat er al was. De CRI heeft ons bijstand verleend. De capaciteit voor Internet was daar tot nu toe ondersteunend. En de landelijke werkgroep gaat over de vraag hoever je juridisch kunt gaan in de opsporing op Internet.'

De CRI liep zogezegd achter de feiten aan?
Van Gemert: ,,Ze moesten reactief optreden.'

Het Internetteam heeft 270 Nederlandse Internetproviders verzocht om algemene informatie over onder meer nieuwsgroepen en procedures ter voorkoming van Internetdelicten. Slechts 26 providers waren bereid tot medewerking. Eén provider maakte direct melding van een mogelijk strafbare Internetgebruiker, tegen wie inmiddels ook proces-verbaal is opgemaakt. De grootste Internetproviders reageerden niet op het verzoek.

Hoe lastig was dat?
Van Gemert: ,,Dat bleek de interessantste uitkomst van de pilot: Toen we in de twintig geselecteerde zaken voldoende aanwijzingen hadden voor strafbare feiten, bleken de providers lang niet zo weigerachtig als het aanvankelijk leek. Eén aanwijzing vonden ze meestal niet genoeg, maar als we dan korte tijd later konden aantonen dat er meer strafbare feiten waren gepleegd in nieuwsgroepen die zij doorgaven, dan werkten ze mee.'

Hoeveel van de 2.556 verschillende afbeeldingen met kinderporno die zijn aangetroffen, zijn ook daadwerkelijk door Internetgebruikers in Nederland verspreid?
Van Gemert: ,,Dat weten we nog niet, het is moeilijk dat op basis van een Internetadres te achterhalen. Daarvoor moet je, met behulp van de providers, de identiteit van de gebruiker achter ieder verzonden plaatje opsporen.'

Is er ook geďnfiltreerd in de niet-openbare vertakkingen van Internet, waar de ruwste kinderporno vaak wordt uitgewisseld?
Van Gemert: ,,Nee. Het doel was de mogelijkheden voor ordehandhaving in de openbare ruimte op Internet te onderzoeken. Vergelijk het met extra surveillance in een probleemwijk. Dat is de essentie.'

Hoeveel prioriteit houdt de opsporing van kinderporno als de Internetsurveillance wordt voortgezet? Het trekt natuurlijk wel de aandacht.
Van Gemert: ,,De aandacht voor kinderporno was tot dusver versnipperd tussen het OM, de CRI, Korps Landelijke Politiediensten en de regionale korpsen. Om door te gaan moeten we hoe dan ook meer investeren in samenwerking. Maar nogmaals, het doel was de mogelijkheden voor politietaken in het algemeen op Internet te onderzoeken. Kun je er preventief toezicht houden? Kun je er actief detecteren en opsporen? Het Landelijk Rechercheteam heeft zich slechts ten behoeve van de pilot beziggehouden met kinderporno.'

Wat zou dan uw top-3 van prioriteiten voor een Internetpolitie zijn?
,,Fraude, bijvoorbeeld met creditcards, is ook een typisch Internetdelict. Vermogendelicten. En ik denk dat de politiek aan kinderporno denkt.'

NRC Webpagina's
23 december 1998

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad