In volkswoede over de 'politiekers' is België
eindelijk verenigd; Samen tegen de erfvijand
Birgit Donker
Na de dood van de meisjes Julie en
Mélissa vragen de Belgen zich af in wat voor land ze eigenlijk
leven. Vlamingen en Walen vinden elkaar in hun diepe wantrouwen
tegenover de overheid. 'Heren ministers, maak dat deze kinderen niet
voor niets zijn gestorven.'
België heeft vorige week zijn kinderen verloren. Het hele land
rouwde rond de twee witte kistjes van de achtjarige Julie en
Mélissa, die doodgehongerd waren teruggevonden in de tuin van hun
ontvoerder Marc Dutroux. Nu, anderhalve week later, hangen aan de huizen
nog steeds vlaggen met een rouwband, automobilisten hebben zwarte linten
aan hun antenne geknoopt en voor de ramen staan foto's van de meisjes
met de tekst 'nooit meer!' Gesprekken op straat, bij de bakker en in de
trein gaan erover. De brievenrubrieken in de krant puilen uit van titels
als 'hemeltergend' en 'maat is vol'.
,,Ze hebben onze kinderen gedood'', schreeuwt de pers. Onze kinderen,
want het hele land heeft zich Julie en Mélissa toegeëigend.
Toen Karel van Noppen, de eenzame bestrijder van de hormonenmafia vorig
jaar werd vermoord, bleef hij een Vlaming. Er werd een vleesloze dag
uitgeroepen en op zijn begrafenis kwamen enige honderden mensen - maar
het verdriet beperkte zich tot Vlaanderen. En de tien Belgische para's
die twee jaar geleden omkwamen in Rwanda, werden vooral door
Wallonië betreurd - in de Vlaamse pers heetten ze de 'Waalse
para's'.
De nationale rouw van nu laat zich alleen vergelijken met die van drie
jaar geleden, na de plotselinge dood van koning Boudewijn, die werkelijk
de koning van alle Belgen was. Net als toen is de grens tussen
Vlaanderen en Wallonië even weggevallen en toont de Belgische
bevolking een verbazingwekkend grote en eensgezinde emotie.
,,De dood van Julie en Mélissa raakt me nog meer dan die van
koning Boudewijn'', bekent een ramptoeriste die in
Sars-la-Buissière een van de huizen van Dutroux bekijkt. ,,Zij
moesten nog aan hun leven beginnen.'' De twee meisjes hebben een
symbolische betekenis gekregen, zegt kardinaal Godfried Danneels, leider
van de katholieke kerk in België. ,,Zij staan voor de onaantastbare
dingen. Een kind is totaal onschuldig en kan zich niet verdedigen. Als
daar toch aan wordt geraakt, dan raakt men aan de kern van de
samenleving en dat veroorzaakt grote emotie.''
De gruweldood van Julie en Mélissa heeft aanzet gegeven tot een
nationaal zelfonderzoek. Ineens wordt de vraag gesteld: In wat voor een
land leven wij? Bij de dood van Boudewijn beseften de Belgen plotseling
dat hun land aan het uiteenvallen was door de federalisering. Dat de
overleden koning een van de laatste symbolen was geweest van het oude
België. De moord op de achtjarige meisjes - ze hadden ieders
dochters, buurmeisjes of nichtjes kunnen zijn - heeft de Belgen het
gevoel gegeven dat de overheid hun kinderen onvoldoende beschermt.
Wat is dat voor een overheid, die een kinderontvoerder vervroegd uit de
gevangenis loslaat op de maatschappij zonder hem in de gaten te houden?
Een overheid die het volk niet serieus neemt? Justitie had de hoop al
opgegeven, terwijl de ouders van Julie en Mélissa nog volhielden
dat hun kinderen in leven waren - terecht zoals later bleek. Een
opeenstapeling van fouten bij justitie en politie, waarbij cruciale
informatie niet werd doorgegeven, leidde ertoe dat huiszoekingen
plaatshadden op de plek waar Julie en Mélissa vastzaten, zonder
dat ze werden gevonden.
Natuurlijk, de volkswoede richt zich in eerste instantie op de
moordenaar Marc Dutroux, het 'monster van Charleroi'. ,,Ter dood'', riep
na zijn arrestatie de samengeschoolde menigte voor het justitiepaleis
van Neufchâteau. Mensen stellen voor hem met foltering tot
bekentenissen te dwingen en verzinnen de meest vreselijke straffen.
,,Laat hem maar los op straat, als er flink veel mensen zijn'', vonniste
een vrouw uit Antwerpen. De ramptoeriste in Sars-la-Buissière
voelt meer voor doodhongeren, ,,zoals hij bij de meisjes heeft gedaan''.
Maar de publieke verontwaardiging keert zich vooral tegen de overheid -
en met name tegen politie en justitie. ,,Heren ministers, maak dat deze
kinderen niet voor niets zijn gestorven'', maant een briefschrijver.
Het volksgericht oordeelt nu over het falende justitiesysteem. Het is
een vulkaanuitbarsting na jarenlang gerommel. De bende van Nijvel, die
in de jaren tachtig bijna dertig mensen vermoorde; degene die in 1991 de
Waalse socialist André Cools doodde; de niets ontziende bende die
de laatste tijd in commandostijl geldtransporten overvalt en de koeriers
neerschiet - ze zijn geen van allen opgepakt. De bevolking die het tot
nog toe gelaten over zich heen liet komen, eist nu verantwoording.
Bij de bakker, in het ziekenhuis, bij het pompstation - overal liggen
petities. Meestal om zwaardere straffen te eisen voor kinderontvoerders,
soms om de doodstraf opnieuw in te voeren. ,,We tolereren niet langer
een justitie die zo simpel reageert op onwaardigen als Dutroux'', is te
lezen op een van de affiches op het huis in Marcinelle waar de
kinderontvoerder Julie, Mélissa en andere meisjes opsloot in een
speciaal daartoe gebouwd hok. ,,Het is genoeg, meneren prinsen die ons
regeren'', schrijft een ander in Le Soir. ,,We willen dat onze kinderen
of kleinkinderen niet langer zulke perverselingen kunnen tegenkomen, op
weg naar school of bij een sporthal.'' Politici worden ter
verantwoording geroepen: zorg dat onze kinderen veilig zijn. ,,Daarvoor
hebben we u gekozen'', aldus een andere briefschrijver. ,,U bent onze
ministers, dit betekent onze dienaars.''
Hoe verstoord de verhouding tussen de Belg en zijn autoriteiten is,
blijkt uit feit dat de overheid nu pas ter verantwoording wordt geroepen
voor het falen van justitie. Er was zo'n gruwelijke affaire nodig
voordat de onverschilligheid verdween voor fouten bij justitie en
politie. Nu pas gaan Belgen de straat op om verbetering te eisen,
terwijl al jaren bekend was dat de guerre des flics (politie-oorlog)
leidt tot gebrekkige samenwerking, net als de concurrentie tussen de
verschillende procureurs in hun koninkrijkjes. ,,Heren, uw land staat op
het randje van de revolutie'', waarschuwt een briefschrijver in Het
Laatste Nieuws. ,,De laatste vijf jaar werd de burger van dit land
overdonderd door een lawine van schandalen die met Belgische gelatenheid
wordt verteerd. Het zijn er té veel geworden.''
De Belgische bevolking verenigt zich en staat bij de autoriteiten op de
stoep. Er zijn niet alleen bloemen gelegd bij de 'gruwelhuizen' van Marc
Dutroux en het graf van Julie en Mélissa, maar ook bij het paleis
van justitie in Luik, dat was belast met het onderzoek naar hun
verdwijning. ,,De bevolking eigent zich die plaatsen toe, ze markeert
haar territorium'', zegt Claude Javeau, professor sociologie aan de
Université Libre de Bruxelles. Dezelfde vereniging van het volk
tegen de autoriteiten had plaats na de dood van koning Boudewijn.
Javeau: ,,Bij Boudewijn zei men: Hij is van ons en niet van de politiek.
Hij is België, terwijl politici het land verkavelen.''
Het diepe wantrouwen dat de Belgen koesteren tegenover hun overheid is
nu aan de oppervlakte gekomen. Ze gaan er van uit dat 'politiekers'
onverbeterlijke sjoemelaars zijn. ,,Belgen hebben altijd het idee door
autoriteiten bedonderd te worden'', aldus Javeau. Ze identificeren zich
nauwelijks met de overheid en stellen haar pas ter verantwoording als de
onschuld wordt vermoord.
In het collectieve bewustzijn van de Belgen is de overheid de erfvijand.
Dat is het verschil met de Noordelijke Nederlanden, die zich eind
zestiende eeuw losmaakten van Spanje en een eigen proces van
natievorming doormaakten. De Zuidelijke Nederlanden bleven onder de
vreemde overheersing van achtereenvolgens Spanje, Oostenrijk, Frankrijk
en Nederland. De overheid bleef de Belgen onverschillig.
Nog altijd is ze symbool van vreemde overheersing. In Vlaanderen meer
dan in Wallonië, omdat daar na 1830 de Nederlandse dominantie werd
vervangen door de Waalse. De overheid heeft in België geen
natuurlijk gezag. Tegelijkertijd lijkt niemand behoefte te hebben een
diagnose te stellen van de Belgische samenleving tenzij, zoals nu, een
grens is overschreden. ,,Door de lange geschiedenis van te moeten leven
onder vreemde machthebbers, hebben we een brede rug om dingen te
verdragen en zijn we iets secundairder in onze reacties'', constateert
kardinaal Danneels. ,,Bij Boudewijn en nu bij de kinderen, is gebleken
dat de rug niet zo breed is dat we alles dragen. En dan kan de reactie
zeer heftig worden.''
,,Ontwaak. Doe iets. Het volk, het volk!'' gilde tijdens de begrafenis
van Julie en Mélissa een vrouw naar justitieminister Stefaan de
Clerck. ,,Men heeft het gevoel dat de bevolking dichter bij de waarheid
staat dan de kille politie en justitie'', verklaart professor Javeau.
Daarbij speelt zeker mee dat Julie en Mélissa uit een
arbeidersmilieu komen. Hun vaders zijn automonteur en staalarbeider.
Veel minder leefde België mee toen in 1992 de elfjarige Anthony de
Clerck werd gekidnapt, zoon van een Belgische textielmagnaat. ,,Geen
enkele moeite werd gespaard om de zoon van die textielbaron terug te
halen'', revolteert de achttienjarige Christophe in De Morgen. ,,Maar
als het om arbeiderskinderen gaat, laat het gerecht zelfs informatie
ongebruikt liggen.''
De ouders van Julie en Mélissa wilden ook uitdrukkelijk een
volksbegrafenis, geleid door een priester-arbeider. Tijdens de door ruim
een miljoen kijkers gevolgde rechtstreekse televisie-uitzending mochten
ministers en andere gezagsdragers niet speciaal in beeld worden
gebracht. Ze kregen geen bijzondere plaatsen toegewezen. Ook een
afgevaardigde van de koning was alleen welkom als hij tussen het gewone
publiek ging zitten, wat volgens het paleisprotocol niet kan. ,,Zij
hebben u midden tussen het volk geplaatst'', aldus een briefschrijver
tot de politici. ,,Het is de meest geschikte plaats die zij u konden
geven. Want u bent er door én voor het volk.''
De fundamentele onvrede tegenover autoriteiten, die altijd sluimerend
aanwezig is en waarover onderling veel wordt gemopperd, explodeert.
Verdenkingen die al veel langer werden gekoesterd, worden nu
uitgeschreeuwd. Niemand is verbaasd dat er in de zaak Dutroux een
inspecteur van de gerechtelijke politie is aangehouden. In België,
waar complottheorieën goed gedijen, was men er al lang van
overtuigd dat Dutroux en zijn handlangers van hogerhand bescherming
genoten. Dat suggereerde immers ook de procureur van Neufchâteau,
toen hij zei dat hij iedereen zou vervolgen die op de pornobanden van
Dutroux te zien is - mits men mij m'n gang laat gaan.
Ik weet zeker dat er hooggeplaatsten achter de hele zaak zitten'', zegt
Claude Bouquiaun, die met zijn vrouw een 'rondje gruwelhuizen' doet. Ze
hebben vandaag een vrije dag en willen alle huizen bezoeken in de
omgeving van Charleroi, waar Dutroux kinderen opsloot of begroef.
,,Omdat het zo vreselijk is. Wij kunnen zelf geen kinderen krijgen, dat
maakt het des te erger.'' Voor het dranghek bij het huis in Jumet, waar
wordt gezocht naar mogelijk begraven kinderen, wisselt het echtpaar
Bouquiaun informatie uit met een ander koppel. In
Sars-la-Buissière is niet veel te zien, zeggen ze. ,,Je kunt
beter naar Marcinelle gaan.''
De 'gruwelhuizen' van Marc Dutroux zijn bedevaartplaatsen geworden. Het
huis in het voormalige mijnwerkersstadje Marcinelle, waar Julie en
Mélissa gevangen zaten, is een monument met brieven, bloemen en
verkleurde Barbie-poppen. Raam en deur hangen vol kindertekeningen en
affiches met teksten als 'rust zacht', maar ook 'crepeer satan' en
'Dutroux ter dood, van Mireille tien jaar'. Een jongen vraagt aan een
van de agenten die de wacht houden of hij binnen mag kijken waar de
meisjes opgesloten zaten. ,,Het is hier geen circus'', bitst de agent.
,,Triest hè'', mompelt de jongen terwijl hij wegloopt. ,,En de
politie doet nooit wat.''
Belgen komen gewoonlijk niet zo snel in actie tegen de overheid omdat de
macht ver van hen staat. De hiërarchie is sterk en ,,men weet niet
hoe autoriteiten aan te spreken'', aldus Javeau. Politici worden wel
rechtstreeks aangesproken, maar dan om iets persoonlijks te regelen. Het
land kent een wijdverbreid systeem van cliëntelisme. Politici
houden spreekuur en regelen voor degenen die aankloppen banen, sociale
woningen, uitkeringen of ze staan hen met advies terzijde. Het
federalisme dat België zes regeringen heeft gegeven, heeft het er
niet simpeler op gemaakt om je tot de overheid te wenden. Hoewel de
gewestelijke regeringen dichter bij Walen, Brusselaren en Vlamingen
staan, is het ingewikkelder geworden om er achter te komen wie je
waarvoor moet aanspreken.
Die verlamming is nu luidruchtig doorbroken en geschrokken heeft de
politiek toezeggingen gedaan. De regering heeft gisteren de plannen
goedgekeurd van justitieminister De Clerck, over strengere voorwaarden
voor vervroegde invrijheidstelling. De vraag is of er echt iets zal
veranderen. ,,Ik betwijfel het'', sombert socioloog Javeau. ,Nu is het
vakantie en heeft iedereen tijd. Als volgende week de scholen beginnen
en als de stakingen in het Franstalig onderwijs hervatten, zal de
aandacht voor deze zaak wegebben.''
Kardinaal Danneels durft geen toekomstvoorspelling te doen - ,,ik ben
geen profeet''. Wel hoopt hij dat de nu gewekte aandacht zich niet
alleen zal vertalen in maatregelen op het repressieve vlak, maar ook op
het preventieve - op school en in de gezinnen. Ook wenst hij dat niet
alleen de politiek ter verantwoording wordt geroepen. ,,Ik hoop dat de
last van de bekering niet helemaal wordt afgewenteld op hen die regeren.
Maar dat men zegt: de staat en de maatschappij, dat zijn niet alleen de
politici en de magistraten, maar dat zijn wij.''