Kabinet: nieuwe maatregelen tegen seksueel misbruik
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 30 OKT. Het kabinet gaat nieuwe
maatregelen nemen ter bestrijding van seksueel misbruik. Minister
Sorgdrager (Justitie) schrijft dat vandaag in een uitgebreide brief over
zedenzaken en mensenhandel aan de Tweede Kamer.
Sorgdrager wil de strafmaat voor degene die aanzet tot gedwongen
prostitutie verhogen van één jaar naar zes jaar. Daarnaast
wil zij het bordeelverbod opheffen. Het kabinet meent dat de prostitutie
door legalisering kan worden gevrijwaard van criminele
randverschijnselen. Gemeenten kunnen een vergunningenbeleid voeren en
daardoor het prostitutiewezen beter reguleren, meent Sorgdrager. Ze
denkt daarbij aan voorschriften voor de ,,inrichting en
bedrijfsvoering'' van bordelen. Daardoor kunnen de rechtspositie en de
werkomstandigheden van prostituées verbeteren, aldus de minister.
Het kabinet wil dat overheid, burgers en instellingen meer aandacht
besteden aan de preventie van seksueel misbruik van kinderen. Op scholen
moet bij lessen in seksuele voorlichting meer aandacht worden besteed
aan seksueel misbruik. Staatssecretaris Netelenbos (Onderwijs) wil een
wettelijke aangifteplicht instellen voor alle schoolbesturen van
openbaar èn bijzonder onderwijs die kennis dragen van ontucht met
scholieren.
Sorgdrager onderzoekt de mogelijkheid om makers en verkopers van
naaktvideo's van kinderen strafrechtelijk aan te pakken. Naturistische
taferelen van kinderen op video en foto's, zonder toestemming gemaakt op
bijvoorbeeld stranden, zijn gewild bij pedofielen. Omdat er geen sprake
is van seksuele handelingen vallen dergelijke afbeeldingen niet onder
kinderpornografie. Volgens de Auteurswet mag iemand echter niet zomaar
een afbeelding van iemand anders in omloop brengen. Een verbod daarop is
tot dusver alleen via de civiele rechter af te dwingen.
Als een strafrechtelijke aanpak niet lukt gaat Sorgdrager op zoek naar
een geschikte zaak voor een civiel proefproces. Ze stelt verder voor het
aantal voorzieningen voor de behandeling van seksuele delinquenten uit
te breiden. Met behandelingen in 'forensische poliklinieken' en
dagbehandelingscentra kan het recidivepercentage volgens de minister
naar beneden worden gebracht. Bij ernstiger gevallen van seksueel geweld
moet voldoende plaats zijn in TBS-inrichtingen. De kans op herhaling van
dergelijke misdrijven blijft hoog, erkent Sorgdrager. Uit onderzoeken
blijkt dat 20 tot 40 procent van de seksuele delinquenten recidiveren,
ook lange tijd nadat zij zijn ontslagen uit een behandelingscentrum. Ze
acht controle op de lange termijn noodzakelijk.
Pagina 6: Kabinet wil ook hardere aanpak sekstoerisme
Het kabinet wil ook het sekstoerisme harder aanpakken. Sorgdrager
streeft ernaar Nederlanders die zich in het buitenland schuldig hebben
gemaakt aan seksueel misbruik van kinderen, in Nederland te berechten
zodra zij zijn teruggekeerd. Zij heeft daarover contact gehad met de
autoriteiten in Thailand en de Filippijnen, waar veel Europese
sekstoeristen naartoe reizen. Begin deze maand werd in Den Haag voor het
eerst een Nederlander veroordeeld die in het buitenland minderjarigen
seksueel had misbruikt. Hij werd veroordeeld tot vijf jaar cel wegens
ontucht met zes kinderen op de Filippijnen.
Het kabinet heeft de afgelopen jaren al verscheidene maatregelen genomen
tegen seksueel misbruik. Begin dit jaar werd de strafmaat voor produktie
en distributie van kinderporno al verhoogd tot zes jaar. Bij
kinderpornografie staat voor de overheid de bescherming van kinderen
onder de zestien jaar tegen seksueel geweld of misbruik centraal. Het
ministerie van Volksgezondheid is bezig met een programma dat voorziet
in verbetering van de hulpverlening aan jonge slachtoffers van seksueel
misbruik. Volgens het kabinet bestaan daar te weinig voorzieningen voor.
Het kabinet acht het van groot belang om internationaal meer samen te
werken om zedenmisdrijven en commerciële exploitatie van kinderen
te voorkomen en te bestraffen. Daartoe werd onlangs op een congres in
Stockholm de aanzet gegeven. Sorgdrager zal er volgend jaar, als
Nederland EU-voorzitter is, opnieuw aandacht voor vragen.
Sorgdrager schrijft in haar brief dat de overheid een evenwicht moet
vinden tussen enerzijds een effectieve bestrijding van seksueel geweld,
en anderzijds het vrijlaten van mensen in de beleving van hun
seksualiteit. ,,De overheid mag geen zedenmeester zijn'', aldus de
minister. Wanneer een persoon wordt geconfronteerd met een seksuele
handeling moet hij of zij zelf beoordelen of strafrechtelijk optreden
moet volgen, vindt Sorgdrager.
Als een persoon niet in staat is tot een dergelijke beoordeling,
bijvoorbeeld kinderen, moeten de wettelijke vertegenwoordigers of de
overheid die beoordeling maken. Kinderen verdienen daarbij extra
bescherming, aldus Sorgdrager.