België: EU moet seksuele exploitatie kind aanpakken
Door een onzer redacteuren
STOCKHOLM, 29 AUG. België gaat voor
het einde van dit jaar voorstellen doen binnen de Europese Unie ter
bestrijding van kinder- en mensenhandel. Dat heeft de Belgische minister
van Buitenlandse Zaken, Derycke, gisteren gezegd op het Wereldcongres
over de seksuele exploitatie van kinderen.
De minister zei met nadruk dat België al veel maatregelen heeft
genomen tegen prostitutie, kinderpornografie en kinderhandel. ,,Maar de
jongste gebeurtenissen in België hebben aangetoond dat deze
onvoldoende zijn'', aldus de minister.
Volgens Derycke is het van belang dat de internationale gemeenschap
,,door daadwerkelijke multilaterale samenwerking en solidariteit''
commercieel seksueel misbruik van kinderen bestrijdt. Deze samenwerking
moet hoog op de agenda staan bij de onderhandelingen in New York over de
oprichting van een internationaal hof voor strafrechtelijke zaken, aldus
de minister.
De plenaire vergadering van het congres nam gisteren een zogeheten
actieprogramma tegen de seksuele exploitatie van kinderen aan. Daarin
wordt een groot aantal maatregelen voorgesteld tegen kinderpornografie,
sekstoerisme en kinderhandel.
Twee landen, Colombia en Cuba, maakten een voorbehoud bij het programma.
De Colombiaanse afgevaardigde zei dat haar land geen Colombiaanse
burgers mag uitwijzen en dus niet kan voldoen aan aanbevelingen om
verdachten van seksdelicten tegen kinderen aan andere landen over te
dragen. De Cubaanse afgevaardigde achtte het document zinvol maar dan
als startpunt van de discussie en niet als eindpunt. ,,We moeten het ook
hebben over de oorzaken zoals de toenemende globalisering en de
overheersing van de neo-liberale ideologie'', aldus de Cubaanse
afgevaardigde.
De voorzitter van de commissie die het document heeft opgesteld, gaf toe
dat dit rijkelijk vaag was. ,,De conferentie maakt deel uit van een
proces'', aldus de Thai Vitit Muntarbhorn. ,,Het gaat erom dat iedereen
in de wereld in het geweer komt tegen de commerciële seksuele
uitbuiting van kinderen.''
Volgens Muntarbhorn dient het document, dat na lang en intensief
overleg met regeringsdelegaties en niet-gouvernementele organisaties
werd opgesteld, vooral als ,,controlelijstje'' voor de diverse
regeringen bij het opstellen van een nationaal plan van aanpak. De
voorzitter beklemtoonde dat alle landen in het overigens niet bindende
document hebben toegezegd voor het jaar 2000 zo'n plan van aanpak op te
stellen.