Geaarzel bij aanpakken kinderporno
De kritiek op justitie, politie en politiek in de Zandvoorste
kinderporno-zaak is groot. Ze zouden te weinig aandacht aan deze vorm
van misdaad hebben besteed.
Door onze redacteur YAEL VINCKX
DEN HAAG, 24 JULI. ,,We gaan niet achter iedereen aan die een plaatje
in zijn schoenendoos heeft verborgen'', zegt een woordvoerder van het
openbaar ministerie. ,,Maar we onderzoeken wel degelijk de gevallen van
kinderporno die we binnenkrijgen.''
In de Zandvoortse kinderporno-zaak krijgen justitie, politie en politiek
forse kritiek. Minister Sorgdrager (Justitie) schreef gisteren in een
verklaring zonodig meer mensen en middelen te willen inzetten in de
strijd tegen kinderporno. Oppositiepartij CDA vindt die verklaring
,,volstrekt onvoldoende'' en ook coalitiepartner VVD houdt haar
twijfels.
De bestrijding van kinderporno ligt moeilijk. Het OM onderzoekt dan wel
kinderporno, maar die gevallen moeten wel eerst worden opgespoord. En
dat is lastig, want de zedenpolitie is enkele jaren geleden bij de
reorganisatie van de politie in veel korpsen opgeheven. Sindsdien
bepaalt de korpsleiding in grote mate zelf waar politiemensen aan
werken. En bij de keuze tussen moord, drugshandel of seksuele misdrijven
krijgen de laatste niet altijd voorrang.
Gaat het om kinderporno op Internet, dan heeft de politie vaak te
weinig mensen met kennis van zaken over het wereldwijde computernetwerk.
En kan het OM soms niet vervolgen wegens het internationale karakter van
Internet.
De opheffing van de jeugd- en zedenpolitie is vanaf het begin op kritiek
van de politie zelf gestuit. Het kabinet Lubbers III en later het
kabinet Kok I hielden voet bij stuk: zedendelicten konden goed door de
'gewone' politie worden afgehandeld, net zoals zaken die door de veld-
en verkeerspolitie werden gedaan. Toch verliep de opsporing van seksuele
misdrijven en de opvang van slachtoffers slecht.
Uiteindelijk bracht de affaire-Dutroux in 1996 de zedenpolitie weer op
de Nederlandse politieke agenda. De Belg Dutroux bleek meisjes te hebben
ontvoerd, misbruikt en vermoord. Met deze affaire in het achterhoofd
pleitten de fracties van PvdA, VVD, CDA en D66 voor herinvoering van de
zedenpolitie. De politieministers Dijkstal en Sorgdrager wezen het
pleidooi van de fracties niet af, maar benadrukten wel de eigen
verantwoordelijkheid van de politie. De korpsen waren gedecentraliseerd;
orders van de rijksoverheid om een zedenafdeling op te richten, pasten daar niet bij, vonden beide ministers.
Wie houden zich bezig met de bestrijding van kinderporno? Het vorig jaar
opgerichte team 'moord en zeden' van de Centrale Recherche Informatie
(CRI) telt twaalf leden, één rechercheur houdt zich bezig
met gevallen die het Meldpunt Kinderporno op Internet vindt. Zes van de
25 regionale politiekorpsen hebben een speciale afdeling jeugd- en
zedenzaken. Een werkgroep van het OM buigt zich over de juridische
belemmeringen. Alle 19 arrondisementen hebben een officier van justitie
die is gespecialiseerd in zedendelicten.
En in 1996 werd de strafmaat voor het ,,vermenigvuldigen en naar buiten
brengen'' van kinderporno verhoogd. De maximale gevangenisstraf van drie
maanden werd verhoogd tot drie jaar en tot zes jaar voor hen die van het
misdrijf hun beroep of gewoonte maakten.
De grote partijen verklaarden zich tijdens de mondelinge behandeling van
het wetsvoorstel tegen het strafbaar stellen van alle kinderporno. Een
kleine hoeveelheid kinderporno voor privé-gebruik moest worden
gedoogd. Dat wringt, want de illegale productie en distributie wordt zo
in stand gehouden. Maar de fracties beriepen zich op artikel 8 van het
Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM); de overheid mag
niet te allen tijde in iemands privacy treden. De affaire-Dutroux bracht
daar verandering in. Het CDA vroeg in 1996 in een motie om het strafbaar
stellen van het bezit van alle kinderporno.
De politieministers hoefden zich hier niet meer over te buigen, want op
21 april van dit jaar besloot de Hoge Raad in een arrest dat het bezit
van kinderporno strafbaar is, ook al is het voor eigen gebruik. Bij het
OM reageerde men verheugd. ,,We zullen zeker van deze ruimere
bevoegdheid gebruik maken'', aldus de woordvoerder. De handleiding van
het OM inzake kinderporno wordt aangepast, al weet de woordvoerder nog
niet wanneer dit klaar is.
De politiek trekt ook meer verantwoordelijkheid naar zich toe. In het
ontwerpregeerakkoord van Paars II hebben PvdA, VVD en D66 afgesproken dat ,,de
minister van Binnenlandse Zaken bevoegdheden krijgt om de politeregio's
aan te sturen en te toetsen''. Hij kan straks van de politie eisen -
meer dan voorheen - extra aandacht aan kinderporno te besteden.
Maar politieke beslissingen zouden kunnen worden gestuurd door
volksgevoelens, door media-aandacht. Zo was de politieke aandacht voor
veiligheid het afgelopen jaar vooral gericht op 'zinloos' geweld in de
avonduren. Dat onderwerp komt uitgebreid aan bod in het regeerakkoord,
waarin geld is vrijgemaakt voor meer agenten.
VVD, CDA en de kleine christelijken vragen nu om meer aandacht voor
kinderporno. Het Tweede-Kamerlid Voûte (VVD) zei gisteren dat de
opvolger van minister Sorgdrager de ,,hoogste prioriteit aan kinderporno
moet geven''. Over drie maanden kunnen er weer hele andere zaken in de
Tweede Kamer spelen.