Kinderporno via Internet en ondergronds
Een deel van de kinderporno uit het bezit van de vermoorde Gerry Ulrich
is nog steeds te vinden in openbare nieuwsgroepen op Internet. Kan daar
effectief tegen worden opgetreden? Veel kinderporno wordt intussen
ondergronds verspreid via babbelboxen en e-mail.
Door onze redacteur MARIE-JOSÉ KLAVER
ROTTERDAM, 23 JULI. Iedere Internetgebruiker kan gemakkelijk
kopieën maken van kinderporno op Internet en dat materiaal naar
zijn eigen computer halen. In pedofiele nieuwsgroepen worden maandelijks
vele duizenden kinderpornofoto's verspreid.
Volgens de Nederlandse wetgeving kunnen Internet-aanbieders niet
strafrechtelijk worden vervolgd voor het verspreiden van
kinderpornografisch materiaal. De nieuwe Wet computercriminaliteit, die
nog niet van kracht is, zal daarin verandering brengen. Aanbieders
worden verantwoordelijk voor het publiceren van verboden materiaal als
ze op de hoogte zijn van het bestaan van deze gegevens en niet alles
doen wat in hun bereik ligt om verspreiding tegen te gaan.
Veel Nederlandse Internet-aanbieders proberen nu al om het verspreiden
van kinderporno via hun computersystemen te voorkomen. Aanbieder Xs4all
blokkeert sinds anderhalf jaar de plaatjes uit een aantal pedofiele
nieuwsgroepen. Aanleiding voor dit besluit waren klachten van abonnees
over de schokkende beelden van seksueel misbruikte kinderen die zij op
Internet aantroffen. Deze provider heeft de lijst met nieuwsgroepen die
worden gefilterd, de laatste dagen uitgebreid. Volgens woordvoerder
Maurice Wessling van Xs4all heeft dat niets met de Zandvoortse
kinderpornozaak te maken. ,,Er zijn wat namen van nieuwsgroepen
opgedoken die nog niet in ons lijstje stonden. Bovendien komen er steeds
nieuwe groepen bij waarin kinderporno wordt aangetroffen.'' Wessling
noemt het filteren van nieuwsgroepen een ,,koorddansprobleem''.
,,Eigenlijk hebben we geen boodschap aan de boodschap, maar we willen
wel iets tegen kinderporno op Internet doen. Daarom filteren we groepen
met namen waar duidelijk uit blijkt dat ze over kinderen en seks gaan.''
,,In principe laten we het verwijderen van 'illegale' inhoud op Internet
veel liever over aan de overheid'', aldus Frans Gerbosch van de
Belgische vestiging van Xs4all. Volgens Gerbosch lost het blokkeren van
kinderporno in nieuwsgroepen weinig op.
De kans is aanzienlijk dat mensen kinderpornografie zullen gaan
verspreiden via andere kanalen, waardoor het probleem minder grijpbaar
en zichtbaar is, aldus Xs4all België. De provider Wirehub Internet
blokkeert alle nieuwsgroepen waar kinderporno in voorkomt. Beheerder Ben
Grimm verwijdert deze ook na meldingen van klanten. Het weren van
kinderporno-nieuwsgroepen draagt volgens hem niet bij tot de bestrijding
van het probleem. Volgens hem wordt kinderporno al voor 99 procent
ondergronds verspreid. ,,Uitwisseling vindt plaats per post, via niet
aangekondigde bulletinboards en via versleutelde e-mail. Dat beetje dat
in nieuwsgroepen wordt verspreid, verbleekt daarbij. Maar het is wel het
niveau waarop ik kan ingrijpen.'' De branchevereniging van Nederlandse
Internet-aanbieders NLIP is van mening dat niet de provider, maar de
verspreider verantwoordelijk is voor de publicatie van kinderporno op
Internet. ,,De persoon die een onoirbaar bericht plaatst moet
verantwoordelijk worden gesteld voor zijn of haar daad. Duidelijk is dat
het niet meer doorgeven van een complete nieuwsgroep, waarvan verboden
foto's deel uitmaken, geen oplossing is.'' Volgens NLIP-voorzitter Fred
Eisner is het zelfs onwenselijk dat providers kinderporno die ze in
nieuwsgroepen aantreffen direct verwijderen. ,,Dan wis je ook de sporen
van de verspreiders uit. Sommige berichten leiden direct naar een
verdachte. Als je alles meteen weghaalt, vernietig je bewijsmateriaal
voor de politie.'' Ook Eisner wijst erop dat kinderpornoverspreiders
ondergronds zullen gaan als alle providers pedofiele nieuwsgroepen
afsluiten of de plaatjes wegfilteren. ,,Dan zijn er geen aanwijsbare
sporen meer en blijft het probleem kinderporno op Internet bestaan.''
Als gevolg van het actieve beleid om kinderporno van veel
Internet-aanbieders te weren, verschijnen er steeds meer
commerciële diensten op Internet, zoals Supernews en Anonymizer,
die op anonieme basis toegang bieden tot alle nieuwsgroepen. In de
pedofiele nieuwsgroepen is te zien dat steeds meer Internet-gebruikers
van deze diensten gebruik maken. Om dergelijke ontwikkelingen tegen te
gaan, pleit Gerben Wierda, stafmedewerker van de Adviesraad voor het
Wetenschaps- en Technologiebeleid, voor een ,,traceerbare relatie''
tussen de Internet-gebruiker en de Internet-aanbieder waar hij klant is.
Zolang dat niet het geval is en abonnees anoniem kunnen internetten,
zijn providers aansprakelijk voor de verspreiding als zij niet kunnen
aanwijzen welke gebruiker het materiaal heeft verspreid, aldus Wierda.
Nieuwsgroepen zijn niet de enige bron van verspreiding van kinderporno
op Internet. Ook in zogeheten babbelboxen en via webpagina's wordt
kinderporno verspreid. Uit de computerbestanden van Gerry Ulrich bleek
dat hij ook actief was in babbelboxen en dat hij een aantal verborgen,
alleen voor betalende leden toegankelijke, webpagina's met
kinderpornofoto's beheerde. Het Meldpunt Kinderporno en de Amerikaanse
Cybertipline van de FBI constateren dat kinderporno in toenemende mate
via babbelboxen wordt verspreid. Wat er in babbelboxen gebeurt, is voor
de providers en de politie onmogelijk na te gaan en te bestrijden, omdat
de gesprekken en het uitwisselen van kinderpornoplaatjes geen sporen
nalaten. In Amerika wordt dit probleem aangepakt door in babbelboxen te
infiltreren. FBI-agenten doen zich voor als pedofielen op zoek naar
plaatjes en zoeken zo contact met verspreiders van kinderporno. Deze
aanpak, die in Nederland volgens de wet niet mag, leidt tot veel
arrestaties en veroordelingen van verspreiders van kinderporno.
Internet-verkeer laat zich net zo moeilijk controleren en reguleren als
postaal en telefoonverkeer. Net zoals de PTT niet weet wat er in brieven
staat en wat mensen over de telefoon bespreken, hebben providers geen
idee welke informatie abonnees via elektronische brieven en babbelboxen
uitwisselen.