|
|
Porno in de polder
De Zandvoortse zaak kwam nota bene door een toeval aan het licht. De vermoedelijke hoofddader werd in Italië vermoord, familieleden lichtten de politie in over diens dubieuze activiteiten en een Vlaamse actiegroep maakte amok via televisierubriek NOVA . De Zandvoortse politie reageerde aanvankelijk gezapig: men dacht dat het porno betrof 'en dat is niet strafbaar'. Dit standpunt is geheel in lijn met de jarenlange ervaringen van het Meldpunt kinderporno. Daar wordt geconstateerd dat de justitiële belangstelling voor jeugdzedenzaken (een afgeschaft specialisme) gering is en deskundigheid in computercriminaliteit schaars. De combinatie leidt tot inertie.
INMIDDELS ZIJN ER nieuwe feiten die de twijfel aan het justitiële optreden versterken. Vandaag blijkt dat iedere bezitter in de wereld van een persconal computer met een Internetaansluiting nog steeds de gewraakte kinderporno van het Zandvoortse netwerk kan opvragen. Het gaat om bewegende beelden van een kind dat anaal wordt verkracht. De conclusie ligt zo voor de hand dat het beschamend is die te moeten trekken. De overheid heeft de absolute verplichting kinderen te beschermen tegen dergelijk zwart onheil. Dat dergelijke onbeschrijflijke praktijken hier kunnen voorkomen betekent dat Nederland een ernstig probleem heeft. Gezien de felle buitenlandse reacties wordt dat vooral buiten de grenzen herkend. Met de Dutroux-zaak als referentiepunt wordt Nederland wederom, en nu niet ten onrechte, beschreven als een land met een ernstig zedenprobleem. Met de Zandvoortse zaak is bewezen dat Nederland inderdaad een belangrijk productie- en distributieland van kinderporno is, zoals al vanaf de jaren tachtig door Amerikaanse en Duitse autoriteiten bij herhaling is gesteld en hier steeds is ontkend. GEHOOPT MAG worden dat de publieke discussie, als in het voetspoor van het McCaffrey-bezoek, deze keer niet gedomineerd zal worden door gevoelens van bezeerde eigenwaarde. Nog te vaak wordt de eigensoortige Nederlandse cultuur van leven en laten leven, als een schild gebruikt om de uitwassen ervan goed te praten. Voor alles was ooit een reden en een goede bedoeling. Maar de werkelijkheid ontnuchtert. Ja: Nederland is door zijn liberale drugscultuur een belangrijk producent en distributeur van xtc in Europa geworden. Ja: drugshandel leidt hier tot moorden. Zie daarvoor de gruwelijk executie van twee jonge Tilburgers die toevallig 'iets' zagen, namelijk de moord op (of het dumpen van de lijken van) twee drugshandelaren. Ja: Nederland heeft door zijn liberale zedenbeleid een voedingsbodem voor kinderporno gecreëerd. Bijvoorbeeld in Zandvoort. Tolerantie en gedoogbeleid, door McCaffrey - veilig terug in Washington - gisteren nog aangeduid als 'legal hypocrisy', heeft een overbevolkt, sterk verdeeld land tot nu toe goed gediend. Maar de gebeurtenissen in Tilburg en Zandvoort roepen de vraag op of Nederland in de jaren negentig hierbij nog is gebaat. Naarmate de wereld kleiner wordt, zal het buitenland ons vaker een spiegel voorhouden en een herijking bevorderen van de Nederlandse cultuur en de prioriteiten die de rechtsstaat zichzelf stelt. Dat is maar goed ook. IN DEZE CURIEUZE politieke vacuümperiode ontwikkelen zich zo een aantal belangrijke thema's voor de nieuw aan te treden minister. Deze zal opmerken dat de opsporing van kinderporno is geprivatiseerd: het is een zaak van verontruste burgers en belangstellende media geworden, niet noodzakelijkerwijs in Nederland gevestigd. Kenmerkend is een diep gekoesterd wantrouwen tegen justitie, kans op eigenrichting (burgerwachten), internationale uitstraling en daarmee afgenomen nationale armslag. Het distributiekanaal Internet is vrijwel ongecontroleerd - ook daar is de rol van de overheid in ieder opzicht minuscuul. Deze zal ook opmerken dat de jeugd- en zedenpolitie in de jongste reorganisatie is gesneuveld en informaticarechercheurs pas zeer recent worden aangetrokken. Het moet niet moeilijk zijn althans een deel van de politieke agenda zo te bepalen.
|
NRC Webpagina's 21 juli 1998
|
Bovenkant pagina |
|