Klopjacht:
Kort na de ontdekking van het bestaan van een gewapende groep in de
beboste uitlopers van de Andes, formeerde het Boliviaanse leger zes
eenheden van in totaal 1100 man. Zij kregen de opdracht de
opstandelingen, waarvan toen nog niet duidelijk was wie hun
commandant was, te elimineren. Hun eerste gevecht liep uit op een
nederlaag voor de strijdkrachten: zeven soldaten vonden de dood en
veertien krijgsgevangen werden genomen.
Opperbevelhebber Ovando zou een jaar lang blijven roepen dat de guerrilla
geen serieuze bedreiging vormde, maar intussen accepteerde hij wel de
Amerikaanse hulp. Onder de naam CYNTHIA werd de klopjacht op de
strijdgroep geopend. In eerste instantie werden
de legereenheden aangevuld met 500 extra troepen, later gevolgd door nog
eens 500. Voorts werd de elite-eenheden van het bataljon Rangers ingezet.
De Rangers werden getraind door Amerikaanse instructeurs (De Groene
Baretten), terwijl een aantal CIA-agent
en zich achter de schermen met de loop van operatie CYNTHIA bemoeiden.
|