|
Achter de lens
Hoe ziet uw familie-album er
van
binnen uit, vroegen we vorige week. En: Hoe ver wilt u gaan met het
fotograferen of filmen van uw kinderen? ,,Als ik me afvraag: "zal ik
hier later
naar kijken?', dan is dat voor mij net zo'n vraag als: "Hou ik van haar?
Nee
dus.'', schrijft Marijke Sliesman uit Schoorl. Een scherpe waarneming
kwam ook
van O. Kasteelen uit Doorwerth: ,,Ooit de foto's van iemands scheiding
bewonderd? Of gehoord: "Opa is dood, wil je de foto's zien?' Foto's heb
ik in
dergelijke gevallen niet met de hand gemaakt. Zulke foto's maak je in
het
hoofd. (...) De indrukken zijn doorgaans zo sterk, dat registratie daar
automatisch plaatsvindt. Wat dan gezien is zit voorgoed in de donkere
kamer van
het hoofd en kan op elk gewenst moment afgedrukt worden. (...) Verdriet
is het
negatief.''
Een ruime meerderheid van de inzenders denkt echter niet aan de - ook
genoemde
- duizenden onafgedrukte negatieven op zolder, fotografeert onverdroten
door en
probeert onwillige kinderen te negeren: ,,De één steekt
zijn
middelvinger op, de ander draait haar oogleden binnenstebuiten en de
derde
kijkt gewoon bête.'' Alleen voor de foto's worden
verjaardagsfeestjes een
dag later - inclusief slingers en taart - in scène gezet. Behalve
door
die inzender die na een overdosis babyfoto's van een collega slechts
één "nette' foto aan het eigen kind wijdde, worden de
meeste
afdrukken zelfs jaren later nog bekeken ook. "Nieuwsgierig', "dankbaar',
"respectvol' of "met weemoed'. Niet gehinderd door bescheidenheid en een
tikje
spijtig ziet men vooral graag de eigen jeugdfoto's. "Ik had filmster
kunnen
worden.'
Marijke Sliesman, O. Kasteelen en de volgende inzenders ontvangen een
boekenbon.
Klassefoto
Opgewonden rende ik die morgen naar huis, in
mijn
hand de bruine enveloppe met mijn eerste klassefoto. Twee weken eerder
hadden
we op het schoolplein recht in de zon naar de fotograaf mogen kijken, de
tweede
klas van juffrouw Sanders en ik in mijn nette kleren met gekruiste
beentjes op
de voorste rij. En nu kon ik het werkelijk schitterende resultaat laten
zien
bij de warme maaltijd die traditioneel nog tussen de middag werd
gegeten.
Overtuigd van hun trotse blikken haalde ik de afdruk te voorschijn.
Dat mijn twee broers, al op de HBS, vals begonnen te grinniken deerde
mij niet,
die lummels zagen hun kleine broertje nooit voor vol aan. Dat mijn
moeder ook
zo gauw geen woord kon uitbrengen schreef ik toe aan haar diepe
ontroering.
Echt gespannen keek ik naar mijn vader, de ernstige leraar wiskunde aan
de
machinistenschool die toen om onbegrijpelijke redenen in Enschede
gevestigd
was. Nooit zal ik zijn reactie vergeten. Hij keek, keek nog eens en tot
mijn
ontzetting begon hij te schateren van het lachen. De tranen liepen over
zijn
veertigjarige wangen en de bril gleed van zijn neus. Toen kon ook mijn
moeder
zich niet meer goed houden en gevieren bulderde het hele huisgezin over
het
hoofd van dat arme knulletje. Driftig griste ik de foto uit mijn vaders
handen
en zag toen ook wat de algemene spot opriep. Temidden van zo'n dertig
brave
jongens en meisjes zat daar helemaal links vooraan met zijn gezicht in
een
mallotige grijns en één oog dichtgeknepen tegen de felle
zon de
toekomstig dorpsidioot.
Woedend probeerde ik vergeefs de foto te verscheuren, rende de huiskamer
uit en
verfrommelde hem snikkend onder mijn hoofdkussen. Later kwam mijn moeder
mij
troosten, maar mijn vader hield nog de hele dag een lachkramp op zijn
gezicht.
Nu ik inmiddels vijftien jaar ouder ben dan hij toen was, kan ik het
begrijpen
en navoelen. Het moet voor hem een opluchting zijn geweest om in dat
vierde
oorlogsjaar nog eens helemaal vrijuit, onbekommerd te kunnen lachen, al
was het
dan ten koste van zijn jongste zoon.
L. de Galan, Schiedam
Motorkap
Waren het voeger alleen de mannen die foto's
maakten? Ik kan me niet herinneren dat ik - toen ik klein was - ooit een
vrouw
met een camera zag. Bij ons was het dan ook mijn vader die met zijn Kodak
de
kiekjes nam, vooral bedoel om aan de familie in Holland te laten zien hoe
het
ons in Suriname verging. Bij niemand heb ik in de albums zoveel
"uitgestalde'
kinderen gezien. Wij staan bijna altijd in gymnastische houdingen (voor
mijn
vader was de "zweefstand' een steeds terugkerende wens), of zitten een
enkele
keer in een sierlijke pose, zoals op het dek van de Koningin Wilhelmina,
het
schip waarvan mijn vader kapitein was.
Wij vonden het allemaal best, probeerden roerloos op een been te blijven
staan,
of zaten trots in onze gympakjes (mijn moeder had er in rode
kruissteekjes
"Sparta' op geborduurd) naast mijn al even trotse kleine zusje, die nog
te
klein was voor de gymclub, maar wel een soort tuinbroekje draagt en blij
haar
armpjes uitstrekt. Niet door mijn vader gemaakt (hij staat zelf op de
foto) is
de opname van de auto. Mijn zusjes werden op de ene treenplank
gedrapeerd, mijn
vader steekt boven de auto uit, en ik werd als een soort boegbeeld op de
motorkap gezet. Die was gloeiend heet en ik gilde het uit, maar het idee
was te
mooi om zomaar te laten gaan. Er werd dus een kussentje op de motorkap
gelegd
en ik moest er weer op. Die naar voren gestoken benen tonen dat het ook
zo geen
pretje was.
mevr. R.A. Coppoolse, Oegstgeest
Orkaan
Ik heb van de geboorte van mijn zoon Willem
vorig
jaar geen foto's gemaakt. Pas na de bevalling heb ik mijn nageslacht, dat
lag
bij te komen op de buik van zijn moeder, vereeuwigd. Pas achteraf werd
mij
duidelijk waarom heb ik mijn fototoestel - een videocamera heb ik niet -
links
heb laten liggen.Na vier uur stormachtige ontsluiting en een uur persen
bleek
dat mijn vrouw het karwei niet zelf kon klaren. De vroedvrouw besloot dat
wij
naar het ziekenhuis moesten en belde de ambulance. Wat er toen gebeurde
had
veel weg van een militaire operatie. Ik kreeg een serie commando's over
de te
verzamelen spullen. Daarna was mijn rol uitgespeeld. De twee
ziekenbroeders
constateerden direct dat zij de brancard niet veilig van drie hoog door
het
trapgat zouden kunnen dragen. Mijn vrouw mocht kiezen: zelf lopen of een
kwartier wachten op een tweede koppel broeders. Mijn wederhelft koos
voor
lopen, c.q. strompelen. Vier mannenarmen omklemden haar en aldus werd de
tocht
aangevangen. Ik stond volledig buiten spel en besloot, om mezelf toch
nog enige
functie te geven, haar krachttoer vast te leggen op de gevoelige plaat.
Als ik nu deze foto's laat zien, dan krijg ik vrijwel altijd dezelfde
reactie:
"Hoe durfde je', "had je daar nu tijd voor', of "dat kan toch niet, je
vrouw op
zo'n moment aan haar lot overlaten'. Deze afkeurende reacties maakten
mij
pijnlijk bewust van de keuze die ik eerder al onbewust had gemaakt. Het
is een
vreselijk cliché, maar daarom niet minder waar. Een bevalling is
een
ongelooflijk hevige en intense gebeurtenis die alle betrokkenen volledig
opeist. Alle aandacht, alle energie, alle betrokkenheid gaat hierin
zitten. Het
is volstrekt onmogelijk om de camera te hanteren als je vrouw een
heldendaad
aan het verrichten is. Op dat moment fotograferende of video's makende
vaders
zijn sindsdien in mijn ogen laffe verraders. Ik was ook even een
verrader en ik
heb er spijt van. De volgende keer laat ik de camera in de koffer totdat
de
orkaan volledig is uitgeraasd.
Jaap Koelewijn, Amsterdam
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|