BOEKEN
IN DUIZEND WOORDEN
DISCUSSIE
BIBLIOTHEEK
|
Historische jeugdromans
Een persoonlijke toptien
Marjoleine de Vos
Op de lijst van de best verkochte kinderboeken in 1996 staat een historisch
jeugdboek: Saartje Tadema van Thea Beckmann, waarvan vorig jaar meer dan
10.000 exemplaren zijn verkocht. De persoonlijke toptien van Marjoleine
de Vos ziet er alsvolgt uit.
Middeleeuwen
Thea Beckmann: Kruistocht in spijkerbroek. Lemniscaat, 1973. 29,50.
Rudolf van Amstelveen noemen de kinderen die op weg zijn naar Jeruzalem
de jongen in spijkerbroek die ineens tussen hen terecht is gekomen. Door
een tijdmachine is deze Dolf Wega naar dertiende-eeuws Duitsland verplaatst.
Hij maakt kennis met een mentaliteit en omstandigheden die sterk verschillen
van de zijne. Beckmann laat de lezer ongelooflijk veel zien en meemaken
in dit boek. Dat maakt haar wat stroeve stijl en houterige opbouw vergeeflijk.
Els Launspach: Jeanne d'Arc. Holland, 1994. 24,90.
Jeanne d'Arc hoorde stemmen en ze was een opmerkelijk knap stratege. Althans,
zo ziet grootmoeder Belle dat die, genietend van een glaasje wijn en een
stukje knoflookworst, aan haar kleinkinderen het verhaal van de maagd vertelt.
Grootmoeder Belle heeft niet de neiging om voortdurend te zeggen dat de
middeleeuwen zo raar en zo anders waren, ook niet als het om onaangenaam
gedrag gaat. Alleen in de taal van dit boek krijgen de cliches een kans.
Zeventiende eeuw
Joh. H. Been: Paddeltje, de scheepsjongen van Michiel de Ruyter.
Kluitman, 1903. 14,95.
Paddeltje is scheepsjongen van Michiel de Ruyter en onder geen enkele omstandigheid
klein te krijgen. Een typische 'hollandsche jongen' met 'een lach van plezier
op zijn breed gezicht en jool in zijn brutale kijkers'. Niemand kan 'baas
zijn' over zijn leven, behalve 'die ouwe van me'. De moraal die kinderen
in 1903 ingegoten kregen verschilt wel van die van nu, maar dat geeft een
extra historische dimensie aan dit onverwoestbare kinderboek.
Johan Fabricius: De scheepsjongens van Bontekoe. Leopold, 1924.
25,-.
Drie heel verschillende jongens - stoere Hajo, verstandige Rolf en het dikke
krentje in de pap, onhandige Padde - varen in de zeventiende eeuw op een
VOC -schip naar Oost-Indie. Dat gaat natuurlijk niet zo maar. Stormen, rovers
en tropische eilanden zetten alles op alles om mannen van deze knapen te
maken. Vaderlijk geschreven en ondanks de wat ouderwetse idealen onweerstaanbaar.
Miep Diekmann: Marijn bij de lorredraaiers. Leopold, 1965. 19,90.
Marijn is verliefd op Knikkertje. Marijn is een zeventiende-eeuwse witte
Curacaose jongen, Knikkertje is een zwarte slavin. Het boek vertelt vooral
over Marijns de ontvoerde Knikkertje terug te vinden, een tocht op slavenschepen
naar Afrika, langs plantages in Suriname - een tocht langs verschrikkingen.
Een boek met een boodschap, met hier en daar onhandig flinke taal, maar
wel een boek dat verfrissend veel aandurft.
Negentiende eeuw
An Rutgers van der Loeff: De kinderkaravaan. Ploegsma, 1949. 29,90.
Op een dag zijn vader en moeder dood, gestorven aan dysenterie. John is
dertien, de baby nog maar een paar maanden, en daar tussenin zitten nog
drie zusjes en een broertje. Deze zes kinderen trekken met een koe, een
os en een hond dwars door Amerika naar het westen. Waar gebeurd. En terecht
beschreven als een gruwelijke tocht en niet als een wonderbaarlijk sprookje.
Twintigste eeuw
Martha Heesen: Sterre en Joe. Querido, 1997. 24,90.
Ploon is 91 en toen Ploon klein was in het begin van deze eeuw, was ze een
meisje op het Vlaamse platteland. Over die tijd vertelt ze aan Roelien.
Ploon woont in het geheim bij Roelien op zolder en moet in het geheim door
Roelien verzorgd worden, wat niet meevalt met ouders in huis. Maar de verhalen
die Ploon vertelt 'alsof ze bang was dat ze ze anders vergeten zou, dat
ze zouden wegwaaien, en dat niemand het dan meer weten zou, van toen', maken
veel goed.
Klaus Kordon: De rode matrozen. Vert. Els van Delden. Van Holkema
en Warendorf, 1996. 39,90.
Helle's vader mist een arm als hij eindelijk in Berlijn terug komt uit de
oorlog (de Eerste Wereldoorlog). Helles moeder moet zwoegen, Helle zelf
en zijn zusje ook, ze hebben vaak geen eten - een ideale voedingsbodem voor
de revolutionaire idealen van Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht. Al snel
is Helle koerier van de Spartakisten. Interessant en spannend, maar met
matige zinnen.
Karlijn Stoffels: Mosje en Reizele. Querido, 1997. 29,90.
'Eeuwen en eeuwen wonen ze hier al en geen woord Pools komt uit hun stomme
bek! Geen Pools boek hebben ze gelezen, geen Poolse worst gegeten, geen
Poolse kleren gedragen. Geen wonder dat ze hier denken: rot maar op!' Zo
tiert joodse Mosje tegen zijn vriendin Reizele in het weeshuis in Warschau
in 1940. De schrijnende, maar volstrekt onsentimenteel vertelde geschiedenis
van de kinderen van het joodse weeshuis van dokter Korzac.
|
NRC Webpagina's
6 oktober 1997
|