D E P L E K
|
Terug naar De Plek Stuur uw verhaal naar dePlek@nrc.nl
|
Palisades Park
Hong Gol Kim schikt zich niet in de fifty-fifty-wet
Door onze correspondent JUURD EIJSVOOGEL
Ook de boekhandel, Gyo-Po Books and Gifts, heeft in twee talen en gelijk formaat zijn naam op de pui, net als de kapper en de winkel voor bruidsjurken. Maar het enorme uithangbord van een afhaalrestaurant staat vol met Koreaanse tekst, op een klein hoekje na waar in bescheiden letters Korean Foods staat. In dit stadje in New Jersey, niet ver van New York City, zijn dat verschillen die er toe doen. Belettering van uithangborden is hier een zaak van publiek belang, van nationale trots, een zaak van de rechter en wellicht zelfs van het grondwettelijke recht op vrijheid van meningsuiting. Sinds 1980 hebben zich hier grote aantallen migranten uit Zuid-Korea gevestigd. Ze hebben een vergrijzende buurt van Europese migranten-families en een versukkelde winkelstraat nieuw leven ingeblazen. De meeste van de 144 winkels aan Broad Avenue zijn nu in Koreaanse handen. Hun klandizie bestaat vooral uit Koreanen en hun koopwaar is daarop afgestemd. In de boekwinkel is op woordenboeken en cursussen na vrijwel alle lectuur in het Koreaans - van de nieuwe roman van Salman Rushdie en de Koreaanse editie van Newsweek tot de indrukwekkende verzameling bijbels, bijbelcommentaren en andere christelijke teksten. Ook het reisbureau dat gespecialiseerd is in vluchten naar Seoul, de eethuisjes en de karaoke-bar moeten het vooral van Koreanen hebben. Maar de middenstanders die deze zaakjes drijven mogen Broad Avenue niet, in navolging van Chinatown of Little Italy, tot een 'Klein Korea' maken, althans niet helemaal. Om te voorkomen dat de oorspronkelijke buurtbewoners zich vreemden gaan voelen in hun eigen wijk heeft Palisades Park, net als zes naburige gemeenten, bepaald dat alle uithangborden, gevel-opschriften en zelfs in de etalage geplaatste tekstborden die in een vreemde taal zijn gesteld de Engelse vertaling erbij moeten geven, en wel op dezelfde grootte. ,,Ik kom nooit in die winkels, maar het geeft me een goed gevoel dat ik tenminste kan lezen wat je er kan kopen'', zegt George, een stoppelige zeventiger die vanuit een glazen bushuisje op Broad Avenue de middag aan zich voorbij laat trekken. ,,Dit is Amerika'', zegt hij in zijn zware Italiaanse accent. ,,Iedereen krijgt hier een kans. Maar nieuwkomers moeten zich niet van de Amerikanen afsluiten.'' De verordening, die hier bekend staat als de fifty-fifty-wet, is nu twee jaar van kracht en wordt door de meeste winkeliers keurig nagevolgd. De middenstanders die in overtreding zijn kunnen erop rekenen dat ze door oplettende burgers bij het gemeentehuis worden aangegeven. De afgelopen maanden hebben zes winkeliers zo een boete gekregen, variërend van 150 tot 250 dollar. De meesten zeggen dat ze niet van de verplichting op de hoogte waren. Maar Hong Gol Kim, eigenaar van het reisbureau Nadri Tour and Travel, weigert zijn boete te betalen. Op zijn blauwe markies staat in keurig Engels en Koreaans de naam van zijn zaak, en in letters van gelijke grootte. Maar in de etalage staat een oplichtend tekstbord met louter Koreaanse karakters in neon. Hij heeft de gemeente laten weten dat zijn klantenkring voor 95 procent uit Koreanen bestaat. Tegen de tijd dat de helft Engelstalig is, zo luidt zijn argument, zal hij zijn belettering aanpassen aan de fifty-fifty-wet. Deze zomer komt de zaak voor de rechter, zegt een medewerkster van Kim, die zelf niet in de stad is, strijdvaardig en in vloeiend Engels. Kim zal zich naar de wet schikken, maar hij wil dat de rechter hem eerst uitlegt waarom de regel redelijk is. In Californië heeft een rechter zeven jaar geleden eenzelfde regeling in strijd met de grondwet verklaard, omdat de vrijheid van meningsuiting erdoor beperkt zou worden. Bovendien zou de verordening neerkomen op discriminatie op grond van nationale oorsprong. Palisades Park rechtvaardigt de regeling met een beroep op de openbare veiligheid: met Engelse belettering hoeven politie, brandweer en ambulance in geval van nood geen tijd te verliezen met het zoeken naar de plaats des onheils. Een rondgang langs een aantal winkeliers levert weinig commentaar op: speak no English, murmelt men hoogstens diep-verlegen van achter de toonbank. Maar de vrouw die in Gyo-Po Books werkt en de Koreaanse jongeren op straat relativeren het probleem: voor de tweede generatie is Engels de eerste taal, zeggen ze, en ze zijn er zelf het beste bewijs van. (Dit artikel verscheen op 20 april 1996 in NRC Handelsblad)
|
NRC Webpagina's
13 JULI 1996
|
Bovenkant pagina |