D E P L E K
|
Terug naar De Plek Stuur uw verhaal naar dePlek@nrc.nl
|
Istanbul
Minirok en hoofddoek naast elkaar voor het stoplicht
Door onze correspondent FROUKJE SANTING
Ik woon in Ankara, maar ook ik heb mijn hart aan Istanbul verpand. De
hoofdstad is overzichtelijk, meer een dorp dan een stad, wat het
mogelijk maakt om je werk efficiënt te organiseren. Maar Ankara is
daarom ook saai, monotoon en bij tijd en wijle zelfs vervelend. De
burgerlijkheid is benauwend. Op cocktails is het niet gepast om over de
realiteit van de dag te praten, zoals het martelen van verdachten op
politiebureaus, of je kritisch uit te laten over de kansen van Turkije
om lid te worden van de Europese Unie. De Turkse politici, bureaucraten
en diplomaten leven niet met die werkelijkheid.
Maar Istanbul laat zich niet in toom houden, de stad is vitaal en
dynamisch. De metropool telt inmiddels ruim tien miljoen inwoners. Zij
zijn de ziel van deze historische stad, die zich in elke wijk en elke
straat van een andere kant laat zien. Istanbul is omgeven door water,
waardoor een sfeer van vrijheid wordt geschapen. Arm en rijk buitelen
over elkaar heen. Nieuwbouw en historische architectuur verdringen
elkaar. Vuil en glorie zetelen in hetzelfde gebouw.
Moslim-fundamentalistische studentes, in lange regenmantels en met een
streng-islamitische hoofddoek om, wachten naast meisjes in minirok en
een nauw T-shirtje voor het stoplicht.
Istanbul is meer dan de spreekwoordelijke brug tussen Oost en West, het
verbindt het Byzantijnse en Ottomaanse verleden met het Turkse heden. De
charme van de stad wint met het verstrijken van de tijd zelfs aan
kracht. Het neerhalen van het IJzeren Gordijn in Oost-Europa en het
uiteenvallen van de Sovjet-Unie hebben die charme alleen maar doen
toenemen.
Het mysterie van dat grootse verleden is fascinerend en vormt een van de
belangrijkste attracties van Istanbul. Elke wijk heeft zijn eigen sfeer
en bekoring, zijn eigen band met de geschiedenis en met het heden. Het
is een rijkdom die overrompelt maar ook afstoot, omdat zij zo intens is.
De smeltkroes van volkeren die er woonden (en in mindere mate nog steeds
wonen), hebben allemaal hun eigen stempel op Istanbul gedrukt. De
geschiedenis dringt zich als het ware aan je op. Maar het kost tijd en
energie om het tot je door te laten dringen. Istanbul laat zich niet
gemakkelijk veroveren.
Ook de Bosporus, de zeestraat die het Europese deel scheidt van het
Aziatische Turkije, draagt in belangrijke mate bij tot de schoonheid en
de grandeur van de stad. Wie deze waterweg vanaf de Galatabrug tot aan
de Zwarte Zee volgt, krijgt een fascinerend beeld van de historische
rijkdom van Istanbul: de honderden koepels en minaretten in het oude
deel van de stad, gevolgd door de historische paleizen en
zomerverblijven aan de waterkant. Maar het geeft tevens het verval van
de stad weer: het groen maakt meer en meer plaats voor huizen en flats
voor de honderdduizenden nieuwkomers van het platteland die zich
jaarlijks in Istanbul vestigen. Het oprukkende beton legt een tijdbom
onder het glorieuze verleden van de 3000 jaar oude stad.
Istanbul is tevens een kakofonie van geluiden. Het gebeier van klokken,
de oproep tot gebed, de verkeersdrukte, de stemmen van de duizenden
mensen die de straten overspoelen, handelaren die hun waar aanprijzen,
krijsende zeemeeuwen rondom de veerboten in de Gouden Hoorn, die met
luide stoten uit de scheepshoorn aangeven dat ze willen aanleggen. En
een spel van licht. Het glinsteren van het water, de weerspiegeling van
de zon op de koepels en de minaretten, de donkere stegen en de lichte
boulevards.
Mijn rustpunten in Istanbul zijn de overdekte bazaar
(kapaliçarsi) tussen Beyazit en Nuruosmaniye en de
cafeetjes in Beyoglu. De overdekte bazaar met zijn 4.000
winkeltjes, restaurants, een moskee, fontein en een café, is een
wereld op zichzelf. En eenmaal binnen verlies je het besef van tijd. De
cafeetjes in Beyoglu, dat vroeger Pera werd genoemd, zijn van deze
tijd. Hier lees ik de kranten en ontmoet ik vrienden en bekenden met wie
ik niet heb afgesproken. En hier mag ik bijvoorbeeld niet betalen als ik
er, na een lang gesprek over de recente hongerstaking onder de politieke
gevangenen met de blinde advocaat Esber Yagmurdereli,
neerstrijk voor een Italiaanse cappuccino.
|
NRC HANDELSBLAD
23 AUGUSTUS 1996
|
Bovenkant pagina |