U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
DOSSIERSURINAME
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Suriname

Nieuws

Verkiezingen 2000

Achtergrond

Dossier Rechtszaak Bouterse

Links

Proces Bouterse nog onzeker


Nederland onderzoekt de rol van Desi Bouterse bij de decembermoorden. Maar de weg naar een proces zit vol voetangels en klemmen

Door onze redacteur JOOST ORANJE

AMSTERDAM, 1 FEBR. Er komt dus toch een Nederlands gerechtelijk vooronderzoek naar de betrokkenheid van de voormalige Surinaamse bevelhebber D. Bouterse bij de decembermoorden uit 1982, toen vijftien prominente Surinamers in Fort Zeelandia werden mishandeld en geëxecuteerd. Schatte de rechter-commissaris van de Arnhemse rechtbank vorige week nog in dat het openbaar ministerie (OM) in de zaak niet ontvankelijk zou worden verklaard, zijn Amsterdamse collega blijkt daar anders over te denken: hij start wèl een onderzoek. Maar zal Bouterse nu ook definitief in Nederland worden berecht? Dat is nog maar de vraag. De verschillen in interpretaties van de twee onderzoekrechters illustreren dat er nog veel haken en ogen aan de affaire zitten. In Arnhem, waar de zaak mede was voorgelegd omdat daar de militaire rechter zetelt, werd geconcludeerd dat Nederland helemaal geen rechtsmacht heeft. Immers: de grondslag voor de vervolging, foltering, staat beschreven in het internationale folterverdrag en dat werd pas in 1989 in Nederland ingevoerd. En hoe kan je iemand berechten voor een misdrijf dat hij begaan heeft op een moment dat er nog geen wet was die dat misdrijf strafbaar stelde? De rechter-commissaris in de hoofdstad stelt daarentegen dat er wel degelijk " voldoende grond" is om een gerechtelijk vooronderzoek te openen. Hij verwijst daarbij naar de beschikking van het Amsterdamse gerechtshof, dat het OM in november vorig jaar het bevel gaf vervolging in te stellen. Achterliggende gedachte daarbij was dat folteren in 1982 een misdrijf was volgens het 'internationaal gewoonterecht' waarover de Nederlandse rechter 'universele rechtsmacht' heeft. Simpel gezegd: ook al was folteren in '82 formeel niet strafbaar gesteld, iedereen wist dat het niet mocht en dus kan je er overal met terugwerkende kracht voor worden vervolgd. Toch stelde ook het gerechtshof dat er "verschil van inzicht mogelijk is en dat niet is uit te sluiten dat de strafrechter voor een meer beperkte uitleg zal kiezen." Het kan dus altijd nog gebeuren dat de rechter waar de zaak wordt voorgebracht, er geen 'ruime' volkenrechtelijke interpretatie op nahoudt en het OM alsnog niet ontvankelijk verklaart.

Het gerechtshof bracht nog een tweede nuance aan: vervolging van de Decembermoorden in Nederland zou kunnen worden gestaakt "indien ontwikkelingen in een eventueel Surinaams strafproces daartoe aanleiding zouden geven." Toen het hof in november haar beschikking uitsprak, was daar formeel niets over bekend. Maar nu is ook in Paramaribo een gerechtelijk vooronderzoek geopend. Dat maakt de vraag hoe logisch een Nederlandse rechtszaak op dit moment is, relevant.

Daarnaast zijn er ook praktische vragen. Nu er in twee landen concrete onderzoekshandelingen in één zaak worden verricht, is onderlinge rechtshulp in principe niet mogelijk. Maar als de Nederlandse justitie een doortimmerde zaak wil voorbrengen, lijkt dat onvermijdelijk. Natuurlijk is er ook in Nederland informatie te vergaren over de Decembermoorden, maar de meest betrokken getuigen bevinden zich bijvoorbeeld in Suriname. Om die te kunnen horen is rechtshulp nodig.

Sommige strafrechtjuristen denken dat dit vraagstuk omzeild kan worden. Het Surinaamse onderzoek loopt wegens 'moord', in Nederland gaat het om 'foltering'. Deze verschillende vervolgingsgronden zouden een juridische uitweg kunnen bieden voor het uitwisselen van gegevens. Het zou zelfs kunnen leiden tot twee processen. Maar het is op z'n minst onpraktisch dat er op twee plekken los van elkaar dezelfde onderzoeken lopen. De zaak zou een stuk overzichtelijker worden als ze in politiek vaarwater komt en Nederland bereid blijkt om Suriname op de achtergrond bij te staan met het vervolgingsproces. In kringen van de regerende Front- partijen wordt deze optie als wenselijk gezien. Het lopende Surinaamse onderzoek, dat zich overigens op veel meer verdachten dan op Bouterse richt, ligt uiterst gevoelig. Paramaribo zou daarbij juridische- of logistieke hulp goed kunnen gebruiken, al moethet initiatief van Suriname komen.

Een dergelijke 'oplossing' zou in ieder geval recht doen aan de uitspraak van het Amsterdamse gerechtshof dat in haar beschikking tenslotte stelde dat het juridisch afwikkelen van de decembermoorden "in beginsel een verplichting is" voor Suriname zelf.

NRC Webpagina's
1 februari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad