'Decembermoorden' weer brandend actueel
De Surinaamse 'Acht
Decembermoorden', vandaag 28 jaar geleden, zijn door alle juridische
onderzoeken definitief aan de vergetelheid ontrukt.
Door onze redacteur JOOST ORANJE
AMSTERDAM, 8 DEC. Sranan sa tan memre yu. "Suriname zal jullie
blijven herdenken". Dat is de kop boven een advertentie met de foto's
van de vijftien slachtoffers van de Decembermoorden, vandaag in de
Surinaamse krant De Ware Tijd. Achttien jaar na dato leeft de
gebeurtenis meer dan ooit. "We moeten dat ding maar laten", was nog maar
enkele maanden geleden het antwoord van veel Surinamers als je vroeg
hoe het nu verder moest met de Decembermoorden, waarbij vijftien
vooraanstaande kritici van het toenmalige Militair Gezag in Fort
Zeelandia werden vermoord. Slechts een relatief kleine club van
nabestaanden, maatschappelijke organisaties en de kerken hielden de
zaak levend. Ze voerden bijvoorbeeld een beklagprocedure bij het hof van
justitie om een eerdere beslissing van het OM de moorden niet te
vervolgen terug te draaien. Maar de behandeling van deze zaak liet
eindeloos op zich wachten, waardoor de hoop op juridische actie
vervloog. Vervolging, zo was de verwachting, zou eventueel alleen nog
in Nederland aan de orde zijn, waar een soortgelijke beklagprocedure
bij het Amsterdamse hof liep.
Maar het aantreden van de nieuwe regering-Venetiaan zorgde voor een
omwenteling. Hoewel de president in zijn vorige regeerperiode, ondanks
een motie in het parlement, niets deed aan de Decembermoorden, werd er
nu ineens daadkrachtig opgetreden. Met name de nieuwe minister van
justitie, S. Gilds, nam daarbij het voortouw. Gilds is lid van de
kleinste coalitiepartij SPA, waarvan vakbondsleider Fred Derby de
eerste man is. Derby is de enige overlevende van de Decembermoorden en
vervolging van de affaire staat hoog op zijn agenda.
Zo raakte de zaak in een stroomversnelling. Er kwam ineens uitspraak in
de beklagprocedure: het hof beval het OM om tóch te vervolgen en
binnen enkele weken was een gerechtelijk vooronderzoek een feit. Een
speciaal politieteam is inmiddels aan de slag gegaan. Getuigen, vooral
nabestaanden van de slachtoffers, zijn gehoord. Het team gaat zich nu
concentreren op andere mensen die iets met de moorden te maken hebben
gehad: ondersteunend personeel van het Nationaal Leger, zoals
chauffeurs, lijfwachten en soldaten die in- of rond Fort Zeelandia
aanwezig waren, maar ook werknemers van het mortuarium of de
begraafplaatsen. Daarnaast moet er 'gewoon' recherchewerk worden
verricht. Veel tijd gaat bijvoorbeeld zitten in het natrekken van de
grote hoeveelheid aanvullende gegevens die de afgelopen weken zijn
binnengekomen. Zowel in Nederland als Suriname hebben zich mensen
gemeld die zeggen extra informatie over de Decembermoorden te hebben.
Ook wordt serieus bekeken of de graven van de vijftien slachtoffers
geopend moeten worden voor pathologisch anatomisch onderzoek. Aan
botoverblijfselen zou kunnen worden afgeleid of- en hoe er gemarteld
is. Met het openen van de graven kan bovendien het hardnekkige gerucht
worden gecontroleerd of sommige van de vijftien lijken na de
begrafenissen zouden zijn weggehaald om sporen uit te wissen.
Zo stil als het lange tijd rond de Decembermoorden was, zo veel
beroering brengt de affaire nu. Het onderzoek naar de dood van de
vijftien slachtoffers, die bijna zonder uitzondering belangrijke
posities in de kleine Surinaamse samenleving innamen, maakt veel los.
Het OM werkt met een eerste lijst met 33 verdachten. De belangrijkste
personen zijn de leden van de 'Groep van Zestien', de club sergeanten
die in 1980, onder leiding van Desi Bouterse, de macht overnam. De
Decembermoorden zouden vooral het werk zijn geweest van deze Groep van
Zestien. Bijna alle nog in leven zijnde 'bloedbroeders' zijn als
verdachte aangemerkt. Verder worden er vijf hoge (ex) militairen als
verdachte gezien, evenals een aantal handlangers en soldaten. Tot slot
bevat de lijst de namen van elf burgers. Zij worden wel gezien als de
'intellectuele daders'. Het gaat vooral om personen die destijds actief
waren in extreem-linkse partijen en waarvan sommigen in de regering-
Wijdenbosch nog een ministerspost bekleedden.
Maar de meeste aandacht gaat uiteraard naar Bouterse, de voormalige
bevelhebber, die meerdere malen publiekelijk de verantwoordelijkheid
voor de moorden heeft genomen. Onlangs zei hij echter dat hij tijdens
de gebeurtenis niet aanwezig was en ook geen opdracht tot de executies
gaf. Bouterses verklaring komt door tegengestelde verklaringen onder
druk te staan, óók van voormalige companen uit de Groep
van Zestien.
De volgende stap is of de Surinaamse justitie het aandurft de huidige
parlementariër te arresteren. Deze operatie is, vanwege de
gewapende lijfwachten van Bouterse, risicovol. Ook detentie is nog een
punt van zorg, omdat er twijfels heersen over de betrouwbaarheid van
het gevangenispersoneel. Werd enkele maanden geleden door nabestaanden
nog gehoopt op een vervolging in Nederland, paradoxaal genoeg zou een
actieve opstelling van het Nederlandse OM het Surinaamse onderzoek
nu juist bemoeilijken. Na een uitspraak van het Amsterdamse hof
is inmiddels ook hier een gerechtelijk vooronderzoek geopend. Zou het
tot concrete onderzoekshandelingen komen, dan kan dat Suriname in de
wielen rijden, onder meer omdat er dan geen wederzijdse rechtshulp
mogelijk is. Of het zo'n vaart loopt is trouwens de vraag. Veel
tijdsdruk zit er niet achter het Nederlandse onderzoek. Het hof heeft
geen termijn voor vervolging gesteld. Bovendien staat in de beschikking
expliciet dat de Nederlandse justitie pas op de plaats moet maken als
het Surinaamse strafproces daar aanleiding toe geeft. Voorlopig lijkt
die situatie aan de orde.