Vervolging Bouterse 'achtervang' Suriname
Justitie vervolgt Desi Bouterse
alsnog vanwege de 'Decembermoorden'. Suriname houdt hierbij nog het
voortouw.
Door onze redacteur JOOST ORANJE
AMSTERDAM, 21 NOV. Het heeft op het eerste gezicht iets wrangs. Net nu
Suriname, na een stilzwijgende worsteling van bijna achttien jaar,
concrete stappen neemt tegen de meest traumatische gebeurtenis uit haar
recente historie, komt het nieuws dat ook de Nederlandse justitie een
gerechtelijk vooronderzoek zal openen naar de 'Decembermoorden'.
Uitgerekend het land dat in 1982 het ingrijpende besluit nam de
ontwikkelingshulp stop te zetten, maar juridisch nooit iets ondernam
tegen de Decembermoorden, waarbij ook één Nederlander het
leven liet. Uitgerekend het land dat in december 1990 Desi Bouterse
ongemoeid liet toen hij via Schiphol naar Zwitserland en Ghana reisde
en, ondanks oproepen van nabestaanden, niet werd gearresteerd. Met het
bevel van het hof aan het openbaar ministerie om toch tot vervolging
over te gaan, is het voormalige moederland dus overstag. Maar dat komt
op een miraculeus moment. In Suriname zelf is er inmiddels een
gerechtelijk vooronderzoek gestart. Er is een lijst met 37 verdachten
opgesteld en er zijn, naar verluidt, nieuwe documenten, bandopnames en
getuigenissen boven water gekomen. Kortom: de zaak komt in Paramaribo
op stoom. Wat kan Nederlandse juridische actie daar op dit moment aan
toevoegen?
Het Amsterdamse gerechtshof is niet weggelopen voor die vraag en stelt
het punt van de 'opportuniteit van berechting' expliciet aan de orde in
haar beschikking. Het hof erkent dat vervolging "in beginsel een
verplichting is" voor Suriname. Een vervolging in Nederland kan
bovendien worden gestaakt als het Surinaams strafproces daar aanleiding
toe geeft. Maar tegelijkertijd laat het rechtscollege een vleugje
argwaan doorschemeren: als vervolging daar onverhoopt niet lukt, kunnen
we altijd nog verder in Nederland.
De beslissing van het hof moet in de praktijk dan ook vooral als een
soort 'achtervang' worden gezien voor de lopende gebeurtenissen in
Paramaribo. Niemand zal ontkennen dat het verantwoordings- en
verwerkingsproces van de Decembermoorden het best op z'n plek is in
Suriname zelf. Maar succes is niet gegarandeerd. Bouterse heeft alle
oproepen in het juridische traject om te getuigen tot nu toe genegeerd.
De voormalige bevelhebber, van wie bekend is dat hij zich omringt met
een groep fanatieke en gewapende aanhangers, zal zich niet zomaar
gewonnen geven. Een eventuele arrestatie en detentie zal risicovol
zijn. Daarnaast zal het vervolgingsproces extra spanningen geven omdat
het om meer mensen gaat dan Bouterse alleen. Niet voor niets voorspelde
de huidige parlementariër enkele weken geleden al dat een
rechtsgang over de Decembermoorden "een nieuwe nachtmerrie voor
Suriname" zou inluiden. De regering-Venetiaan staat voor de moeilijke
taak dit proces in goede banen leiden. Minister Gilds (Justitie) heeft
al gezegd dat internationale juridische en technische bijstand daarbij
gewenst is. Dat is dan ook een van de punten waar de kersverse adviseur
van de Surinaamse regering, strafpleiter G. Spong, zich mee bezig zal
gaan houden.
Bronnen binnen de Surinaamse regering bevestigen dat Paramaribo op dit
moment vooral behoefte heeft aan Nederlandse steun bij het onderzoek of
zelfs bij het oppakken van Bouterse, en minder aan een afzonderlijk
juridisch traject overzee.
Bovendien is het de vraag wat justitie hier eigenlijk concreet kan doen.
Een dossier over de Decembermoorden is nauwelijks aanwezig, veel
getuigen zitten in Suriname en wederzijdse rechtshulp is, met twee
lopende gerechtelijke vooronderzoeken, niet aan de orde. Binnenkort
zullen er een officier van justitie en een rechter-commissaris worden
benoemd, maar voorlopig lijken die weinig anders te kunnen doen dan de
kat uit de boom kijken.
Maar mocht het mis lopen, dan is vervolging in Nederland dus aan de
orde. In de uitgebreid gemotiveerde beschikking signaleert het hof
trouwens nog een addertje onder het gras. Weliswaar gaat het
rechtscollege ervan uit dat vervolging van Bouterse op grond van
misdaden tegen de menselijkheid uit volkenrechtelijk oogpunt opportuun
is, maar juridisch is deze zienswijze niet waterdicht. Een vervolging
vindt namelijk plaats op grond van het folterverdrag uit 1984, terwijl
de Decembermoorden in 1982 gepleegd zijn. "Niet is uit te sluiten dat
de strafrechter voor een meer beperkte uitleg zal kiezen", aldus de
beschikking. Maar het hof, dat zich uitgebreid liet adviseren door
hoogleraar volkenrecht prof. C. Dugard, gaat mee in "de meer
uitgebreide uitleg" en vindt dus wel dat Bouterse in Nederland kan
worden berecht.
Zo speelt Nederland, op de drempel van de viering van 25 jaar
onafhankelijkheid, toch nog een belangrijke rol in de verwerking van het
drama van de Decembermoorden. Met een, volgens nabestaanden
"hoopgevende stok achter de deur" Bovendien zijn, in de personen van
Spong en Bouterses raadsman A. Moszkowicz, twee van 's lands bekendste
strafpleiters betrokken. Maar het juridische tempo wordt, zoals Spong
het verwoordt, voorlopig bepaald door Suriname.