'Onthulling' Bouterse roept vragen op
De Surinaamse ex-legerleider
Bouterse heeft gesproken over de 'Decembermoorden'. Is zijn verhaal
geloofwaardig?
Door onze redacteur JOOST ORANJE
ROTTERDAM, 1 NOV. Achttien jaar sprak Desi Bouterse nauwelijks over een
van de meest traumatische gebeurtenissen uit de Surinaamse geschiedenis:
de 'Decembermoorden' uit 1982. En als hij het deed, dan klonk altijd
dezelfde boodschap: er was een coup aanstaande en daarom werden zestien
opposanten van het toenmalige 'Militair Gezag' opgepakt. Vijftien van
hen werden zonder enige vorm van proces doodgeschoten binnen de muren
van Fort Zeelandia. "Het was zij of wij, in tijd van nood handel je
onmiddellijk", aldus Bouterse in 1984.
De afgelopen weken wijzigde de huidige parlementariër zijn koers.
Onder druk van een juridisch onderzoek naar de Decembermoorden verkoos
Bouterse, nadat hij eerst geweigerd had een getuigenverklaring voor het
hof van justitie af te leggen, om met "onthullingen" gedetailleerd op de
gebeurtenis in te gaan.
De voormalige bevelhebber nam daarbij afstand van de officiele
verklaring die stelt dat de slachtoffers "op de vlucht zijn
neergeschoten". Bouterse had het nu steeds over "executies". Wel hield
hij de lezing over de vermeende coup overeind. Daarvoor is in
onderzoeken van de VN en de Organisatie van Amerikaanse Staten, maar
ook in het diplomatieke verkeer van de Nederlandse en Amerikaanse
ambassdes, overigens geen enkele aanwijzing te vinden. Bouterse kwam met
twee nieuwe punten: hij zou geen opdracht tot de moorden hebben gegeven,
noch tijdens de gebeurtenis in Fort Zeelandia aanwezig zijn geweest. Wie
de orders dan wel zou hebben verstrekt, bleef onduidelijk. Ook kwam geen
antwoord op de vraag hoe het kan dat Bouterse, die bekend stond als
gezaghebbend bevelhebber, het zo ver heeft kunnen laten komen. Duidelijk
is wel dat het Militair Gezag zich uiterst bedreigd voelde. Reden
daarvoor was de explosieve situatie die in Suriname was ontstaan na de
coup van 1980, gepleegd door een club sergeanten. Aanvankelijk kreeg
deze 'Groep van Zestien' nog het voordeel van de twijfel, maar al snel
bleek dat men het landsbestuur niet aankon. Het regime, dat pro
forma een Raad van Ministers met enkele burgers erin had
samengesteld, stond onder invloed van een aantal ultralinkse adviseurs
en vertoonde steeds meer dictatoriale trekjes. Daardoor werd de roep om
democratie steeds sterker en nam de sociale onrust toe. Begin december
voelden de militairen zich zo in het nauw gedreven dat ze besloten een
gevarieerde groep mensen uit de Surinaamse intelligentsia op te pakken.
Onder hen vakbondsleiders, journalisten en juristen. Bovendien werden
persgebouwen en het onderkomen van een vakbond in brand gestoken.
Bouterse had onbetwist de leiding over deze actie. Hij meldde de dag na
de arrestaties de Raad van Ministers dat er "een aantal
contrarevolutionairen" was opgepakt. Later op de avond, de arrestanten
zaten toen al uren gedetineerd in Fort Zeelandia, hield hij een tv-
toespraak waarin hij een aantal maatregelen afkondigde, waaronder
sluiting van scholen en een verschijningsverbod van diverse media.
Vlak daarna werd op tv een 'bekentenis' vertoond: de zwaar gehavende
journalist J. Slagveer vertelde, duidelijk mishandeld en onder druk, dat
er een coup aanstaande was. Ook zijn collega A. Kamperveen gaf op de
radio een 'vrijwillige verklaring'. Over zijn betrokkenheid bij deze
'bekentenissen' heeft Bouterse niets gezegd. Wel stelt hij dat er die
avond, in zijn afwezigheid, "waarschijnlijk zaken uit de hand zijn
gelopen" en de arrestanten zijn vermoord. Zelf heeft hij vakbondsleider
Fred Derby van de dood kunnen redden. Het is dezelfde Derby die er nu
door Bouterse van beschuldigd wordt dat hij een "spion" was die de
verhalen over de coup aan de militairen zou hebben doorgegeven, een
verhaal dat Derby gisteren op een persconferentie met klem ontkende. Wel
gaf hij aan dat hij ervan overtuigd is dat Bouterse al die tijd in Fort
Zeelandia is geweest. Overigens zijn er geen betrouwbare getuigenissen
die bevestigen dat de bevelhebber zelf gemoord zou hebben. Ook Derby
heeft zich daar nooit over uitgelaten. Wel zegt hij gesproken te hebben
met Paul Bhagwandas, die gezien wordt als 'de beul' van het gebeuren en
enkele jaren geleden overleed.
Bouterse's 'onthullingen' leveren vooral nieuwe vragen op. Waarom zou de
ex-legerleider in de gespannen situatie van 8 december 1982 het Fort
verlaten hebben? Waarom mocht er geen sectie worden verricht en kon het
lichaam van F. Wijngaarde, het enige slachtoffer met de Nederlandse
nationaliteit, niet naar Nederland worden overgebracht? De vragen gaan
trouwens verder dan alleen de figuur van Bouterse: Wat was bijvoorbeeld
de rol van een aantal linkse burgeradviseurs, die ook wel de
'intellectuele daders' worden genoemd? Inmiddels loopt de spanning op.
Bouterse heeft gedreigd dat "een onderzoek een erge nachtmerrie kan
worden". President Venetiaan speculeerde dit weekeinde openlijk op het
feit dat Bouterse "criminele activiteiten" in de zin zou hebben om dat
onderzoek te frustreren. Zo worstelt Suriname met wat wel 'een
collectief trauma' is genoemd, maar waarover veel Surinamers zeggen dat
het óók een noodzakelijk reinigingsproces betreft.