Garnalen uit Guyana en Suriname
Garnalenverwerker Heiploeg in
het Groningse Zoutkamp kocht onlangs twee fabrieken op in Suriname en
Brits Guyana om zich te verzekeren van de aanvoer van 'seabob'.
Door onze correspondent KARIN DE MIK
ZOUTKAMP, 10 OKT. Zwart van de mensen stond het vorig jaar voor de
nieuwe fabriek van garnalenverwerker Heiploeg. In het grote waterbassin,
waarin de poten van het pand rusten, stonden tientallen vogelaars door
verrekijkers naar een watervogel te turen. "Welke weet ik niet meer,
maar het was een zeldzaam exemplaar", herinnert directeur Hendrik
Nienhuis zich. In het kleine meertje vangt het bedrijf zijn eigen
gezuiverd afvalwater op. "Het is twintig keer zo schoon als in de
sloten, alleen iets zouter. Zo zout als in de Waddenzee. Die zeevogels
hadden dat snel door."
Heiploeg opende vorig jaar een nieuw bedrijfspand (investering 85
miljoen gulden) in het oude Groningse vissersdorp. Zo kwam een eind aan
de verspreid liggende locaties in Lauwersoog en Zoutkamp. De fabriek
(25.000 vierkante meter) is een van de modernste in zijn soort in
Europa, vertelt Nienhuis. Het lijkt eerder een bankgebouw dan een
visverwerkingsfabriek: een hoge vide, grote lampen, aluminium trappen,
ruime kantoorruimtes met hoge glazen ramen. Tegenover de ingang, direct
in het zicht, staan achter glas de controleurs van het laboratorium in
witte jassen. In het hele verwerkingsproces raakt geen medewerker een
garnaal met de blote hand aan. De tropische garnalen (12.000 ton per
jaar) worden rauw en gepeld aangevoerd uit het Verre Oosten en in
Zoutkamp ontdooid, gekookt en opnieuw ingevroren. De Noordzeegarnalen,
15.000 ton per jaar, worden al aan boord van de garnalenkotters
gekookt. Heiploeg vervoert ze naar Marokko om ze daar te laten pellen.
De garnalen zijn, in de gekoelde trucks, binnen een week uit en thuis.
Ondanks de afstand - voor Heiploeg rijden veertig vrachtwagens garnalen
door heel Europa - is dat goedkoper dan pellen in Nederland. Een
Marokkaanse pelster pelt 60 kilo garnalen per maand. Nienhuis: "Dat
kost ons 450 gulden. In Nederland zijn we dan inclusief sociale lasten
3.000 gulden kwijt." Volgens Nienhuis valt er voor garnalenpellen in ons
land overigens nauwelijks iemand te krijgen. Bovendien is het
thuispellen tien jaar geleden uit oogpunt van hygiëne verboden.
"En een goede pelmachine is er nog steeds niet. Daar wachten we op,
maar de markt ervoor is te klein. Al zijn er wel een paar uitvinders
mee bezig."
Heiploeg (200 werknemers) verwerkt 90 procent van zijn garnalen voor de
'versmarkt' (in plaats van diepvries) en is daarmee een van de grootste
van Europa. De garnalen worden alleen in Europa afgezet, voor 60
procent in België. Onlangs nam Heiploeg twee bedrijven in Suriname
en Brits Guyana over, die jaarlijks 7.000 ton 'seabobs' verwerken. Deze
grote rose warmwatergarnaal is voor 80 procent bestemd voor de
Amerikaanse markt; de rest gaat naar Europa. De twee Zuid-Amerikaanse
bedrijven (samen honderd werknemers) waren interessant voor Heiploeg
omdat het bedrijf daardoor zijn afhankelijkheid van de aanvoer van
tropische warmwatergarnalen uit Zuidoost-Azië vermindert. Heiploeg
verwerkt in fabrieken in Zoutkamp en Oostende jaarlijks 20.000 ton
warmwatergarnalen uit onder meer Pakistan, India en Vietnam. "Maar bij
een overstroming daar loopt de aanvoer gevaar."
Heiploeg is van oorsprong een familiebedrijf, voortgekomen uit een fusie
in de jaren zestig tussen de bedrijven van de families Heidema en Van
der Ploeg. De Groningse garnalenverwerker maakt een snelle groei door.
Vorig jaar bedroeg de omzet nog 250 miljoen gulden. Nu ligt die tussen
de 700 en 800 miljoen. De groei werd gerealiseerd door overnames, maar
was ook voor een deel autonoom, zegt Nienhuis.
Vorig jaar nam Heiploeg een garnalenbedrijf in het Belgische Oostende
over. Anderhalf jaar geleden collega Goldfish in Volendam, een Duits
bedrijf in Büsum en een kokkelbedrijf in Yerseke. "De vraag van de
consument naar vis en dus ook garnalen neemt toe. Vis is gezond, je
wordt er niet dik van", verklaart Nienhuis de omzetgroei.
Door de groeiende welvaart worden er steeds meer garnalen, een
luxeproduct, gegeten, weet de directeur. Toen de supermarkten drie jaar
geleden de schaaldiertjes in hun koeling legden, stapte de consument
over van de diepvries- op de verse garnaal.
Nienhuis werkt al 41 jaar bij Heiploeg. Hij begon als jongste bediende
en heeft nu, samen met collega Simon Lenger, 30 procent van de aandelen
in handen. De overige 70 procent is sinds kort in handen van de
Zwitserse bank UBS, die haar portefeuille wilde versterken in de
voedingsmiddelensector. Nienhuis rekent de komende vijf jaar op een
groei van 5 10 procent. Een voordeel is dat er vrijwel zeker geen
vangstbeperking wordt ingesteld. "Er is geen biologische noodzaak voor
een quotum. De natuur produceert meer garnalen dan vissers kunnen
vangen."