|
Spontane kleren, met liefde gemaakt
EDITH SCHOOTS
Zijn zwarte handen spelen bedachtzaam met een lapje
zilverlamé.
,,Typisch een Paco-Rabanne-stofje'', zegt de half-Senegalese,
half-Malinese
ontwerper Lamine Kouyate. ,,Dat ga ik ook gebruiken, maar dan in goud,
en de
jurken verkoop ik aan Arabische prinsessen, want ik heb geld nodig.''
Kouyates lippen krullen tot een brede grijns. Only joking. Dat is
wel het
laatste wat hij wil, kostbare mode maken voor de bevoorrechten der
aarde.
Prince of Pieces wordt hij genoemd. Omdat Lamine Kouyate (33) nieuwe
kleren
maakt van oude. Zo is hij althans begonnen, toen hij zeven jaar geleden
zijn
architectuurstudie opgaf en in een oud Parijs ziekenhuis de Funkin
Fashion
Factory oprichtte. Met vrolijke patchwork-jurken, jassen en broeken van
stukgeknipte en weer in elkaar gezette vlooienmarktkleren veroverde de
ontwerper eerst jong Parijs, en vervolgens de rest van de wereld.
Zijn label Xuly Bët (spreek uit hoolie but) wordt nu verkocht in
Europa, de Verenigde Staten, Japan, Hongkong, en een klein beetje in
Afrika.
Sinds deze week is de Xuly Bët-collectie ook in Nederland
verkrijgbaar,
bij 'Housewifes on Fire and Mollycoddled Husbands', een trendy modezaak
in
Amsterdam die Afiza Ghazlan-Smith uit Londen vijf maanden geleden
opende.
Kouyate kwam de spullen zelf afleveren, en gaf enige toelichting. ,,Nu
kan ik
natuurlijk geen volledige collecties meer maken met
vlooienmarktstoffen'',
erkent hij. Al heeft hij voor de nieuwe zomercollectie nog een partij
onverkochte witte overhemden verwerkt tot jurkjes - '100 % recycled by
Xuly
Bët' zegt een opvallend aan de buitenkant ingenaaid etiket. Maar le
pape
de la récup (recuperer = recycling) koopt de vele benodigde
meters
superstretchstoffen nu gewoon in bij (sportkleding)fabrikanten en maakt
daarvan
tubejurken, korte jackjes met opstaande boordjes en strakke topjes en
leggings.
Het recycle-verhaal is dus een beetje dun geworden, maar betaalbaar wil
Kouyate
blijven. De met langharig nepbont gevoerde gewatteerde jassen en de
jassen van
vilt kosten circa 400 gulden, de door Kouyate ontworpen plateau-slippers
van
Puma - die een stuk prettiger lopen dan je afgaand op de hoogte zou
verwachten
- kosten 149 gulden. Xuly Bët is met zichtbare naden,
binnenstebuiten
gekeerde stoffen en grappen als stretch-topjes die gemaakt blijken te
zijn van
panty's, pretentielozer dan de deconstructie-mode van enkele jaren
geleden, en
vrolijker en onbezorgder dan de gewild-slonzige grunge.
Kouyate: ,,Iedereen wil er weer zo graag een stempel op zetten, ze doen
maar.
Xuly Bët is een ecclectische mix van ouderwets en futuristisch, van
nieuwe
stoffen en oude kleren, van Europese en Afrikaanse invloeden. Het zijn
spontane kleren, met liefde gemaakt, ze stralen energie uit, ze zitten
lekker,
je kunt ze aan twee kanten aan, en wie het draagt laat zien dat hij een
vrije
geest heeft, dat hij open staat voor andere culturen. Daarom denk ik
dat ik in
Amsterdam wel goed zal verkopen.
,,Wat Afrikaans is aan Xuly Bët? Ikzelf. Alles. Niets.'' En dan
fel:
,,Afrika wordt hier gezien als een donkere vlek op de kaart waar alleen
maar
slechte dingen vandaan komen.'' Maar Africa is moving, Afrikaanse
jongeren
staan open voor de wereld, en ze hebben grote aspiraties. Daarom maakt
Kouyate
- als succesvol mode-ontwerper uitgegroeid tot een boegbeeld - T-shirts
voor de
tournee van de Nigeriaanse muzikant Keziah Jones en jurken voor het
Afrodizzia
festival in Parijs. Daarom zijn bijna alle modellen bij
défilés
van Xuly Bët zwart. Daarom maakt hij bodywarmers van handgeweven
Senegalese katoen en daarom schakelt hij zijn tantes in Mali in om tie &
dye
stoffen te maken voor de nieuwe wintercollectie. Er komen mooie dingen
uit
Afrika, en 't wordt tijd dat dat gezien wordt.
Xuly Bët, zegt Kouyate, is Senegalees voor 'houd je ogen wijdopen'
en ook
'laat je niet misleiden door uiterlijkheden'. Wat niet wegneemt dat
Kouyate
kleren wil maken waar vrouwen en meisjes zich mooi in voelen, alleen
,,mooi
heeft meer te maken met je goed voelen dan met een perfect lijf''.
,,Claudia
Schiffer vind ik saai en vervelend. Het gaat erom dat je je comfortabel
en
vrij voelt in kleren, het gaat niet om showing off.'' En er is maar
één manier om er over te schrijven, vindt de ontwerper:
,,Aantrekken! Probeer dit, en dit, en dit nog, ja er gewoon overheen,
waarom
niet.'' Het zit strak als een tweede huid, maar ademen en bewegen is geen
probleem. Het nepbont is weldadig zacht en warm, en feestelijk geel.
Kouyate
staat er zelfbewust bij te lachen. ,,Tight & funkin'', zoals hij 't
bedoeld
heeft.
Een Afrikaan in Parijs die roept dat mode uit de mode is en ondertussen
hebberig
makende (en veel nagemaakte) kleren maakt voor een fractie van de prijs
die
gevestigde onwerpers vragen - dat ziet de kwijnende Franse
mode-industrie met
lede ogen aan. Die hoopt dat Xuly Bët een hype is die zichzelf
voorbij
loopt. Dat de jonge cliëntèle, snel verveeld, morgen weer
iets
anders wil. Zelf maakt hij zich daarover niet druk. ,,Ik behoor alweer
tot het
establishment, zegt Kouyate. ,,En op een dag zal wat ik maak ook weer
ouderwets
en achterhaald zijn. Er staan al weer nieuwe ontwerpers te dringen -
maar dat
is niet erg, dat is precies zoals het hoort te gaan.''
(Uit NRC HANDELSBLAD van maandag 4 maart
1996)
MODE
|
|