NEW AGE
![]() |
![]() |
![]() Voorpagina Supplement |
![]() |
![]() Vibrerend naar de toekomstSjoerd de JongVreemden zijn niet welkom in Canyon Lake, Californië. Deze welvarende gemeenschap van 13.000 inwoners, ten zuiden van het nog rijkere Palm Springs, is een idyllische gemeenschap in het groen, en geldt als de grootste particuliere stad van de Verenigde Staten. De burgers stellen er volgens een verslag in de New York Tis hun eigen wetten en regels (geen jet-ski's op het meer, geen roestige auto's op straat), heffen hun eigen belastingen en bemoeien zich zo min mogelijk met de boze buitenwereld. Canyon Lake maakt eigenlijk geen deel meer uit van dezelfde openbare ruimte als de rest van het land, stelde de krant vast. Een nieuw toekomstbeeld voor Amerika, althans voor het meer welgestelde deel ervan? De ongekende populariteit vanen ogenschijnlijk flodderig Amerikaans New Age-boek doet vermoeden van wel. Volgens James Redfield, in The Celestine Prophecy, zullen eeds meer spiritueel ingewijde personen nog deze eeuw op hun eigen goddelijke energie gaan vibreren en uiteindelijk zo'n hoog 'trillingsgetal' bereiken dat ze onzichtbaar worden voor hun medemensen. Hele groepen mensen zullen zo letterlijk van de aardbodem verdwijnen. En niet meer terugmen, want: ,,Het vermogen om de onzichtbaarheidsfrequentie te bereiken betekent overschrijding van de barrière tussen dit leven en de andere wereld''. De rest, die daar nog niet aan toe is, zal in een aards paradijs leven, een smetteloze wereld met heilige plaatsen in de natuur maar ook geautomatiseerde stedelijke centra waar groene technologie voor de eerste levensbehoeften zorgt, en waar de mensen voldoende tijd over houden om zich te wijden aan het verder verhogen van hun trillingsgetal - anders komt het er natuurlijk nooit van. Bestseller
Hoe valt dit succes te begrijpen? Natuurlijk borrelt er, zoals commentatoren niet moe worden te onderstrepen, een grote spirituele behoefte in de 'kille' westerse wereld - maar dan nog. We hebben toch de Bijl? Bovendien, het verhaal van De Celestijnse Belofte is zo dun dat het verbaast dat de pagina's niet al bij eerste lezing uit de kaft fladderen. Het gaat in grote lijnen zo: een anonieme New Age-Amerikaan (man, waarschijnlijk Kaukasisch, overige kenmerken onbekend) raakt bij toeval op het spoor van een in Peru opgedoken Maya-manuscript dat negen cruciale spirituele inzichten zou bevatten over de zin van het leven en de nakende spirituele renaissance van de mensheid. Als klap op de vuurpijl zou dit geheimzinnige manuscript zijn geschreven in het Aramees, de taal van Jezus. De ik-figuur - laten we hem 'man' blijven noemen - reist naar Peru, waar hij wederom bij toeval over het ene na het andere inzicht struikelt. De plaatselijke autoriteiten proberen publikatie van het zaligmakende geschrift, kennelijk om machtspolitieke redenen, te frustreren, maar uiteindelijk slaagt 'man' erin ingewijd te worden in alle inzichten, ook het negende, dat een rozig ochtendgloren beschrijft voor een totaal gespiritualiseerde mensheid. Tegen het eind van het boek komt 'man' er achter dat er ook een tiende inzicht bestaat, maar wie daar iets over wil opsteken wordt verwezen naar het - uiteraard binnenkort te verschijnen - vervolg op Redfields bestseller. Inmiddels is al wel Het Celestijnse Werkboek verschenen, e praktische non-fictie handleiding met oefeningen voor individuen en groepjes die De Celestijnse Belofte in de praktijk willen brengen. Voorts zijn voor 29,95 dollar een begeleidende nieuwsbrief en voor 49,95 dollar een aanvullende meditatie-cassette verkrijgbaar. Zijn boek is volgens auteur Redfield een 'spiritueel avontuur', maar het eerste wat na lezing van een paar pagina's opvalt, is het onthutsende gebrek aan verbeeldingskracht van de schrijver. Hoofdpersoon 'man' - een zelfportret van de auteur? - bestaat uit holle woorden en mist, alle andere karakters zijn volkomen uitwisselbaar in hun platheid. De omgeving is van bordkarton, de natuurbeschrijvingen zijn zo pover dat ze pijn doen aan je ogen. En wat de handeling betreft: die hangt aan elkaar van spiritueel aangestuurde toevalligheden, een kernpunt van Redfields 'filosofie'. Kortom, dit boek is helemaal geen roman, zelfs geen avonturenverhaal, maar eerder een spiritueel doktersromannetje, een dromerig schimmenspel dat nergens een appèl doet op het inlevingsvermogen van de lezer. Gedroomde duif
De andere 'inzichten' bestaan voornamelijk uit bijgelovige praatjes over de geschiedenis van godsdienst, wetenschap en thniek, platitudes over menselijke relaties en, ten slotte, een metafysica die draait om het idee dat 'alles bestaat uit energie'. Dat hier voor de zoveelste keer de relativiteitstheorie en quantummechanica in handen vallen van een naar het hogere hongerende Californiër, hoeft niet te verbazen. We zijn wel wat gewend op dat front, na The Tao of Physics van Fritjof Capra. Supermensen
Daar zijn meer argumenten voor te geven: zo doet De Celestijnse Belofte een beroep op een aantal typische middenklasse-waarden. Een hoger trillingsgetal is namelijk niet zomaar voor iedereen weggelegd, je moet ervoor werken, zij het aan jezelf. Een liberale verdienste-moraal die Redfield koppelt aan het kenmerkende vooruitgangs-geloof: hoe harder je werkt, hoe verder je komt. Veelzeggend is ook dat ieder zondebesef of notie van het Kwaad in het boek ontbreekt. Je wordt nergens op afgerekend; wie zijn best doet met trillen krijgt direct een kosmische free lunch, en de luiere helft van de mensheid verdwijnt gewoon wat later, als ze eraan toe zijn. Een spirituele rekolonisering van de burger, na het wegvallen van de traditionele autoriteiten in de jaren zestig. Tips
Nog iets anders, dat de populariteit van deze boeken misschien kan verklaren. Het Werkboek bestaat uit meditatieve tips, concentratie-oefeningen en wat meer filosofisch getinte toelichtingen op de negen inzichten. Waarschijnlijk vormt het 'werken' met dit boek en het uitwisselen van ervaringen voor Redfields doelgroep een mooi en verantwoord gezelschapsspel voor het hele gezin ('hoeveel inzichten heb jij al?') - en dus voor het eerst sinds de 'gezellige' jaren vijftig een harmonieus televisie-substituut. Op zichzelf al een spirituele belevenis van de eerste orde. Dat zou de ernst van een en ander overigens ook relativeren: een avondje puzzelen met Redfield hoeft nog niet te betekenen dat je ècht gelooft dat de buren waar je altijd jaloers op was, eigenlijk niet zijn verhuisd maar dankzij hun hogere trillingsgetal - de bofkonten! - al in de stratosfeer zijn verdwenen. Rest de vraag, waarom Redfields boek zo slecht is geschreven. Ook dat laat zich verklaren. Juist de vlakke en ongenspireerde toon, en de vage grens tussen fictie en non-fictie, maken het werk voor 'spiritueel hoopvollen' waarschijnlijk herkenbaar. Dat het zo krukkig is geschreven, zou dan alleen maar aannemelijker maken dat het best eens, op een of ander niet-materieel niveau, wáár kan zijn. De lezer moet het maar aan den lijve ondervinden, in zijn eigen - evenmin mooie - leven. Redfield kon het zich derhalve, wilde hij succes hebben, niet permitteren een goed boek te schrijven, net zomin als zijn voorloper Carlos Castaneda, die in de jaren zeventig furore maakte met (naar later bleek fictieve) verslagen van een spiritue speurtocht in de Mexicaanse woestijn. Diens Lessen van Don Juan was even slecht geschreven als Redfields Celestijnse Belofte. Even ongeloofwaardig - en even succesvol. Toeval?
JAMES REDFIELD en CAROL ADRIENNE: Het Celestijnse Werkboek
248 blz., De Boekerij 1995, vert. Jaap van Spanje (The Celestine
Prophecy, An ExperimentalGuide 1995), ƒ 29,90
(Uit NRC HANDELSBLAD |
![]() |
NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (23 maart 1996 / web@nrc.nl) |