'Niet aftreden maar optreden'
De betrokken bewindslieden
gingen door het stof bij de discussie over de vuurwerkramp in Enschede,
maar stapten niet op. Enkele citaten.
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 26 APRIL. De acht ministers en staatssecretarissen die zich
deze week in de Tweede Kamer verantwoorden voor het falend
overheidsoptreden voorafgaand aan de vuurwerkramp in Enschede hebben hun
misstappen royaal toegegeven. Er was gebrek aan goede regelgeving, het
ontbrak aan adequate controle en er was geen sprake van samenwerking op
het niveau van de rijksoverheid. Dat is voor het kabinet geen reden om
af te treden, stelden de bewindslieden. De belangrijkste taak is nu,
volgens hen, het vertrouwen van burger en politiek terug te winnen. Hun
boodschap: "Niet aftreden maar optreden."
Minister De Vries (Binnenlandse Zaken, PvdA): "Mijn pleidooi is om
verantwoording af te leggen. Dat is het hart van de democratie. Ik kan
mij voorstellen dat iemand zegt weg te gaan als er zaken zijn die hem of
haar persoonlijk aankleven, die met politiek weinig te maken hebben,
maar die schade aan het ambt toebrengen. Zodra het om politieke zaken
gaat, zaken die met verantwoording te maken hebben, berhoort men het
gesprek met het parlement aan te gaan. Aan het eind van de discussie
worden conclusies getrokken en die kunnen ook te maken hebben met de
vetrouwensregel. Het staat buiten kijf dat de Kamer dit moet beoordelen.
Ik geloof dat het absoluut geen enkele zin zou hebben als ik zou stoppen
met het werk aan de agenda waarmee ik nu een jaar bezig ben".
Minister De Grave (Defensie,VVD): "Ik ben voor mezelf tot de conclusie
gekomen dat het vertrouwen alleen kan worden hersteld door beleid,
maatregelen en inzet. Met alles wat ik in me heb wil ik ertoe bijdragen
dat de lessen van Enschede niet worden vergeten. Ik ben voor honderd
procent gemotiveerd om alles in te zetten om het geschonden vertrouwen
te herstellen"
Tweede-Kamerlid Poppe (SP): "Toch heb ik groot respect voor de twee
wethouders in Enschede die zijn afgetreden."
Minister De Vries: "Ik vind dat het anders moet. Het is heel belangrijk
in het staatsrecht, dat ik nog wel eens beoefend heb, de zingeving goed
in de gaten te houden. Het zou nu geen zin hebben om het bijltje erbij
neer te gooien."
Minister Pronk (VROM, PvdA): "Ik leg verantwoording af, omdat ik
verantwoordelijkheid draag. Ik heb die verantwoording genomen in de
afgelopen jaren en ik ben van mening dat ik uw vertrouwen waard ben. Er
is veel vooruitgang geboekt. Dat dient reden voor u te zijn om uw
vertrouwen in mij uit te spreken. De hoofdtaak voor 2001 is herstel van
vertrouwen van burgers in de overheid. Ik ben niet van mening dat dat
vertrouwen pas kan worden hersteld door middel van genoegdoening in de
vorm van aftreden van bepaalde bewindspersonen".
Staatssecretaris Van Hoof (Defensie, VVD): "We kunnen alleen het
vertrouwen herwinnen door verder te regeren. We zijn het aan de
slachtoffers van Enschede verschuldigd de lessen van de ramp niet te
vergeten en daar iets mee te doen. Met verklaringen geef je niet
afdoende antwoord op de vraag die bij veel slachtoffers en ook bij de
Kamer leeft, hoe het mogelijk was dat dit allemaal kon gebeuren.
Eigenlijk past bij die vraag bescheidenheid en misschien moet ik zeggen
nederigheid. Tegenover de Kamer en alle betrokkenen in Enschede kan ik
alleen maar herhalen dat het belangrijk was en is om er alles aan te
doen dat dergelijke situaties niet meer ontstaan. Er is mij alles aan
gelegen om datgene te realiseren wat nodig is voor het beter
functioneren van defensie en de maatschappij"
Tweede-Kamerlid Scheltema-de Nie (D66): "Acht u het mogelijk dat de
maatschappelijke verstoring van de orde door de ramp zó groot is
geweest dat het u verstandig lijkt het ambt niet langer te vervullen? Ik
zou er begrip voor hebben als een van de bewindslieden tot de conclusie
was gekomen dat hij moet opstappen. De bewindslieden zijn diep door het
stof gegaan. Dat is het minste wat zij konden doen. Maar is dit genoeg?
Kan het vertrouwen worden hersteld of moeten er meer dingen worden
verbonden aan falen en feilen van de ministeries ? Natuurlijk, er zou
door het opstappen van bewindslieden of het indienen van een motie
daartoe iets worden geofferd. Maar wij zien nu onvoldoende argumenten om
het vertrouwen in de bewindslieden op te zeggen."