U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Ramp Enschede

Nieuws

Logboek

Onderzoek

Feiten

Slachtoffers

S.E. Fireworks

Vuurwerk en veiligheid

Reageer

Links

'Niet aftreden maar optreden'


De betrokken bewindslieden gingen door het stof bij de discussie over de vuurwerkramp in Enschede, maar stapten niet op. Enkele citaten.

Door een onzer redacteuren

DEN HAAG, 26 APRIL. De acht ministers en staatssecretarissen die zich deze week in de Tweede Kamer verantwoorden voor het falend overheidsoptreden voorafgaand aan de vuurwerkramp in Enschede hebben hun misstappen royaal toegegeven. Er was gebrek aan goede regelgeving, het ontbrak aan adequate controle en er was geen sprake van samenwerking op het niveau van de rijksoverheid. Dat is voor het kabinet geen reden om af te treden, stelden de bewindslieden. De belangrijkste taak is nu, volgens hen, het vertrouwen van burger en politiek terug te winnen. Hun boodschap: "Niet aftreden maar optreden."

Minister De Vries (Binnenlandse Zaken, PvdA): "Mijn pleidooi is om verantwoording af te leggen. Dat is het hart van de democratie. Ik kan mij voorstellen dat iemand zegt weg te gaan als er zaken zijn die hem of haar persoonlijk aankleven, die met politiek weinig te maken hebben, maar die schade aan het ambt toebrengen. Zodra het om politieke zaken gaat, zaken die met verantwoording te maken hebben, berhoort men het gesprek met het parlement aan te gaan. Aan het eind van de discussie worden conclusies getrokken en die kunnen ook te maken hebben met de vetrouwensregel. Het staat buiten kijf dat de Kamer dit moet beoordelen. Ik geloof dat het absoluut geen enkele zin zou hebben als ik zou stoppen met het werk aan de agenda waarmee ik nu een jaar bezig ben".

Minister De Grave (Defensie,VVD): "Ik ben voor mezelf tot de conclusie gekomen dat het vertrouwen alleen kan worden hersteld door beleid, maatregelen en inzet. Met alles wat ik in me heb wil ik ertoe bijdragen dat de lessen van Enschede niet worden vergeten. Ik ben voor honderd procent gemotiveerd om alles in te zetten om het geschonden vertrouwen te herstellen"

Tweede-Kamerlid Poppe (SP): "Toch heb ik groot respect voor de twee wethouders in Enschede die zijn afgetreden."

Minister De Vries: "Ik vind dat het anders moet. Het is heel belangrijk in het staatsrecht, dat ik nog wel eens beoefend heb, de zingeving goed in de gaten te houden. Het zou nu geen zin hebben om het bijltje erbij neer te gooien."

Minister Pronk (VROM, PvdA): "Ik leg verantwoording af, omdat ik verantwoordelijkheid draag. Ik heb die verantwoording genomen in de afgelopen jaren en ik ben van mening dat ik uw vertrouwen waard ben. Er is veel vooruitgang geboekt. Dat dient reden voor u te zijn om uw vertrouwen in mij uit te spreken. De hoofdtaak voor 2001 is herstel van vertrouwen van burgers in de overheid. Ik ben niet van mening dat dat vertrouwen pas kan worden hersteld door middel van genoegdoening in de vorm van aftreden van bepaalde bewindspersonen".

Staatssecretaris Van Hoof (Defensie, VVD): "We kunnen alleen het vertrouwen herwinnen door verder te regeren. We zijn het aan de slachtoffers van Enschede verschuldigd de lessen van de ramp niet te vergeten en daar iets mee te doen. Met verklaringen geef je niet afdoende antwoord op de vraag die bij veel slachtoffers en ook bij de Kamer leeft, hoe het mogelijk was dat dit allemaal kon gebeuren. Eigenlijk past bij die vraag bescheidenheid en misschien moet ik zeggen nederigheid. Tegenover de Kamer en alle betrokkenen in Enschede kan ik alleen maar herhalen dat het belangrijk was en is om er alles aan te doen dat dergelijke situaties niet meer ontstaan. Er is mij alles aan gelegen om datgene te realiseren wat nodig is voor het beter functioneren van defensie en de maatschappij"

Tweede-Kamerlid Scheltema-de Nie (D66): "Acht u het mogelijk dat de maatschappelijke verstoring van de orde door de ramp zó groot is geweest dat het u verstandig lijkt het ambt niet langer te vervullen? Ik zou er begrip voor hebben als een van de bewindslieden tot de conclusie was gekomen dat hij moet opstappen. De bewindslieden zijn diep door het stof gegaan. Dat is het minste wat zij konden doen. Maar is dit genoeg? Kan het vertrouwen worden hersteld of moeten er meer dingen worden verbonden aan falen en feilen van de ministeries ? Natuurlijk, er zou door het opstappen van bewindslieden of het indienen van een motie daartoe iets worden geofferd. Maar wij zien nu onvoldoende argumenten om het vertrouwen in de bewindslieden op te zeggen."

NRC Webpagina's
26 april 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad