Dossier Ramp Enschede

Nieuws

Logboek

Onderzoek

Feiten

Slachtoffers

S.E. Fireworks

Vuurwerk en veiligheid

Reageer

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 30 MAART. Burgemeester J. Mans en wethouder E.Koopmans (ruimtelijke ordening en milieu) van Enschede hadden voor de vuurwerkramp van 13 mei 2000 nog nooit van het bedrijf S.E. Fireworks gehoord. Dat bleek gisteren tijdens verhoren door de rechter-commissaris voor de rechtbank van Den Haag.

De twee werden gehoord op verzoek van letselschade-advocaten, die een civielrechtelijke procedure tegen de overheid voorbereiden. Zowel Mans als Koopmans, die onlangs aftrad na kritiek van de commissie-Oosting, bevestigde tijdens het verhoor dat er voor de ramp bij de overheid nauwelijks besef was van de gevaren van (professioneel) vuurwerk. "Ik wist niet dat vuurwerk zulke nare gevolgen kon hebben", zei Koopmans. Geen van de twee bestuurders zei voor de ramp iets te hebben geweten van de vuurwerkramp in Culemborg in 1991, waarbij twee mensen om het leven kwamen. "Zoals gezegd, vuurwerk was geen item", zei Mans.

Burgemeester Mans bevestigde in 1998 het zogenoemde AVIV-rapport in ontvangst te hebben genomen, een inventarisatie van zogenaamde 'risico- objecten' in de provincie Overijssel. Hoewel Mans zei het rapport te hebben "ingekeken" was de naam S.E. Fireworks hem niet opgevallen. "Het rapport was nogal technisch en daarom moeilijk te lezen." Evenmin zei Mans een brief te hebben ontvangen van het landmachtbureau MILAN uit hetzelfde jaar, waarin negen overtredingen van de milieuvergunning door S.E. Fireworks werden gemeld. Deze brief was gericht aan het college van B en W, 'ter attentie van' milieuambtenaar Ten Bosch. Volgens Mans was het standaard dat hij dergelijke brieven niet zelf onder ogen kreeg.