Enschede na de ramp
DE GEMEENTERAAD van Enschede
heeft gesproken. Daarmee is op het lokale vlak de vuurwerkramp van mei
vorig jaar politiek afgehandeld.
Er was berouw en er waren de lessen voor de toekomst. Door alles heen speelde de vraag over de politieke
consequenties. Het rapport van de onderzoekscommissie-Oosting dat begin
deze maand verscheen, wees vele verantwoordelijken aan voor de ramp die
een woonwijk wegvaagde, 22 mensen het leven kostte en voor 950 gewonden
zorgde. De commissie sprak de gemeente Enschede aan op de
vergunningverlening aan het bedrijf SE Fireworks waar, aldus het
onderzoeksrapport, sprake is geweest van een reeks tekortkomingen. Ook
was er kritiek op het optreden van de gemeente tijdens de ramp. Er
hadden zich in de coördinatie en samenwerking tussen de
verschillende diensten op een aantal punten problemen voorgedaan.
De ramp heeft laten zien waartoe laks overheidsoptreden kan leiden. Dat
er niets zou zijn gebeurd als de betrokken vuurwerkonderneming zich aan
de regels had gehouden, doet hier niet aan af. De kettingreactie die
door de brand in een van de gebouwen van het bedrijf werd veroorzaakt,
kon ontstaan als gevolg van de zwakke schakels die de gemeente bekend
waren. De logische en onvermijdelijke reactie van het gemeentebestuur
van Enschede is dan ook dat die zwakke schakels worden aangepakt.
Burgemeester Mans van Enschede maakte gisteren in de vergadering van de
gemeenteraad duidelijk dat dit zal moeten leiden tot een optredende in
plaats van een terugtredende overheid. Voorts zal veel meer dan voorheen
bij de vergunningverlening expliciet aandacht worden geschonken aan het
veiligheidsaspect.
HET ZIJN VOORNEMENS waar niemand tegen kan zijn. Daarbij geldt dat
ze veel eenvoudiger zijn uit te spreken dan te realiseren. Het gaat
immers in veel gevallen niet zozeer om nieuwe regels, maar om toepassing
en interpretatie van bestaande regels. Een belangrijke rol hierbij
speelt de toedeling van verantwoordelijkheden op de diverse niveaus
binnen de gemeentelijke organisatie. Grote delen van het apparaat zullen
zodoende geconfronteerd worden met het ook gisteren weer gehanteerde
begrip cultuuromslag.
Van belang voor het welslagen van een dergelijke operatie is dat het
dragen van verantwoordelijkheid serieus wordt genomen. Dat geldt in het
bijzonder voor de politiek verantwoordelijken. Uitgerekend op dit punt
blijft de uitkomst van het debat in de gemeenteraad onbevredigend. Twee
wethouders hebben consequenties getrokken uit de rapportage van de
commissie-Oosting. Direct na de presentatie van het rapport trad
wethouder Buursink af, van 1994 tot 1998 verantwoordelijk voor het
verlenen van de vergunningen. Gisteren volgde zijn collega Koopmans die
deze portefeuille in het huidige college beheerde. Voor de
raadsvergadering maakte zij bekend dat zij direct na de vergadering zou
vertrekken. Op deze manier was haar weg naar de uitgang 'koninklijker'
dan die van wethouder Buursink, omdat zij zich op deze manier nog kon
verantwoorden tegenover de raad.
WIE DAARENTEGEN blijft zitten is burgemeester Mans. Als aanvoerder
van het college medeverantwoordelijk voor alles wat is misgegaan in
Enschede. Een veel gehoorde opmerking tijdens het debat was dat hij niet
gemist kan worden bij de wederopbouw van de stad. Maar daar ging het
debat niet om. Het ging om de verantwoordelijkheid. Die wordt in
Enschede blijkbaar verschillend beoordeeld. Daarmee heeft de politiek
een verkeerd signaal afgegeven.