Jan Mans, burgemeester van Enschede
Ambitieuze, fletse bestuurder gegroeid door de
ramp
Jan Mans droomde als jongen al
van een carrière als burgemeester. Tot de vuurwerkramp in
Enschede stond hij bekend als een flets bestuurder. Als hoofd van de
rampenstaf vond hij zijn plek.
Door Joep Dohmen en Martin Steenbeeke
'Ik zie hem nóg als voorzitter van de leerlingenraad stropdassen
uitdelen. Die verstrekte hij met een plechtig gebaar aan de meest
vooraanstaanden onder ons Papoea's. Een hoge handeling. Jan was toen al
zéér belangrijk. Een geboren bestuurder.' Manuel
Kneepkens, ooit voorzitter van de Coornhert Liga en nu
fractievoorzitter van de Rotterdamse Stadspartij, zat twee klassen
lager dan Jan Mans op het gymnasium van het Bernardinuscollege in
Heerlen. Hij herinnert zich Mans als bestuurder in de dop. Kneepkens:
"Niet onpopulair, niet populair. Een brave, middenkoersvarende man. Een
echte KVP'er zou ik zeggen, ware het niet dat hij bij de PvdA zit. Maar
ja, wortels blijven natuurlijk."
Vijfenveertig jaar later staat de 'geboren bestuurder' Mans (61) voor
het einde van zijn carrière. Dat kan al op 19 maart een feit
zijn, als de gemeenteraad van Enschede niet het vertrouwen in hem
uitspreekt. Het debat volgt op de felle kritiek van de commissie-
Oosting: had de gemeente haar werk goed gedaan, dan was er geen
vuurwerkramp geweest. De Enschedese wethouder Dick Buursink trok zijn
conclusies. Alleen door op te stappen kan de overheid het vertrouwen
van de burger terugwinnen, vindt hij.
Maar Mans, verantwoordelijk voor veiligheid, houdt vast aan zijn baan.
Opstappen doet hij pas als de raad hem niet meer zou willen. Want na
alle magere jaren heeft Mans in Enschede eindelijk het aanzien waar hij
zo naar verlangde. Dat is de rode draad in het leven van Jan Mans: een
grote ambitie. Al vanaf zijn jeugd wilde hij belangrijk worden, het
liefst burgemeester.
Na zijn studie sociologie in Nijmegen ging hij meteen op
audiëntie bij de Limburgse gouverneur mr. dr. Ch. van Rooy. Hoe kon
hij burgemeester worden? Het welgemeende advies om eerst maar een vak
te leren, legde de jeugdige Mans naast zich neer. Hij kocht een
Staatscourant en solliciteerde naar de eerste de beste
burgemeestersbaan (Oudenbosch). Mans kreeg niet eens antwoord.
Jan Mans groeide op in een katholiek (zes kinderen) gezin in Heerlen,
met veel mijnwerkersgezinnen in de buurt. Vader en moeder zaten in het
onderwijs. Klasgenoot Frans Crombag, nu gepensioneerd klinisch-chemicus
in Boxmeer, had het op het gymnasium moeilijk met Mans. Crombag: "Wij
waren elkaars concurrenten. Ik kon beter dansen, sporten en had meer
succes bij de meisjes. Jan was een heel ambitieus man. Met mijn
concurrentie had hij het moeilijk. Zijn grootste vrienden waren Piet
Peutz en Toon Baar."
"Dat Crombag beter kon dansen, dat lijkt mij zelfverheerlijking", zegt
Peutz telefonisch vanuit zijn architectenkantoor in de Amerikaanse
staat New Jersey. "Maar het beeld over Jan Mans klopt, zonder kwaad
over hem te willen spreken. Hij was wat streberig, voortdurend een oog
op de toekomst. Bij het dansen wilde hij nog wel eens een minder leuk
meisje kiezen, omdat haar vader een goede winkel had. Hij stond ook wat
te dicht bij de leraren, al was hij geen onderkruiper."
Peutz heeft Mans na het gymnasium nooit meer gezien. Mans en Baar
daarentegen zijn nog vrienden. Toon Baar, nu huidarts in Leeuwarden:
"Jan relativeert, laat zich niet snel meeslepen door stromingen. Ik
denk ook dat hij meer bestuurder dan partijman is. Ambitieus? Ja, maar
hij gaat niet over lijken." Het eerste jaar in Nijmegen deelden Mans en
Baar, groen en vroom, een kamer. Baar maakte met Mans en twee
vriendinnen eens een uitstapje. Ze belandden op het bordes van een
stadhuisje. Baar: "Wij zeiden: 'Jan laat eens zien hoe dat moet,
burgemeester zijn'. Daar stond hij, in burgemeestershouding op het
bordes. Het zat in hem."
Hij was een goed student, meldt toenmalig docent dr. G. Marsman aan de
vakgroep sociologie. Ook Marsman komt - ongevraagd - met de mededeling
dat Mans "toen al plannen had burgemeester te worden". Hij en Mans
sloten zelfs een weddenschap af. De inzet was het burgemeesterschap van
Amsterdam.
Het begin van de carrière van Jan Mans was in 1970 een
wethouderschap in Breda namens de fractie Progressief Akkoord. Dat was
een bundeling van FNV, PvdA en PPR. Mans was vanaf de oprichting in
1968 lid van de PPR. Het boterde niet in de fractie. Toenmalig
fractievoorzitter Chris Crul (73): "We waren hervormend en soms
radicaal. In die tijd heel gewoon. Maar Mans wilde iets bereiken en zag
in dat hij niet te veel met ons moest samenspannen om hogerop te komen.
Toen ik later geroyeerd dreigde te worden door de PvdA, heb ik Mans om
hulp gevraagd. Hij stak geen vinger uit. Jan is een aardige man, hoor,
maar hij was te nadrukkelijk met zijn eigen toekomst bezig. Hij is ook
vroegtijdig vertrokken, omdat hij zag dat hij hier weinig toekomst had.
Zijn grootste opponent in de fractie was Rein Welschen, nu burgemeester
van Eindhoven. Die was politiek bedrevener. Het waren rivalen. Jan
verloor meestal van Rein, want die had een uitzonderlijke intellectuele
bagage. Daar kon Jan niet tegen, dus poetste hij de plaat." Een
woordvoerster van Welschen zegt dat "de burgemeester niet kan meewerken
aan het verhaal". Mans verhuisde naar Limburg, waar hij de PPR inruilde
voor de PvdA, een niet ongebruikelijke stap voor politici die de PPR
toch wat te klein vonden voor hun ambitie.
Mans moest wennen aan de omgangsvormen en gebruiken in de PvdA, zoals
hij eens vertelde. Hij is ook geen partijman en hij heeft weinig op met
ideologieën. Toen Marijke van Hees, raadslid in Enschede, vorig
jaar opstapte als voorzitter van de PvdA, sprak hij haar bemoedigend
toe: "Ik ben niet dankzij, maar ondanks de PvdA zo ver gekomen. Je hebt
dus nog een goede toekomst voor je."
In Limburg bereikte Mans zijn ideaal. In 1982 kon hij burgemeester
worden in Meerssen (20.308 inwoners). En in 1988 was hij politiek de
geschiktste kandidaat voor het ruim twee keer zo grote Kerkrade in de
Oostelijke Mijnstreek. Met zijn terugkeer naar Zuid-Limburg kwam Mans
in een bijzonder politiek klimaat. De streek had een groepsgevoel,
volop cliëntelisme en een intensief informeel circuit. Mans voelde
zich er thuis. Wortels blijven, zei Kneepkens.
Halverwege de jaren negentig maakten corruptieaffaires duidelijk hoezeer
politiek en bedrijfsleven in Zuid-Limburg verweven waren. Ook de naam
van Jan Mans viel. Hij maakte deel uit van een circuit van bestuurders
en ambtenaren die met en op kosten van ondernemers reizen maakten. Zo
reisde hij in 1989 op kosten van een bedrijf naar Israël. In 1992
maakte het echtpaar Mans opnieuw een reis naar Israël op kosten
van een aannemer. De aannemer had, toen Mans burgemeester was in
Meerssen, een synagoge mogen restaureren. De restauratie was mede door
de gemeente betaald. De affaire bleef zonder gevolgen voor de
carrière van Mans. "Ik ben zorgvuldiger geworden", zegt Mans nu.
In Kerkrade ging Mans energiek aan de slag. Hij knoopte de banden met
de Duitse buurgemeente aan en praatte een Finse tandenborstelfabriek,
een Japanse mengfabriek voor kunststoffen én een Amerikaans
plasticbedrijf naar de lege mijnterreinen. Op alle mogelijke manieren
werden buitenlandse bedrijven aangetrokken. Met vergunningen werd, net
als later in Enschede, soepel omgesprongen. Mans zei daarover in de
Twentsche Courant van 21 februari 1994: "En dat heeft geholpen, daar
ben ik van overtuigd."
Kritiek was er in Kerkrade op zijn afwezigheid. Door zijn vele bijbanen,
onder meer bij de Raad van Europa, was Mans vaak op pad. Bij het
opstellen van het profiel van zijn opvolger beperkte de raad het aantal
nevenfuncties. Mans' overstap naar Enschede in 1994 werd met gemengde
gevoelens ontvangen. Zijn werk was niet af, vond de raad die overwegend
positief oordeelde over Mans. Pas na zijn vertrek uit Kerkrade bleek dat
Mans gefaald had als voorzitter van het grootste sociale
werkvoorzieningsschap van Nederland. Raadslid André Brauers
(GroenLinks): "Mans wilde te snel een fusie tussen drie werkverbanden.
Financieel klopte het niet, maar Mans drukte het door." De fusie draaide
eind jaren negentig uit op een fiasco en kostte de gemeenten in
oostelijk Zuid-Limburg tot nu toe tientallen miljoen guldens. Brauers:
"Mans heeft sterke tegenspelers nodig. Want door zijn snelheid maakt
hij brokken."
Voor Mans was Enschede (150.000 inwoners) een logische stap vooruit. Hij
kwam voor Enschede, maar hoopte op de geplande Dubbelstad (Enschede-
Hengelo), later met Borne erbij omgedoopt tot Twentestad. Dat zou hem
met 250.000 inwoners de vijfde burgemeester van het land maken,
dichtbij Amsterdam. Twentestad strandde echter in de Eerste Kamer.
De profielschets die de Enschedese raad had opgesteld voor de nieuwe
burgemeester, was Mans op het lijf geschreven. Voorganger Ko Wierenga
had de stad bijkans in zijn eentje bestuurd. Zijn opvolger moest een
bruggenbouwer zijn. Mans toonde zich een man van consensus,
polariseerde niet en gaf wethouders de ruimte. Zoveel zelfs dat die
zich later bij hem beklaagden over de mate van verantwoordelijkheid die
hun gegeven werd.
Net als in Kerkrade kreeg Mans in Enschede kritiek op zijn afwezigheid.
De raad vond dat hij te weinig de stad bestuurde en wel erg vaak op
reis was. Het ging zover dat de wethouders een trip van Mans naar
Nicaragua tegenhielden. Dat kon wel per fax.
"Jan is een gevoelig mens. De kritiek heeft hem geraakt", aldus Wolter
Lemstra, voormalig burgemeester van Hengelo. In de pers stonden Mans en
Lemstra als voor- en tegenstander van Twentestad tegenover elkaar, maar
in werkelijkheid zijn het vrienden. Samen met ondernemer Ferdinand
Fransen (Arke reizen) en de Overijsselse commissaris van de koningin
Jan Hendrikx vormen ze een golfclubje met de naam Johannes de 23-
ste.Het is volgens Lemstra het verlangen naar waardering dat Mans
heeft doen besluiten vaak buiten de stad te verblijven. "Jan kan zich
goed presenteren, heeft een fantastisch vocabulaire. Daar ben ik
jaloers op. In het buitenland krijg je daar schouderklopjes voor, hier
niet." In een interview met Elsevier, eind vorig jaar, zei Mans
dat hij Bram Peper best kon begrijpen. Mans had wel eens het idee in
een verkeerd land te zijn geboren. Hij zag zijn collega's uit Barcelona
of Wenen tijdens vergaderingen van de Raad van Europa in Straatsburg.
Die kwamen met een hele staf secretaresses en kabinetchefs, e tutti
quanti. Mans, in Elsevier: "En ze gaan uiteraard uitgebreid
dineren. Wij Hollanders komen alleen en eten een broodje op een krukje,
want wij hebben alleen een kleine vergoeding en we krijgen op onze
donder als we thuiskomen. Was je alweer op vakantie? Puriteins
Holland."
Na zeven jaar in Enschede is de lijst verdiensten van Mans niet zo
lang. Gevraagd naar de successen van zijn burgemeesterschap wijst hij
op de vernieuwing van de binnenstad, het coffeeshopbeleid en de bouw van
het voetbalstadion voor FC Twente. Anderen zeggen dat hij te veel eer
naar zich toetrekt. Mans wijst er dan op dat veel zaken een lange
aanloop nodig hebben.
Vriend Fransen vindt dat Mans meer daadkracht aan de dag mag leggen.
"Mans is toch minder een doener dan zijn voorganger Wierenga. Ik heb
wel eens tegen Jan gezegd dat hij wat enthousiaster achter dingen moet
gaan staan. Ik zou willen dat hij wat meer de touwtjes in handen nam."
Tussen Mans en de Enschedese bevolking bestond vanaf het begin afstand.
De Twentsche Courant Tubantia verzamelde in januari vorig jaar
telefonische reacties over het gekozen burgemeesterschap. Ruim tachtig
procent van de bellers uit Enschede liet toen weten, in geval van een
gekozen burgemeester, niet op Mans te stemmen. "Niemand kende hem",
verklaart Meine Bruinsma de matige populariteit. De oud-
gemeentesecretaris van Enschede heeft Mans 3,5 jaar van dichtbij
meegemaakt. Hij schetst Mans als iemand die erg op zijn intuïtie
vertrouwt en weinig woorden en beslissingstijd nodig heeft. "Jan is een
man van de korte klap. Als hij iets in vijf minuten kan afdoen, praat
hij niet nog eens met de benen op tafel verder." Die houding heeft
volgens oud-burgemeester Lemstra een keerzijde: "Jan is een man van de
grote lijnen, zal niet direct tijd in mensen of relaties investeren. Of
dat een minpunt is? Dat laat ik aan een ander over."
Door de vuurwerkramp steeg Jan Mans uit boven zijn imago van fletse,
op reisjes beluste bestuurder. Als hoofd van de rampenstaf vond hij
eindelijk zijn plek. Een paar weken lang was Jan Mans de belangrijkste
burgemeester van het land. VVD-fractievoorzitter A. Enklaar: "Hij kon
iets nuttigs doen in plaats van loopjongen voor het college te spelen."
En golfvriend Fransen: "Door de ramp kon hij zich profileren op zijn
sterke punten." Zijn kordate (televisie)optreden oogstte veel lof.
Enschede sloot de permanent in hemdsmouwen gestoken Mans in haar armen.
Opeens was hij burgervader, kreeg hij post en e-mails. Bij een
benefietconcert voor de slachtoffers van de ramp zongen dertigduizend
mensen Mansie is okay, olé, olé. Uit recente
opiniepeiling van de Universiteit Twente, in opdracht van
Tubantia, blijkt dat 76,8 procent van de Enschedese bevolking
vindt dat Mans moet blijven. Die populariteit maakt het voor de raad
moeilijk 'Mansie' naar huis te sturen, hoe scherp het oordeel van de
commissie-Oosting ook mag zijn.