Rapport Oosting belooft zwaar weer
Morgen komt - na acht maanden
spitten en graven - het rapport van de commissie Oosting uit.
Overheidsdiensten kunnen rekenen op zwaar weer.
Door onze redacteuren HARM VAN DEN BERG en KAREL KNIP
ROTTERDAM, 27 FEBR. Kritiek op de overheid van gemeente tot rijk. Dat
is de onvermijdelijke uitkomst van het onderzoek door de commissie-
Oosting naar de vuurwerkramp in Enschede. Ondeugdelijke vergunningen,
slordige of niet uitgevoerde controles, bewust negeren van
waarschuwingen, de commissie heeft het allemaal geanalyseerd. Wat de
voormalige Nationale Ombudsman en zijn mensen verder in petto hebben na
acht maanden spitten en graven blijft tot morgen onzeker.
In de loop van de ochtend verschijnt het eindrapport met, naar verluidt,
een flink aantal bijlagen waarin de gang van zaken op bijvoorbeeld de
ambtelijke diensten van de gemeente en het ministerie van Defensie
wordt beschreven. Intussen loopt het justitieel (strafrechtelijk)
onderzoek naar de gang van zaken bij S.E.Fireworks nog even door, in
ieder geval tot eind volgende maand. "We hebben tal van mogelijkheden
kunnen uitsluiten", zegt persofficier R.van der Hoeven in Almelo. Maar
ook justitie zal geen definitief uitsluitsel kunnen geven over de
preciese oorzaak, waarschuwt hij. Van der Hoeven: "Een keiharde
bevestiging in technische zin dat het zo en zo is gegaan, hebben we
niet". Wel is het mogelijk om uit het materiaal dat de recherche heeft
verzameld " met een marge die gaat tot zeer waarschijnlijk" een schets
te geven van wat er op 13 mei vorig jaar is gebeurd op het terrein van
S.E.Fireworks. Hierdoor zal dan ook meer duidelijk worden over een
aantal zaken dat reeds in een zogenoemd deskundigenrapport van het
Nederlands Forensisch Instituut in Rijswijk (NFI) uit de zomer van
vorig jaar staat vermeld. Wat is bijvoorbeeld de betekenis geweest van
de "vrijwel intacte" brandhandgranaat die op het terrein van S.E.F. is
gevonden? Het militaire projectiel, dat je bij voorkeur niet in een
vuurwerkopslag wilt aantreffen, maakte deel uit van een zending uit
1986 van 1600 granaten voor een munitiefabriek in Belgie. Was het de
enige brandhandgranaat waarover de bazen van S.E.F. beschikten? De
technici van het forensisch instituut onderzochten het bij het bedrijf
JNS in Leeuwarden vervaardigde projectiel en er bleken geen
vingerafdrukken op te staan. Volgens de advocaat van directeur Bakker
is de brandgranaat een overblijfsel van wat de vorige eigenaar, H.
Smallenbroek, had opgeslagen op het terrein aan de Tollensstraat.Na de
explosie vond de politie op de verwoeste opslag, "ter plaatse van de
verwoeste droogruimte" nog een metalen vat van 60 liter. "Het was
geheel gevuld met donkerkleurig poeder met regenboogachtige gloed". Het
spul is onderzocht en het bleek titaan te zijn. Op een andere plek
werden duidelijke sporen van magnesium aangetoond. Volgens persofficier
Van der Hoeven wordt brandstichting niet uitgesloten. In de afgelopen
weken is een verdachte aangehouden, die eerder de auto van zijn ex-
vriendin in brand heeft gestoken. De man zou die zaterdagmiddag in
de omgeving van het vuurwerkbedrijf zijn geweest, zo is gebleken uit
prints die de telefoonmaatschappij heeft verstrekt over het gebruik van
zijn mobiele telefoon. In het vorig jaar opgestelde rapport belooft het
NFI ook een nadere analyse van de laatste, zeer hevige explosies, "die
niet conform de verwachtingen van vuurwerk van gevarenklasse 1.4.
waren".
De commissie-Oosting is twee weken na de vuurwerkramp door het kabinet
ingesteld met de opdracht om de oorzaak, de toedracht en de bestrijding
van de gevolgen van de explosie te onderzoeken. In het bijzonder het
optreden van de overheid zou worden geanalyseerd. Verder moest aandacht
worden besteed aan de directe gevolgen van de ramp. Volgens het besluit
moesten in ieder geval de volgende aspecten bij het onderzoek worden
betrokken: milieuveiligheid, de veiligheid voor de omgeving, de
volksgezondheid, de openbare veiligheid en de rampenbestrijding.
Naast voormalig Ombudsman Oosting namen de oud-politica Ria Beckers, ex-
topambtenaar van Defensie M. Enthoven, hoogleraar stralingshygiëne
T.Savelkoul, oud-minister van Justitie J.de Ruiter en KPMG-directeur
Y.Tumer zitting in de commissie. De bedoeling was dat het eindrapport
in november klaar zou zijn, maar al gauw liet Oosting weten dat hij
meer tijd nodig had.
Er is geen stille getuige die sterker de suggestie wekt dat de
interesse van SE Fireworks verder ging dan alleen vuurwerk dan de
intacte militaire brandhandgranaat die op de plaats van de explosie is
gevonden. De handgranaat wordt genoemd in het deskundigenrapport dat
het Forensisch Instituut (NFI) juni vorig jaar maakte voor justitie.
De brandhandgranaat komt uit een partij van 1600 stuks die in 1986 door
JNS Pyrotechniek in Leeuwarden voor het bedrijf Eug. Hendrickx in
Deurne (Antwerpen) werd geproduceerd. Militaire brandhandgranaten van
de betreffende uitvoering, zogenoemde thermiet-granaten, zijn bedoeld
voor vernietiging van het eigen materieel of voor sabotage van
vijandelijk materieel. Ze bevatten in hoofdzaak een mengsel van
ijzeroxide en aluminiumpoeder dat na onsteking heftig reageert en een
plas ijzer vormt die een temperatuur van ruim 2000 graden bereikt. Het
ijzer smelt door dikke platen staal heen.
JNS produceert al sinds 1947 in samenwerking met TNO rook- en
brandgranaten, hoofdzakelijk voor het Nederlandse leger en voor
brandweeroefeningen. Ook wordt wel geleverd aan de filmindustrie.
Brandhandgranaten kennen alleen een militaire toepassing.
De betreffende partij is volgens directeur Guy Hendrickx in Antwerpen
geleverd aan de Belgische wapenfabriek FN in Herstal. Maar het NFI
noemt Nobel Explosifs als eindbestemming en volgens JNS is de partij
bij het Ierse leger terecht gekomen. Hoe de granaat in Enschede is
beland, is vooralsnog onbekend.