RVI: Fireworks vervoerde te vaak vuurwerk
Door onze redacteur HARM VAN DEN BERG
ENSCHEDE, 23 MEI. De directeuren
van het Enschedese vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks hebben zich op
verschillende punten niet gehouden aan de vergunningen. Er is meer en
vaker vuurwerk getransporteerd dan was toegestaan, zo blijkt uit een
rapportage van de Rijksverkeersinspectie (RVI) in Den Haag.
Volgens een bijlage bij de vergunning van 1997 mocht Fireworks, toen nog
eigendom van H. Smallenbroek, niet meer dan twintig keer per jaar een
vrachtauto geladen met vuurwerk op het eigen terrein hebben staan. Het
laden zou volgens de vergunning maximaal 24 uur van tevoren mogen
beginnen en niet meer dan 400 kilo vuurwerk per keer mogen betreffen.
Uit de overzichten van de RVI blijkt dat Fireworks dit jaar 38 keer
vuurwerk heeft vervoerd voor een evenement ergens in Nederland. Vorig
jaar was dat 107 keer.
Vorige week was ook op andere punten al twijfel gerezen over de wijze
waarop S.E. Fireworks omsprong met de milieuvergunning van de gemeente.
Uit divers beeldmateriaal blijkt dat de zeecontainers die dienden als
opslagruimte geen speciale beveiliging hadden. Volgens de vergunning van
1997 moesten er houten (veiligheids-)deuren in zijn aangebracht en was
een onderlinge afstand van één meter voorgeschreven. De
gebruikelijke (zware) afsluitingen moesten om 'drukontlasting' mogelijk
te maken, worden vervangen door kettingsloten.
De uitbreidings- of veranderingsvergunning van vorig jaar bevat op deze
onderdelen geen nieuwe voorschriften. Van de daarna bijgeplaatste
zeecontainers staan er enkele vrijwel tegen elkaar aan; er is nauwelijks
tussenruimte. Uiterlijk zijn er ook geen veranderingen te zien aan deze
bewaarplaatsen. Diverse getuigen die handel dreven met Fireworks en op
het terrein zijn geweest, hebben verklaard dat de containers volgeladen
waren, hetgeen zou betekenen dat er meer dan de maximaal toegestane
3.500 kilo in lag.
Advocaten van slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede willen bij de
rechtbank een nieuw onafhankelijk onderzoek naar de toedracht van de
ramp afdwingen. Ze vinden het onderzoek door de voormalige Nationale
Ombudsman mr. dr. M. Oosting niet onafhankelijk genoeg, omdat het
geschiedt in opdracht van de overheid. Ze vinden het onderzoek bovendien
niet transparant genoeg.
"Waarheidsbevinding kan pas echt plaatsvinden als mensen onder ede
kunnen worden verhoord en als het onderzoek niet plaatsvindt in
achterkamertjes, waar een meneer buiten de publiciteit om wat vragen
stelt", aldus mr. M.J. de Witte van de Vereniging van Advocaten voor
Slachtoffers van Personenschade (ASP).
De rechter-commissaris heeft de inbewaringstelling van directeur W.
Pater (49) van S.E. Fireworks gelast. Dat betekent dat hij nog zeker
tien dagen vastzit voor nader verhoor. Pater en mede-directeur R. Bakker
(37) worden verdacht van het overtreden van de milieuvergunning. Paters
advocaat G. Meijers zegt dat er vooralsnog "geen enkel bewijs" is voor
overtredingen. Volgens Meijers wordt Pater tijdens de verhoren veeleer
als getuige en slachtoffer bejegend dan als verdachte. Pater zou voor de
explosie nog hebben geprobeerd omwonenden te waarschuwen en een
zwaargewonde journalist te redden.
Kort voor de ramp zijn de verhoudingen binnen Fireworks, een
vennootschap onder firma (VOF), ingrijpend gewijzigd. Vennoot R. Bakker
en zijn vrouw stapten er eind maart van dit jaar uit en brachten
vervolgens de nieuw opgerichte B.V. Moonlight Events als vennoot in.
Tegelijk verloren medevennoten W. Pater en diens vriendin M. Schippers
alle bestuurlijke bevoegdheden.