'Ineens staat de marechaussee weer in huis'
Twee keer per dag is er in Het
Kompas een informatiebijeenkomst. Een plek voor vragen en klagen.
Door onze correspondent ANDRE RITSEMA
ENSCHEDE, 18 MEI. Hij pakt een stoel en gaat pontificaal vooraan
zitten, gekleed in een rood jasje. Zo. Loco-burgemeester E. Helder is
nog niet eens begonnen met zijn inleidende praatje, of daar klinkt al
luid de eerste klacht: waarom moesten zij gisteren hun huis ineens weer
uit? "We hadden net koffie gezet." De gemeente Enschede verzorgt twee
keer per dag, om tien uur 's ochtends en om vier uur 's middags, een
informatiebijeenkomst voor de slachtoffers van de ramp en andere
betrokkenen. Het gebeurt in buurtcentrum Het Kompas, iets ten noorden
van het rampgebied. Overdag verblijven er veel mensen uit het
rampgebied. De koffie is er gratis, net als de toegang tot internet. De
meest recente informatie is er te vinden. En er kan worden gepraat.
De eerste dagen verliepen de bijeenkomsten tumultueus. Veel bewoners
klaagden heftig over de gebrekkige informatievoorziening. En over de
onbekende lijst van vermisten. Ook waren veel mensen boos dat ze hun
huis niet in mochten. Vanochtend is er weer boosheid - al zijn er
minder mensen dan gisteren. Boosheid bijvoorbeeld bij die man in het
rode jasje, met leesbril en grijs haar. Hij mocht gisteren even zijn
huis in, maar hij werd er weer uitgehaald toen bleek dat er in de buurt
een aantal gasbrandjes was ontstaan. "We waren al een uur binnen", zegt
hij tegen Helder. En toen stond daar ineens de marechaussee in de
woonkamer: dat ze er ogenblikkelijk weer uit moesten! Hij maakt zich er
opnieuw boos over.
"We wisten niet waar we naar toe moesten", zegt de man. "We meldden ons
bij Het Kompas, maar dat gaat 's avonds dicht. Zo zwerven we al vier
dagen over straat. Zegt ú nu eens wat we moeten doen." Helder
blijft kalm en beheerst, maar hij heeft niet direct een antwoord. "Ik
begrijp dat u boos bent. We doen onze uiterste best iedereen te helpen.
Maar het is een grote operatie." Er is nog een boze meneer - eveneens op
de eerste rij. "Ga zelf maar eens een nacht in de Diekmanhal slapen!",
bijt hij Helden toe. "Wanneer kan ík nu mijn huis eens in?"
Andere bewoners manen hem tot stilte. "Jij zat hier gisteren ook al zo
te schreeuwen. We willen eerst gewoon informatie", krijgt hij te horen.
En: "Ga toch zitten. Wij kunnen ons huis ook niet in. Zak!" Dat helpt.
Zo kan Helder beginnen aan zijn algemene informatiepraatje: hoe hard er
wordt gewerkt (dit even tegen boze meneer nummer 2) hoe slecht hij zelf
slaapt (opnieuw tegen meneer nummer 2) en wat de laatste stand van
zaken is. Dan komen de vragen - want vragen zijn er in overvloed. Of
het waar is dat verzekeringsexperts waardevolle spullen uit huizen
halen, waar de bewoners zelf nog niet in mogen. Dat is waar, zegt
Helder. Er is een bedrijf, Salvage, dat in opdracht fotoboeken,
sieraden en andere spullen weghaalt en opslaat. Dat had iemand uit de
zaal ook al gehoord. "Dus ik belde Salvage in Almelo. Daar zeiden ze
dat ze die informatie niet aan de telefoon mogen verstrekken. Ze
verwezen door naar het algemene informatienummer, maar die hebben de
lijsten van Salvage niet. Hoe moet dat dan?" Dat zal zo snel mogelijk
worden opgelost, zegt Helder. "Wij zullen er voor zorgen dat die
lijsten ook hier bekend zijn." "Ik zou liever zélf het huis in",
zegt de man. Dat begrijpt Helder. "We zullen kijken wat wat dat betreft
mogelijk is."
Zo loopt de bijeenkomst ten einde. Helder haast zich terug naar het
stadhuis, de bewoners blijven achter in de hal. Aan de muren hangen
posters met de tekst: 'Erover praten helpt'.