Nieuwe dimensies
FEYENOORD is wereldnieuws. Het landskampioenschap van de
club uit de Kuip is net zo irrelevant als de Nederlandse competitie. Het
gaat om het feest daarna. ,,Een nieuwe dimensie in voetbalgeweld'',
concludeert de International Herald Tribune vanmorgen op de
voorpagina over dit ,,afstotelijk nieuwe hoofdstuk in de toch al
bloedige geschiedenis van het voetbalgeweld in Europa''. De manier
waarop de enige mondiale krant ter wereld het nieuws presenteert,
plaatst zelfs de oorlog in Kosovo in de schaduw.
Een nieuwe dimensie - het is niet te veel gezegd. Al ruim tien jaar zijn
bekers en schalen in Nederland vaak een alibi om rotzooi te trappen.
Toen Ajax in 1987 een Europacupje won, vonden de fans het na de
huldiging op het Leidseplein nodig om de etalage van Dikker & Thijs te
plunderen en zich te goed te doen aan de uitgesneden zalm en kaviaar in
de vitrine. Toen Feyenoord een zes jaar later landskampioen werd,
draaide het feest uit op knokken op de Coolsingel. En in de tussentijd
schoppen de hooligans elkaar rond de stadions of in weilanden half of
helemaal dood. Maar de stadsoorlog die zondagavond in het centrum van
Rotterdam werd ontketend, waarbij dienders-met-platte-pet hun pistool
trokken en met scherp schoten om zichzelf te beschermen, tart elke
verbeelding. Ironische afstandelijkheid - ,,laat ze elkaar toch
afmaken'' of ,,goed kanonnenvoer voor de grondtroepen op de Balkan'' -
biedt geen soelaas meer.
EEN EERSTE CONSTATERING is dat de grenzen in het voetbalgeweld steeds
weer worden verlegd. Iedere keer blijkt het erger te zijn dan de vorige.
Maar wat is de oorzaak? De vertrouwde diagnose dat het pubers zijn, die
nu eenmaal altijd plezier hebben in knokken met de politie, is niet
afdoende. Gebleken is dat hooligans soms brave huisvaders met een
baantje zijn, kortom mannen die volgens de sociologie het fundament
van de burgerlijke maatschappij vormen. Duidelijk is dat ze zich
voorbereiden op het gevecht: met drank voor de roes, pillen voor de
overmoed en mobiele telefoons voor de onderlinge communicatie. En
evident is ook dat ze zich, als ze eenmaal de geest hebben, door niets
en niemand laten corrigeren.
Dat begint al in het stadion. De klassieke tribunehumor heeft daar de
grenzen van het strafrecht al jaren geleden overschreden. Er wordt niet
tegen opgetreden. Zeker Feyenoord heeft wat dit betreft een reputatie.
De club, vast in handen van zakenman Van de Herik, laat zich weinig
gelegen liggen aan de verwording in eigen huis. Verbale agressie van de
ergste soort is in de Kuip gewoon geworden. Niet toevallig was de
spanning op de Coolsingel hier en daar al voelbaar toen de wedstrijd in
het Feyenoord-stadion nog in volle gang was. De oproep zondagavond van
coach Beenhakker aan de meute om het feest een feest te laten blijven,
was dan ook een machteloos gebaar. De reactie gisteren van de
clubleiding, dat een klein groepje het weer eens voor de grote groep
'echte supporters' heeft verpest, was helemaal een obligaat excuus.
NATUURLIJK ligt het niet louter en alleen aan bestuurders en spelers
die te weinig het goede voorbeeld geven. De traditionele vrijmarkt op
Koninginnedag mondde vorig jaar in Rotterdam immers ook uit in dronken
kloppartijen. Maar voetbal is zo langzamerhand wel het symbool voor de
wijze waarop Nederlanders van de ankers slaan als de spreekwoordelijke
liberale anarchie een eufemisme wordt voor gewelddadig existentialisme.
De openbare orde is sinds zondag daarom in bredere zin in het geding dan
de gemeente Rotterdam veronderstelt. Over een jaar is Nederland de
gastheer voor het Europees kampioenschap voetbal. Het moet een mooi en
sportief evenement worden. Maar een van de twee gastheren lijkt daartoe
nog lang niet geëquipeerd.
Bestuurlijke ophoudingHET GAAT BIJ voetbalvandalisme volgens de politie
om een harde maar betrekkelijk kleine kern van landelijk gezien zo'n
vijftienhonderd personen. Deze moeten beter worden aangepakt, is de
consensus na de rellen in Rotterdam. Minister Peper heeft al een
wetsvoorstel klaar liggen voor ,,bestuurlijke ophouding''. Dat moet nog
naar de Raad van State en is dus nog geheim. Maar duidelijk is wel dat
het om preventief arresteren gaat. Dat is minder eenvoudig dan de
bewindsman het op de vleugelen van de brede verontwaardiging over
Rotterdam voorstelt.
De bevoegdheid verdachte groepen op te pakken is vooral na de Eurotop
van 1997 een vurige wens van menige bestuurlijke autoriteit. Er zijn
toen in Amsterdam lastige groepen preventief van de straat gehaald met
een beroep op de strafbepaling over een ,,criminele vereniging''. Het
oprekken van de wet is zwaar gekritiseerd. Dit probleem lost men niet op
door er een ander etiket, zoals ,,bestuurlijke aanhouding'', op te
plakken. De moeilijkheid is dat er niet zo eenvoudig een grens valt te
trekken tussen verdacht gedrag en een daadwerkelijke bedreiging van de
openbare orde. Het behoort tot de rechten van de mens dat iedere burger
voor onschuldig wordt gehouden totdat het tegendeel is bewezen.
VOOR EEN DEEL valt deze moeilijkheid te ondervangen door de bevoegdheid
tot preventief arresteren toe te spitsen op bepaalde situaties. De wet
van Peper is ook ingegeven door een bijzonder evenement, het Europese
voetbalkampioenschap van volgend jaar. Alleen al het risico van grensoverschrijdend vandalisme vormt een argument om groepen te weren. Al
kan men zich afvragen waarom we eigenlijk een Vreemdelingenwet hebben.
Maar Peper denkt bij de nieuwe wet kennelijk verder, aan rellen als in
Rotterdam. De burgemeester van die stad zegt dat de wet zondag niet zou
hebben geholpen. Toch is ook hij een voorstander van deze voorziening.
Waar is die nieuwe wet nu precies voor bedoeld? De bestrijding van
voetbalvandalen is van een andere orde dan de aanpak van lastige
demonstranten, die de politieke grondrechten aan hun zijde hebben. Het
probleem met de harde kern van aanstichters en ophitsers van
voetbalvandalisme is dat deze een wisselende samenstelling heeft, zegt
de politie. En dat wordt alleen maar erger door de mobiele telefonie.
Dat vraagt eerder om gericht speurwerk.