Kamer voor hardere aanpak relschoppers
De Tweede Kamer buigt zich deze
week over twee wetswijzigingen die onlusten tijdens het Europees
kampioenschap voetbal, Euro 2000, moeten tegengaan.
Door onze redacteur BRAM POLS
DEN HAAG, 9 FEBR. Het leek een aardig feest te worden, toen het
kampioenselftal van Feyenoord vorig jaar naar de Coolsingel trok voor de
huldiging. Maar de zaak liep volledig uit de hand, er waren zelfs
agenten die zich zo in het nauwe gedreven voelden dat hij hun pistool
trokken en gericht schoten. Meteen daarna klonk de roep om de
mogelijkheid evidente relschoppers 'preventief te kunnen arresteren',
zeker met het oog op het Europees kampioenschap voetbal dat deze zomer
in Nederland en België wordt gehouden. Intussen hebben de
ministers Korthals (Justitie) en Peper (Binnenlandse Zaken) een pakket
van drie wetswijzigingen naar de Tweede Kamer gestuurd om politie en
justitie de nodige armslag te geven. Vorige week ging het om artikel 141
van het Wetboek van Strafrecht (WvS), waardoor 'meelopers' bij rellen
voor het plegen van openlijk geweld kunnen worden gestraft. Deze week
gaat het om het 'preventief opsluiten' op last van de burgemeester
(wijziging Gemeentewet) of op last van de rechter-commissaris
(wijziging Wetboek van Strafvordering). Wijziging van artikel 141 (WvS)
is vooral een gevolg gweest van de problemen rond de Eurotop in
Amsterdam in 1997. Toen werd politie en justitie verweten 'misbruik' te
hebben gemaakt van artikel 140 (deelneming aan een criminele
organisatie) om mensen op te pakken. Door wijziging van artikel 141
kunnen meelopers op een juridisch nettere manier worden aangepakt.
Maar ook de burgemeester moet meer kunnen doen. Handhaving van de
openbare orde kan er toe leiden dat de burgemeester noodbevelen of een
noodverordening afkondigt. De noodtoestand wordt zelden afgekondigd,
noodmaatregelen worden vooral bij zogenoemde risicowedstrijden genomen,
bij demonstraties die gewelddadig kunnen worden of bij grote
ontruimingen.
Bij overtreding van een noodverordening kan een verdachte echter niet
langer dan zes uur worden vastgehouden. Dat heeft bij het EK 2000
weinig zin, meent het kabinet. Dus moet de burgemeester, door wijziging
van de Gemeentewet de bevoegdheid krijgen iemand 'bestuurlijk op te
houden'. Maar dat kan nooit langer dan twaalf uur duren. Daarom stelt
Korthals voor ook artikel 540 (en een aantal volgende) van het Wetboek
van Strafvordering zodanig te wijzigen, dat de rechter-commissaris ter
handhaving van de openbare orde relschoppers langer kan vasthouden. Dan
moet er wel sprake zijn van bijvoorbeeld een groot gevaar voor
herhaling. De rechter-commissaris kan dan tot preventieve hechtenis
besluiten.
De Raad van State heeft een vernietigend commentaar op dat laatste
wijzigingsvoorstel geleverd. De Raad heeft grote juridische bezwaren,
maar stelt ook dat de primaire verantwoordelijkheid voor de handhaving
van de openbare orde en de bevoegdheid daartoe maatregelen te treffen
en bevelen te geven, niet berust bij de rechter maar bij het bestuur,
meer in het bijzonder bij de burgemeester. Daarmee zegt de Raad van
State feitelijk dat zij die 'bestuurlijke ophouding' wel best vindt,
maar dat de rechterlijke macht - de rechter-commissaris - niet moet
worden opgezadeld met het actief handhaven van de openbare orde, want
daar is ze niet voor.
Korthals stelt daar tegenover dat de burgemeester niet de exclusieve
verantwoordelijkheid voor de openbare orde heeft, maar dat de wet ook
anderen bevoegdheden geeft om in dit kader maatregelen te treffen en
bevelen te geven. En de bewindsman is met de Raad van State van mening
dat de "openbare orde primair gehandhaafd dient te worden met
maatregelen die geen vrijheidsbeneming impliceren", maar hij zegt
daarnaast dat hij met het oog op het EK 2000 dit 'ultimum remedium'
achter de hand wil hebben.
Minister Korthals wist zich vorige week tijdens het debat over 'artikel
141' vrijwel meteen verzekerd van een meerderheid in de Tweede Kamer.
De PvdA was kritisch, maar liet direct al weten het wetsvoorstel te
steunen. Voor Dittrich (D66) bleef de kwestie dermate principieel, dat
hij nog overleg met zijn fractie wil vooraleer voor of tegen te
stemmen, maar D66 is niet nodig voor een meerderheid.
Deze week lijken Korthals en Peper het zwaarder te krijgen, vooral waar
het gaat om wijziging van de artikelen 540 en volgende WvSv. PvdA, D66,
GroenLinks en SP lijken niet over de streep getrokken te kunnen worden,
omdat deze fracties het risico te groot vinden dat komende zomer
onschuldigen voor langere tijd in de cel belanden. Voor D66 komt daar
nog bij dat de fractie er van overtuigd is dat de politie armslag
genoeg heeft om adequaat op te treden bij grootscheepse
ordeverstoringen. Daarmee wordt aanvaarding van dit voorstel een
dubbeltje op zijn kant.
Voor de 'bestuurlijke ophouding' ligt het wat eenvoudiger. Ook in dat
geval wordt het gevaar dat iemand onschuldig wordt opgesloten beduidend
groter dan onder het huidige regiem. Maar dat kan nooit langer dan
twaalf uur zijn en daar valt mee te leven, menen PvdA en D66.