Overal een doordringende krijgssfeer
Meest winstgevende veroveringsoorlog
Door Jan Stavinoha
Voetbalwedstrijden die vroeger ten westen van het
IJzeren Gordijn werden gespeeld, waren bij voetbalfans uit de
voormalige Oostbloklanden uitermate populair. Velen probeerden een
felbegeerd visum voor de gelegenheid te krijgen. Zo'n wedstrijd was
immers een prachtige gelegenheid om vanuit zo'n Oostblokland het vrije
westen te bereiken.
Zonder de gebruikelijke problemen die dat met zich meebracht. In elk geval zonder gevangenschap te riskeren of je leven op
het spel te zetten. Een klassiek voorbeeld was de voetbalwedstrijd die
in 1983 in Italië werd gespeeld tussen Legia Gdansk en Juventus. Na
afloop bleek dat tientallen Poolse supporters niet naar Polen waren
teruggekeerd. In die tijd kon een wedstrijd die verloren werd, voor
sommigen dus een enorme overwinning betekenen. Maar de tijden zijn
veranderd en voetballiefhebbers in het voormalige Oost-Europa zwichten
nu onder hetzelfde juk van het dagelijks bestaan als hun Westeuropese
collega's. Voetbal voldoet nu overal aan dezelfde behoefte. In oost als
west, in zuid zowel als noord. Wanneer ik in Praag of in Amsterdam in
de buurt van een stadion kom waar een wedstrijd wordt gespeeld, is
zowel daarginds als hier de omgeving van een onheilspellende en
doordringende krijgssfeer doordrenkt. Op zo'n dag weten latente
voetbal-geheelonthouders dat het maar beter is dat ze met geen woord
uiting geven aan een eventuele afkeuring van het spel. Het enige dat ze
zich kunnen voorhouden is de opluchtende zekerheid dat na onweer altijd
weer een dag met zonneschijn komt. Voetbalstadions zijn verzamelplaatsen
voor voetbalgelovigen, die opgewonden, rumoerig en zelfs agressief op
bewijzen van een betere, hogere en goddelijke macht wachten, terwijl
toch voor de meeste religieuze gemeenschappen geldt dat godheden
geëerd moeten worden door nederigheid, het tonen van respect en -
vooral - door gepaste stilte in acht te nemen. Maar in de tempels van de
voetbalgelovigen treft men juist het tegenoverstelde aan. De
geluidsoffers die uit een voetbalstadion religieus omhoogstijgen om
harmonisch in de stilte van het universum op te gaan, zijn sterk
verwant met de geluiden die publieke executies tijdens de Franse
Revolutie begeleidden. Als er buitenaardse beschavingen bestaan, wordt
daar waarschijnlijk ook aan politiek, oorlog en economie gedaan. Maar
of die buitenaardse beschavingen ook voetbal en kampioenschappen
kennen, waag ik te betwijfelen. In het geval dat er echt een
buitenaardse beschaving bestaat en zij tijdens het Europese
kampioenschap vanuit het universum naar onze planeet kijken en luisteren
naar alle kreten die van de aardkloot opstijgen, dan kan ik me goed
voorstellen dat er bij de regeringen van die buitenaardse beschaving
wat vragen rijzen ten aanzien de homo-voetballus en diens missie op
onze planeet.
Want waarom toch vervallen regelmatig miljoenen, vertegenwoordigers van
de volwassen en nog opgroeiende bevolking van de aarde in een
ongecontroleerde zinsbedwelming wanneer op een grasveld
tweeëntwintig behaarde paren benen achter wat samengeperste lucht
aanhollen, verpakt in een ronde leren bol? Ze zouden zich beslist
afvragen welke goddelijke macht in staat is om de onderste helft van
mannenlijf plotseling zo te activeren dat alle energie wordt aangewend
op het verplaatsen van een bal (die niet eens een zaadbal is) door
middel van een trap in de richting van een buiten dienst gestelde fuik.
Wanneer ze toevallig mij zouden aanschieten om mij dergelijke vragen te
stellen, dan zou ik met mijn zwaar Tsjechische accent de vragensteller
wel wat informatie kunnen geven. Voetbal is de meest democratische en
winstgevende veroveringsoorlog die ooit heeft bestaan, zou ik zeggen.
Een oorlog die onder wettelijk toezicht staat en die door alle
strijdende partijen gewenst is. Elke voetballer vertegenwoordigt en
verdedigt een miniem, mobiel en onschendbaar gebied en krijgt het
mandaat om uitsluitend met behulp van het onderste deel van zijn
lichaam zijn tegenstander te verslaan.
Vooral dat laatste is nogal uniek, want in het verleden zijn
overwinningen op het strijdveld, vooral dankzij het bovenste deel van
het lichaam behaald. De verklaring van dit fenomeen is waarschijnlijk
het feit dat een voetballer door middel van zijn benen tijdens een
wedstrijd demonstreert dat hij het liefst in wezenlijk contact met de
aarde staat, een streven dat eigenlijk de essentie vormt van ons
bestaan. De bal zelf is een waarneembaar moleculair stukje van ons
noodlot. De bal, die van de ene kant van het veld naar de andere rolt,
je wordt toegespeeld en je dan weer ontglipt, is immers een
geëigend symbool van de vergankelijkheid van ons bestaan. Tijdens
een wedstrijd wordt er niettemin hevig maar zonder bloedvergieten om
die felbegeerde bal gevochten, onder toeziend oog van duizenden
toeschouwers die zich als op nonactief gestelde legeraanvoerders met
het verloop van de strijd slechts op afstand en verbaal mogen bemoeien,
tenminste wanneer ze daar een bepaald geldbedrag voor op tafel hebben
gelegd. Terwijl vroeger hogepriesters en politici grote financiële
offers en mensenoffers nodig hadden om hun territorium veilig te
stellen of uit te breiden, opdat zijzelf en hun onderdanen zich veilig
en superieur konden voelen, heeft een modern voetbalteam voor zoiets
slechts negentig minuten, elf spelers en één bal nodig.
Dankzij een zeer sportief gebruik van de beenspieren lukt het zo'n team
binnen een paar minuten om de toeschouwers het gevoel te geven dat zij
niet alleen op de wereld zijn en brengen zij bij al die miljoenen
kijkers die de wedstrijd op de tv volgen een raadselachtige ontroering
tot stand, die ten aanzien van één groep tot verbroedering
leidt, en bij de andere groep aanleiding geeft tot diepe haatgevoelens.
Dat is de verbeteraars van de samenleving, de hogepriesters en
politici, nooit echt gelukt. Zulke dingen zou ik misschien zeggen,
wanneer ik ooit gevraagd word aan een buitenaardse enquête over
voetbal mee te doen. Wanneer de enquêteur mijn verhaal heeft
aangehoord zal hij me ongetwijfeld aanraden om me, tijdens de wedstrijd
Nederland-Tsjechië tijdens het komende Europese kampioenschap,
samen met de paar Tsjechen die ons land rijk is, ergens te verstoppen,
als voorzorgmaatregel gezien bepaalde betreurenswaardige gebeurtenissen
die de laatste tijd rond voetbalwedstrijden voorgevallen zijn. Maar ik
zal besluiten om te blijven. Want ik geloof dat we aan het verschijnsel
voetbal niet meer kunnen ontkomen, zoals het ook onmogelijk is je voor
daglicht te verschuilen.