Van de liefhebber wordt enig begrip
gevraagd
Altijd en overal geweldige belangen
Door Karel Glastra van Loon
Gisteren ontmoette ik in het Amsterdamse
Sarphatipark een man die Winston Bogarde-knuffelpopjes verkocht. Dat
wil zeggen: verkocht had hij er nog niet één, maar het
was zijn vaste overtuiging dat hij tusen nu en 2 juli, de dag dat
Nederland de EK-finale speelt, al zijn 2500 poppen á fl.39,95 zou
kwijtraken.
Ik vind dat ieder mens recht heeft op zijn eigen dwaze droom, en dus deed ik geen pogingen 's mans optimisme wat te temperen.
Integendeel. Ik zei hem dat iedereen kon zien dat de stoere
linkerverdediger van Oranje geweldig veel sex-appeal heeft en dat dat
in de voetballerij vandaag de dag aanzienlijk belangrijker is dan de
vraag of hij een deuk in een pakje boter kan trappen. De popjes, zei
ik, zouden ongetwijfeld hun weg vinden naar de kaptafels en
nachtkastjes van voetbalminnend vrouwelijk Nederland. Dat had ik dus
beter niet kunnen zeggen.
Ik zal u een woordelijke weergave van de monoloog die hierop volgde
besparen, maar kort samengevat kwam het er op neer dat het idee voor de
knuffelpopjes afkomstig was van zijn vriendin en dat de goede man door
mijn opmerking plotseling begon te twijfelen of hij er wel goed aan had
gedaan om haar bewondering voor Bogarde (waar zij thuis voor de buis
geregeld luidruchtig uiting aan gaf - zo luidruchting dat hij zich
schaamde tegenover de buren) op deze manier te beantwoorden. Want stel
nou dat hij tóch onverhoopt met een paar honderd van die
klotepoppen zou blijven zitten, zou hij dan voortaan op de bank moeten
slapen omdat zijn vriendin de voorkeur gaf aan een hondervoudige
omhelzing van de zwarte parel van Catalonië?
De man en ik, wij gingen somber uiteen, daar in het Sarphatipark.
Ik wil maar zeggen: er zijn tegenwoordig met de voetballerij geweldige
belangen gemoeid - belangen die de simpele vraag 'wie wint van wie en
met hoeveel?' verre overstijgen. En dat is voor geen der betrokkenen
gemakkelijk. Vandaar dat van u, eenvoudige voetballiefhebber en Oranje-
supporter, de komende weken enig begrip wordt gevraagd.
Allereerst ten aanzien van de spelers. Mocht een aantal van de
gelauwerde sterren de hooggespannen verwachtingen niet helemaal
waarmaken, bedenk dan dat zij een loodzwaar seizoen achter de rug
hebben, waarin elke wedstrijd een finale was, en waarin zij constant
bloot stonden aan een welhaast onmenselijke druk. Immers, het gaat bij
de Europese topclubs tegenwoordig om geweldige belangen.
Mocht het gebeuren dat een speler die hopeloos faalt desondanks geen
genoegen wenst te nemen met een plaats in de dugout (en bijvoorbeeld
gaat schelden op de coach), realiseert u zich dan dat die jongen per
jaar meer geld op zijn buitenlandse bankrekening krijgt bijgeschreven
dan zijn ouders met een levenlang werken kunnen verdienen - dus dan is
het logisch dat hij daarvoor iets wil laten zien. En omdat hij bij zijn
club vermoedelijk ook al driekwart van het seizoen op de bank heeft
gezeten (brede selectie, de belangen zijn immers enorm!), is al zijn
hoop gevestigd op Oranje. Is het dan gek als je in je frustratie eens
een keer rept van in de kont kruipen, of van andere onsmakelijkheden?
Er staan voor zo'n jongen gigantische belangen op het spel! Verder is
het niet meer dan logisch dat de spelers zich tijdens het toernooi
regelmatig wensen te onderhouden met hun persoonlijke fysiotherapeuten,
hun persoonlijke mental coaches, en niet te vergeten hun persoonlijke
managers. Daar moeten wij niet lacherig over doen. Het gaat
tegenwoordig in de voetballerij immers om - affijn, u weet wat ik
bedoel.
Dan wat betreft de bobo's, sponsors, en andere genodigden. Mocht het zo
zijn dat zij zich tijdens de wedstrijden akelig stilhouden, bedenk dan
dat het in multifunctionele uitgaansgelegenheden als de Arena en de
Gelredome bij voorbaat nauwelijks mogelijk is om het gezellig te
maken - men heeft daar immers in het kader van de professionalisering
het oude clubgevoel vervangen door een uiterst modern stukje
entertainmentgebeuren. Als er niet wordt gejuicht na een doelpunt,
wordt dat ruimschoots gecompenseerd door het hardrock-riffje dat geheel
spontaan uit de luidsprekers knalt. En natuurlijk draait de
dienstdoende disk-jockey voor, tijdens en na elke wedstrijd van het
Nederlands elftal We are the champions van Queen. Dat is
hartstikke leuk. En ondertussen doen de bobo's en de sponsors en de
gasten van de sponsors aan relatiemarketing - en daarmee zijn, u raadt
het al, geweldige belangen gemoeid.
Blijft over de televisieregistraties en vooral wat daar zoal omheen
gebeurt. Mocht u nog tot het (gelukkig snel uitstervende) soort behoren
dat zich ergert aan alle reclame-uitingen rond het veld, weet dan dat
er mensen zijn die beroepshalve de hele uitzending lang niets anders
moeten doen dan in de gaten houden of de borden wel goed in beeld komen
(en of de spelers na afloop van de wedstrijd voor het diepte-interview
wel netjes voor die witte panelen met al die logootjes gaan staan, en
of ze op weg naar de bus wel de juiste sponsorstropdas dragen). Hoe
moet zo iemand zich wel niet voelen als zijn zoontje vraagt: papa, wat
doe jij nou precies bij het voetballen? Daarbij vergeleken valt uw
ergernis volledig in het niet.
Natuurlijk komen die quasi-artistieke reclamefimpjes van Nike en Adidas
die in de reclameblokken rond elke wedstrijd worden uitgezonden, u al
op de tweede speeldag de neus uit. Maar vergeet niet dat die
schoenfabrikanten diep in de buidel hebben moeten tasten om al die
godenzonen te contracteren, om nog maar te zwijgen van de gages van de
Hollywoodregisseur, de art-director, de cameramensen, de stylistes en
de make-up assistentes, de kosten van de vliegtickets, het
reclamebureau, de montage- en geluidsstudio, de post-production,
etcetera. Na al die kosten en moeite wil je zo'n filmpje natuurlijk wel
een paar keer laten zien.
Ook is het flauw om kritiek te hebben op de Oranje-aanbiedingen van
bierfabrikanten, de Hup Holland Hup-kroketten van de snackmakers, de EK-
stuntaanbiedingen van de witgoedmultinationals, en al die andere
uitingen van gezond Hollands koopmanschap. Die jongens doen dat ook
niet voor hun lol, maar ziet u, de concurrent doet het ook, en dan kun
je niet achterblijven, want voor je het weet ben je een looser. Het is
dus eigenlijk net topsport! En u weet...
Affijn, als u die man nog tegenkomt, met die Winston Bogarde-
knuffelpopjes, en u kunt toevallig nog vier tientjes missen, doe mij
dan een plezier. U redt er wellicht een relatie mee. En zoals alle
jonge voetbalmiljonairs nooit moe worden te verklaren: voetbal is maar
een spelletje, dat je het thuis een beetje goed voor mekaar hebt is
veel en veel belangrijker!