Ga naar buiten en gooi een paar
handgranaten
Totale mislukking en diepe schaamte
Door Jim White
Begin april, toen Engeland nog met vier vertegenwoordigers
meespeelde in de Europese clubcompetities, gaf de Britse pers zich over
aan een orgie van voorbarig gejuich. De Italianen waren uitgeschakeld,
en de Engelsen werden luid bejubeld als de heren en meesters van
voetballend Europa. Heel even zag het er, direct na de trekking, naar
uit dat de finales van zowel de UEFA Cup als de Champions League een
exclusief Engelse aangelegenheid zouden worden. Inpakken allemaal: daar
komen de Engelsen.
Toen sloeg de realiteit toe. Chelsea, Leeds, en wel heel veelzeggend ook
Manchester United, de Europese kampioenen zelf, werden stuk voor stuk en
zonder pardon uit hun competities gewerkt door superieure tegenstanders
uit Spanje en Turkije. Alleen Arsenal mocht de ietwat gehavende Britse
vlag nog blijven dragen. En met een opgestelde selectie die voor meer
dan de helft uit buitenlanders bestaat, mag het succes van de 'Gunners'
nu niet direct de wederopstanding van het Engelse voetbal heten
waarover zo hoog van de daken was geschreeuwd.
De geschiedenis is typerend voor de Engelse opvattingen over onze plaats
in het wereldvoetbal: overspannen verwachtingen die leiden tot
verpletterende teleurstelling. Eén keer de Champions League,
twee keer de Europa Cup voor bekerwinnaars en halve finales op het EK
van '96 in Italië en op het WK van Italië in '90 - dat is
alles wat onze moeite in vijftien jaar heeft opgeleverd. Voor een land
dat nooit moe wordt de wereld voor te houden dat het de bakermat van
het voetbal is, is dit wel een heel pover resultaat.
Toch zullen de komende weken de kansen voor Engeland op het EK 2000
weer, net als altijd, tot stratosferische hoogten worden opgeschroefd.
Reeds nu heeft onze nationale coach, de ontvlambare, flamboyant gekapte
Kevin Keegan, het blijmoedig over zijn kansen om het toernooi te
winnen. Reeds nu spreken de meest ronkend nationalistische schrijvers
in onze boulevardpers al gnuivend over de veronderstelde zwakte van
andere deelnemers (zelfs de nuchterste kranten hebben de afgelopen
maand al minimaal één smalend artikel over de
achteruitgang van de Duitsers afgedrukt). En reeds nu tippen onze
bookmakers, indachtig het onverwoestbare optimisme van de Engelse
gokker, Engeland als tweede favoriet om op 2 juli de Europese trofee
weg te dragen.
In werkelijkheid heeft Engeland ongeveer evenveel kans om kampioen te
worden als Turkije of Roemenië, aanzienlijk minder dan Portugal,
België of Italië, en in vergelijking met Nederland, Frankrijk
of Spanje zouden onze jongens misschien beter thuis kunnen blijven om
zichzelf niet in verlegenheid te brengen. Engeland kwam met de hakken
over de sloot de finale binnen via een weinig overtuigende zege op
Schotland. En sinds die onthutsende novemberavond toen de Schotten
wonnen in het Wembley-stadion, is er niets gebeurd wat een nuchtere
waarnemer zou kunnen afbrengen van zijn overtuiging dat Engeland voor
spek en bonen naar het Europees kampioenschap gaat.
Het probleem waarmee Engeland kampt, is van fundamentele aard. We zitten
wat betreft talent diep in het dal. We hebben eenvoudig niet genoeg
goede spelers. Van het elftal dat schitterde op het EK van 1996 is
iedereen op zijn retour. Erger nog: terwijl Teddy Sheringham, Paul
Gascoigne en Stuart Pearce van het toneel verdwenen zijn, moeten Tony
Adams, David Seaman, Alan Shearer en Paul Ince - ooit puike spelers,
maar samen inmiddels 135 jaar oud - de nationale ploeg nog enige
stramme ruggengraat gaan verlenen. De volgende generatie - Steven
Gerrard van Liverpool, Joe Cole van West Ham, Jonathon Woodgate van
Leeds - is weliswaar enorm veelbelovend, maar eenvoudig nog niet
helemaal klaar. Dus beginnen we het toernooi met maar twee spelers van
wereldklasse: David Beckham en Sol Campbell. Voorzichtig geschat heeft
Spanje er vier, Frankrijk vijf en Nederland zes. Bovendien hebben we,
door een bizarre genetische kronkel, niemand die met links kan
schieten, zodat het elftal nogal komisch uit balans hangt.
Naar alle waarschijnlijkheid zal in de eerste wedstrijd tegen Portugal
Steve McManaman, die bij Real Madrid zo effectief kan zijn wanneer hij
op het middenveld speelt achter twee snelle, beweeglijke spitsen, op
links worden gedumpt, waar hij dan met een linkervoet waarop hij
ternauwernood kan staan crosspasses moet gaan geven naar
Shearer, de middelbare, trage rouwdouw die het venijnig gebruik van
zijn elleboog allang niet meer tracht te maskeren. De rest van Europa
zal er heus niet van in zijn voetbalschoenen gaan schudden. Toch wist
het elftal van Manchester United vorig jaar de Champions League te
winnen door consequent zijn niveau te verhogen tegen spelers die
aanmerkelijk technischer waren. Dus waarom kan Engeland niet het
onderste uit de kan van zijn typisch Britse wilskracht putten en winnen
tegen de verdrukking in? Welnu, om te beginnen wordt United getraind
door Sir Alex Ferguson, een weergaloze coach. Vergeleken bij Ferguson
bungelt Kevin Keegan - die in zijn carrière als coach nog niet
eens aan zijn eerste trofee heeft geroken - ver onder aan de
talentenladder. Keegan als coach is eenvoudig het spiegelbeeld van
Keegan als speler: qua techniek beperkt, maar barstensvol spirit.
Helaas zijn charme en enthousiasme op topniveau niet genoeg. Keegans
tactische aanpak is naïef, zijn trainerskwaliteiten zijn matig, en
zijn menselijke benadering blijft beperkt tot verhalen over zijn tijd
bij Liverpool onder Bill Shankly, een goede oude tijd die de generatie
van nu niets meer zegt. Zijn aanwijzingen aan individuele voetballers
zijn vaak onbegrijpelijk: 'Only go out and drop handgrenades',
zei hij tegen Paul Scholes van Manchester United voor de EK-
kwalificatiewedstrijd tegen Zweden. Geen wonder dat Scholes na een half
uur het veld werd uit gestuurd: hij dacht dat het oorlog was.
Maar het meest veelzeggend is wel Keegans obsessieve loyaliteit jegens
de moegestreden Shearer en Seaman. Wie ook maar iets van het spel
snapt, kan zien dat de plaatsvervangers van beide spelers - Emile
Heskey van Liverpool en Nigel Martyn van Leeds - inmiddels veruit
superieur zijn. Maar Keegan heeft al beloofd dat zijn elftal in de
eerste wedstrijd van het toernooi rond de twee oudgedienden gevormd
wordt. Dat is geen bemoedigend vooruitzicht.
Nu is in het voetbal natuurlijk alles mogelijk. Engelands jeugdige hoop
in bange dagen Michael Owen zal misschien zijn blessureduivel weten te
bezweren en zijn talenten bevestigen, Beckham kan met zijn verbluffende
crosspasses de beste defensies ter wereld terroriseren en misschien
komt Keegan tot het besef dat McManaman geen speler is voor de
linkervleugel. Maar we mogen nergens op rekenen. Hoewel de
boulevardpers bralt, zien de meeste Engelse realisten het EK weinig
hoopvol tegemoet. Wie verstandig nadenkt, kan niets anders verwachten
dan mislukking in het stadion en schaamte erbuiten, waar onze harde
kern van 'supporters' ongetwijfeld zijn welverdiende reputatie als zwaar
geboefte eer aandoet. In het kort: business as usual.