Een mentale krachtmeting
Italianen zijn op belangrijke
momenten koelbloediger dan Nederlanders, die vaak hun hoofd verliezen.
Hoe zal het vanavond in de halve finale van het EK zijn?
Door onze redacteur GUUS VAN HOLLAND
ROTTERDAM, 29 JUNI. Voetballers als Zinedine Zidane kent het Italiaanse
elftal niet. Natuurlijk niet, want betere en aantrekkelijker voetballers
heeft het eerste Europese kampioenschap van deze eeuw nog niet
voortgebracht. De Italianen moeten zich behelpen met even sierlijke als
meedogenloze verdedigers, met even zwoegende als doortastende
middenvelders en met snelle, maar allerminst begaafde spitsen. Ze vormen
geen elftal dat kampioen lijkt te worden.
Maar dan nog valt met het Italiaanse elftal dat vanavond tegen het
losgeslagen Oranje-elftal aantreedt, niet te spotten. Het verleden leert
dat Italianen in cruciale wedstrijden tot ongekende hoogte kunnen
stijgen. Altijd kunnen ze bogen op een uitzonderlijk fysieke conditie,
bijna altijd geven ze blijk over ruime wedstrijdervaring te beschikken
en zelden wijken ze af van de speldiscipline. Italianen en zeker hun
coaches (Bearzot, Vicini, Sacchi, Maldini en nu Zoff) schrikken er niet
voor terug zeer defensief te spelen, de tegenstander te laten rennen en
razen, tot deze er uitgeput bij neervalt, om dan meedogenloos toe te
slaan.
Lelijk voetbal mag in Italië, als er maar wordt gewonnen. Hoe
elegant en technisch vaardig de meeste Italianen ook zijn, ze voetballen
voor het resultaat en niet voor de schoonheidsprijs. Vandaar ook dat
Dino Zoff - de legendarische doelman - Alessandro Del Piero niet opstelt
in zijn squadra. Voor de liefhebber van oogstrelend voetbal een
teleurstellende keus van de Italiaanse bondscoach.
Wanneer de kleine Savoiaanse prins in het veld is, gebeurt er altijd
iets moois. Of hij schiet de bal uit een vrije trap in de bovenhoek, of
hij probeert met dansende schaarbewegingen de vijandelijke verdediging
te omzeilen. Samen met Christian Vieri, de Italiaanse topscorer van het
WK van 1998, zou Del Piero een prachtig spitsenduo hebben kunnen vormen.
Maar Vieri is geblesseerd en niet geselecteerd, en Del Piero moet zijn
plaats afstaan aan de Romeinse hardloper Totti.
De tijd van Antognoni en Baggio, de aanvallende middenvelders met de
splijtende passes, is voorbij. De spelmakers in de Serie A zijn nu
buitenlanders, zoals Zidane bij Juventus en de Argentijn Véron
bij Lazio. Italianen zijn de waterdragers van de buitenlandse vedetten.
Slechts verdedigers houden de Italiaanse eer hoog. Maldini, Nesta en
Cannaváro behoren tot de beste verdedigers ter wereld. Wie deze
stenen uit de azuurblauwe vededigingsmuur weet te bikken, verdient de
zege.
Rising to the occasion, is geen Italiaanse uitdrukking. Maar
misschien nog wel meer dan Engelsen en Duitsers zijn Italianen in staat
op belangrijke momenten de sterren van de hemel te spelen. Meer nog dan
Nederlanders, die op belangrijke momenten altijd falen. Domweg omdat
Nederlanders doorgaans niet over een killersinstinct beschikken. Veel
titeltoernooien in het verleden leren dat Nederlandse sporters op het
laatste moment afhaken of verliezen. Oranje-elftallen verloren in halve
finales en finales, misten strafschoppen of lieten zich als born
losers ringeloren door sluwe tegenstanders.
Zelfingenomenheid of lichtzinnigheid lag vaak ten grondslag aan
voortijdige uitschakeling. Nederlandse voetballers vertonen de neiging
zich de beste van de wereld te vinden - of zoals nu van Europa. De
euforie na de 6-1 overwinning op de uitgebluste Joegoslavische vedetten,
is in heel Nederland ongekend. Onder aanvoering van de media, die alle
realiteit hebben verloren, is Nederland zich weer de heerser van de
voetbalwereld gaan noemen en wordt Rijkaard, die nog helemaal niets
heeft gewonnen, al in één adem genoemd met Michels en
Cruijff.
Hoe zal het Nederland vergaan wanneer Oranje niet kampioen wordt? Erger:
hoe zal de stemming zijn wanneer de matige Italiaanse ploeg Oranje al in
de halve finale stuit. Nederland zal in rouw zijn gedompeld.