Het duel tussen de uitblinkers Zidane en
Figo
Het frivole totaalvoetbal van de
Portugezen tegen het efficiënte combinatiespel van de Fransen.
Vanavond in de halve finale.
Door onze redacteur JAAP BLOEMBERGEN
BRUSSEL, 28 JUNI. Zinedine Zidane was een Algerijnse migrantenzoon uit
een sloppenwijk van Marseille, toen hij op twaalfjarige leeftijd voor
het eerst een voetbalstadion bezocht. Op de staantribune van Stade
Vélodrome keek hij vol bewondering naar de verrichtingen van
Michel Platini, de Franse zonnekoning die het Portugese elftal tot
wanhoop dreef. Platini maakte op 23 juni 1984 het beslissende doelpunt
in de halve finale. Frankrijk-Portugal (3-2) is nog altijd de beste
wedstrijd in de geschiedenis van het Europees kampioenschap. Door de
mistral, de spanning en de kwaliteit.
Zestien jaar later is Zidane uitgegroeid tot de opvolger van Platini.
Zidane heeft nog meer kracht, nog meer techniek, nog meer snelheid. Maar
Platini combineerde spelinzicht met trefzekerheid. Hij maakte in 1984
het recordaantal van negen doelpunten op het EK. Zijn vrije trappen
waren onovertroffen. Vanavond zit Platini in Brussel op de eretribune.
De rollen zijn omgedraaid. De held is bewonderaar geworden.
Bij Portugal was Fernando Chalana de beste speler in 1984. Een kleine,
langharige middenvelder met onnavolgbare dribbels. Hij speelde als een
straatschoffie, met het shirt uit de broek en de kousen naar beneden.
Hij bracht de Fransen tot wanhoop, met zijn op maat gesneden voorzetten.
Chalana stond aan de basis van de twee Portugese doelpunten. Hij werd
alleen overtroffen door Platini, die in de verlenging scoorde.
Platini werd miljonair bij Juventus, waar hij grote successen vierde.
Hij werd later bondscoach en organisator van het WK. Chalana raakte
geblesseerd bij Bordeaux, waar hij zijn loopbaan voortijdig moest
beëindigen. Hij is tegenwoordig jeugdtrainer van Benfina en leidt
een anoniem bestaan. Hij kijkt thuis in Lissabon naar de
televisiebeelden. Chalana was de ontdekking van Eusébio.
Eusébio is de ambassadeur van het Portugese voetbal. Hij neemt
vanavond plaats in de dug-out.
De Fransen en Portugezen hebben de meeste indruk gemaakt op dit EK. Alle
ingrediënten voor een hoogstaande wedstrijd zijn aanwezig: fysiek,
techniek en offensief. Beide ploegen vertrouwen op hun sterspeler.
Zidane gaat zigzaggend over het veld, met zijn slungelachtige postuur en
zijn benen die voortdurend in de war raken door zijn onvoorspelbare
acties. Hij krijgt vanavond concurrentie van Luis Figo. Die zwerft over
het veld, strooit met listige passes en beschikt over een schaarbeweging
die Piet Keizer zal waarderen.
Beide ploegen beschikken over veel ervaren dertigers. Zij strijden voor
hun laatste hoofdprijs en verschijnen extra gemotiveerd op het veld.
Vooral de Portugese routiniers, die nog nooit een internationale prijs
hebben gewonnen. Hun elegante spel stierf vaak in schoonheid, bij gebrek
aan afmakers. Ruud Gullit omschreef het spel van de Portugezen als
sexy football.Met de trefzekere Nuno Gomes zijn de kansen
weergekeerd. De snelle, wendbare aanvaller heeft al drie keer gescoord.
Net als Conceiçao overigens, die tegen Duitsland een hattrick
maakte. Hij bestrijkt de hele rechterflank en komt meestal adem tekort
voor een zuivere voorzet. Deze onvolkomenheid wordt gecompenseerd door
de beschikbare spelverdeler: Rui Costa of Paolo Sousa. Twee voetballers
uit een jongensboek: wapperende haardos, nonchalante tred, stijlvolle
traptechniek.
De Fransen spelen minder frivool dan de Portugezen, die op hun beurt
minder atletisch zijn. De Fransen spelen snel combinatievoetbal. Ze
steunen niet alleen op hun onvolprezen middenvelders, maar ook op hun
onderschatte verdedigers. De defensie is in de huidige samenstelling al
24 duels ongeslagen. Blanc, Desailly, Thuram en Lizarazu paren kracht
aan snelheid, koppelen techniek aan spelinzicht. Maar de Fransen zijn
vooral tevreden over hun snelle aanvallers, die in 1998 nog een storende
factor vormden. Henry en Anelka worden in staat geacht de Portugese muur
te slechten.
Met zoveel talent en ervaring op het veld, spelen de trainers
vanzelfsprekend een bescheiden rol. De Franse bondscoach Roger Lemerre
was eerder trainer van het militaire elftal en officier van het
sportbataljon in Joinville. Hij hoeft zijn spelers weinig bij te
brengen. Middenvelder Deschamps is het tactische brein. "Lemerre is een
dichter die met een bloem in het geweer ten strijde trekt", zei Youri
Djorkaeff.
Voor Portugal speelde Humberto Coelho 64 interlands. Hij smeedde als
bondscoach een hecht collectief van een onsamenhangend geheel. Coelho
wordt in de cartoons van de Portugese kranten steevast als een
vriendelijke opa afgeschilderd, met zijn hangsnor en zijn trouwe
hondenogen. Hij verdient volgens zijn spelers meer respect. Onder zijn
leiding heeft de nationale ploeg sinds oktober 1998 slechts
één nederlaag geleden.