'Wij willen feesten, geen rellen'
Toeterend en hossend vierde
Rotterdam vannacht de overwinning op Denemarken. 'Na het eerste doelpunt
kwam de macht.'
Door onze redacteur STEVEN DERIX
ROTTERDAM, 17 JUNI. In het oude Westen van Rotterdam heerste vannacht
oranjegekte, maar wel met een flinke scheut Caraïben en
Mediterranée. Als Kluivert de bal van de rand van de zestienmeter
in het lege Deense doel schuift, trekt de rode sportwagen hard op in
zijn achteruit en mist de pizzakoerier op een haar. Een Turkse jongen
hangt door het open portierraam: Holland! Holland! Hij zwaait een oranje
vlag. Turkiye! Turkiye!
Halverwege de tweede helft heeft commentator Evert ten Napel er nog een
hard hoofd in, maar als Ronald de Boer 2-0 intikt hebben de meeste vaste
klanten van coffeeshop Desire aan de Nieuwe Binnenweg hun vertrouwde
posities op het trottoir alweer ingenomen. Na de 3-0 staat iedereen
buiten. Een Creoolse jongen showt midden op de weg zijn Oranje Euro
2000-shirt (Nummer 10, Davids), de armen gespreid in de lucht. Zijn
vervaarlijk uitziende american staffordshire draagt een oranje lintje.
Negentigste minuut. In de Kuip zingt het oranjepubliek het Wilhelmus.
"Indrukwekkend" vindt Ten Napel.
Op de Nieuwe Binnenweg trekt een lange stoet auto's toeterend de
binnenstad in. Voor Salsacafé Santa Cruz doet Branco het
dribbeltje van Ronald de Boer na, een blikje Heineken losjes in de hand.
Drie vrienden staan opgetogen om hem heen. "Wij zijn de Bom. Wij zijn de
dreamboys van de West-Side, man."
West-Side? "Ja, Rotterdam-West, man." Sahid: "Wij willen feesten, geen
rellen. We just want the fun." Branco stapt in de auto van zijn broer en
die laat zijn voorwielen spinnen. De rokende banden laten een zwart
spoor op de Binnenweg achter. "Krijg je er gratis bij", zegt Sahid.
Na de wedstrijd gaan tienduizenden Rotterdammers de straat op. Gejuich,
vendelzwaaien en vooral: claxonneren. Langs de singel komen de eerste
trams met toeschouwers van de wedstrijd, op weg naar het centraal
station. Verbaasd drukken de Oranjeklanten hun geschminkte neuzen tegen
het glas. De kaalgeschoren en nogal bezopen Maurice host en houst voor
een stapvoets rijdende auto uit. "Hij wordt aangereden, hij wordt
aangereden", roepen zijn vrienden, maar de bestuurster lacht
vriendelijk. Vier Creoolse jongens in oranje shirts staan soeverein op
hun dubbelgeparkeerde jeep. Even later scheuren ze weg, met vier
bloedjonge meisjes achterin.
Op het Weena houdt de gepensioneerde Torben Tolstrup zich groot. Hij is
"niet teleurgesteld". De nederlaag van het Deense elftal was "verwacht":
"Drie van onze beste spelers waren niet fit". Pas om half een kunnen hij
en zijn vrienden terug met de speciale supporterstrein waarmee hij
gekomen is: The Danish Dynamite express. "Nog anderhalf uur", zegt
Torben verlangend en strijkt door zijn dunne grijze haar. "Dan kunnen we
onze benen strekken."
Op het Stadhuisplein staan de agenten met de platte pet en rond de
Coolsingel bezet de ME strategische punten. Maar van rellen is geen
sprake, het hossen overheerst. Diane Brouwer heeft net "voor het eerst
van haar leven" met een ME-er gepraat. Voetbal is leuk, zolang het
"gezellig blijft", zegt ze terwijl ze een blik werpt over de massa op de
Coolsingel. "In de eerste helft was het niet veel. Angst, hè?
Maar na het eerste doelpunt kwam de macht."