Voetbalfans slapen om 11 uur nog als
lammetjes
Deense, Engelse en Noorse
supporters op een speciale Rotterdamse EK-camping gedragen zich
voorbeeldig.
Door onze redacteur RINSKJE KOELEWIJN
ROTTERDAM, 15 JUNI. De alcoholnevel ligt als dauw op de vier voormalige
velden van voetbalvereniging Xerxes, pal naast de luchthaven van
Rotterdam. Op het terrein van de club waar ooit Willem van Hanegem, Faas
Wilkes en Coen Moulijn speelden, staan nu tenten, campers en caravans
met daarin Deense, Noorse en Engelse supporters. Om elf uur 's ochtends
slapen ze als lammetjes.
De Rotterdamse dienst sport en recreatie heeft speciaal voor het EK
voetbal het voetbalterrein ingericht als camping. Voor twintig gulden
per nacht mogen supporters er de nacht doorbrengen, voor vijftig gulden
extra krijgen ze er een tweepersoonstent bij. Jan Bekkers, in het
normale leven ambtenaar van voornoemde dienst, is tijdelijk campingbaas.
Struikelend over tentharingen vertelt hij over het enorme feest van de
avond ervoor, toen de Noren wonnen van de Spanjaarden en dat met
iedereen vierden.
En hoe voelen de Noren zich, de ochtend na de overwinning?
Héél zwakjes. En de Engelsen? Stomme vraag, die hebben al
vijf dagen een hang-over. De Denen zijn redelijk monter. Preben
Christianson is vroeg opgestaan om zijn vrouw in Videbaek, Denemarken,
te bellen. Of alles goed is met de koeien. Hij heeft haar zelf nog wat
op te biechten. Dat hij na afloop van de wedstrijd Spanje-Noorwegen in
de 'Kuip' zomaar ineens struikelde. Dat zijn enkel niet is gebroken,
maar wel verzwikt. Maar dat het niet zo erg is dat hij acuut naar huis
moet komen. Dan hangt hij op, pakt zijn krukken, hinkt terug naar zijn
camper en slaapt verder.
Vijf vrienden van voetbalvereniging Sundby, ook uit Denemarken, zijn al
aan het ontbijten. Op tafel staan wodka en bacardi, ze drinken melk en
sinaasappelsap. Alles gekocht bij het winkeltje van Margreet Elzerman.
Normaal heeft ze een levensmiddelenzaak op de Overschiese Kleiweg,
speciaal voor de EK-camping heeft ze een cabine ingericht met de
hoogstnoodzakelijke spullen. Bier, veel water, wc-papier, voorverpakte
hamburgers en brood.
Natuurlijk heeft ze even getwijfeld of ze dat wel moest doen, met haar
goeie goed tussen de hooligans gaan staan. Maar er werd haar een hoop
klandizie beloofd en er is vierentwintig uur per dag bewaking. Vier tot
zeven bewakers van World Wide Security houden het terrein in de gaten.
En de supporters zijn heel voorkomend en beleefd, zegt Elzerman.
Vriendelijk zelfs.
In de voetbalkantine kunnen campinggasten voor 12,50 gulden een gebakken
ei krijgen met worst en spek. De onderhoudsmannen van de dienst
recreatie nuttigen hun eigen boterhammen en cola op het terras onder de
parasol, schuilend voor de regen. In twee weken tijd hebben ze de
camping gereed gemaakt. Douches en toiletten geplaatst, ijzeren platen
neergelegd zodat de ambulance op het terrein kan komen, een aparte
vluchtbrug gemaakt. Ruim twee ton heeft alles bij elkaar gekost. Maar
dan is ook wel met álles rekening gehouden. Elk los slingerend
onderdeel is weggewerkt, zodat niemand het als wapen kan gebruiken. Nu
zijn ze bezig vlaggenmasten te plaatsen en rijden ze met kleine
graafmachines tussen de tenten voor 'werkzaamheden'. Opdat het geheel er
nog wat florissanter bij komt te liggen.
Henrik Berthel, kale kop, rode ogen, 26 jaar, uit het Deense Skanderborg
ontbijt luidruchtig met bier. Zijn vader en zijn moeder ook. Samen zijn
ze naar Rotterdam gekomen voor de wedstrijd van de Blue Vikings
tegen Nederland, morgenavond. Voor de eerste wedstrijd, tegen de
Fransen, had Henrik ook kaartjes geregeld. Twee gewone voor zijn
ouders, voor zichzelf had hij voor tweehonderd gulden een Vip-kaart van
hoofdsponsor Philips geregeld. Was lachen, na afloop van de wedstrijd
kon hij met datzelfde kaartje ook nog naar de receptie met de Deense
prins Joachim en prinses Alexandra. Hij was wel de enige die geen pak
aan had, en de enige met rode en witte strepen op zijn schedel.
Bij de campingplaats krijgen de supporters een gratis buskaart, waarmee
ze elk half uur met de speciale pendelbus van en naar het Rotterdamse
station kunnen reizen. Tegen het middaguur, als honderden Denen
aankomen, vertrekken de meeste Noren. Muisstil zitten ze in de bus,
geconcentreerd op elke hobbel en elke bocht. De RET-buschauffeur kijkt
in zijn spiegel en grinnikt. Zingen kunnen ze niet meer.