Volkshelden kunnen weelde niet aan
Tijdens het EK voetbal zijn
spelers van het Nederlands elftal de helden van het volk. Maar kunnen ze
de weelde van het sterrendom wel aan?
Door onze redacteur HANS KLIPPUS
ROTTERDAM, 10 JUNI. De laatste keer dat ik probeerde een gesprek met
Edgar Davids aan te knopen, was drie jaar geleden voor een wedstrijd van
een elftal van Surinaamse profs in Utrecht. Hij speelde niet mee en liep
in burgertenue door de catacomben van stadion Nieuw-Galgenwaard. Ik had
Davids vaker getroffen, maar ik stelde me opnieuw voor en vroeg of ik
namens mijn krant misschien even met hem kon praten. De stervoetballer
keek me aan of ik om iets heel onbehoorlijks had verzocht, stak zijn
middelvinger op en liep zonder een woord te zeggen verder. Ik was te
verbouwereerd om te reageren.
Davids is een voorbeeld van één van die gevierde
voetballers die problemen hebben gekregen met het sterrendom. Een
dergelijke houding nemen ze niet alleen aan tegen journalisten, maar ook
tegenover bewonderaars. Hoe vaak hoor je niet verhalen van
teleurgestelde - vaak jeugdige - supporters die tevergeefs om een
handtekening van hun favorieten hebben gevraagd of gesmeekt. Vaak
krijgen ze - zie de Oranje-vesting in Hoenderloo - niet eens de
gelegenheid zelfs maar in de buurt van de spelers te komen. Op zo'n
moment spat een droom van een supportertje uiteen.
Akkoord, de internationals stelden hun wedstrijdpremie van de interland
tegen Roemenië beschikbaar voor het rampenfonds van Enschede en
werkten mee aan een actie voor kinderen met een spierziekte. Maar je
vraagt je af: wie met een riante bankrekening zou aan zo'n fonds of goed
doel niet zijn medewerking verlenen?
Deze vrijgevigheid mogelijk ingegeven door buitenstaanders kan niet
verbloemen dat veel topvoetballers de realiteit en redelijkheid uit oog
hebben verloren. Voetballers - vele positieve uitzonderingen daargelaten
- kunnen de weelde van hun enorme populariteit en hun materiële
rijkdom niet aan. Ze staan buiten de wereld en gaan zich te buiten aan
buitensporig gedrag. Lang niet alle ontsporingen van voetballers worden
bekend. Slechts af en toe komt iets van hun wangedrag aan het licht.
De voorbeelden van ontspoorde stervoetballers staan bijna dagelijks op
de sportpagina's: dronkenschap, vechtpartijen, gok-, cocaïne- of
andere drugsverslaggeving, roekeloos rijgedrag met dodelijke
slachtoffers, verkrachting. Stervoetballers zijn soms net pubers. Worden
ze niet goed begeleid door trainers, bestuurders of managers, dan gaat
het mis. De voormalige arts van de KNVB, Frits Kessel, verhaalde onlangs
over enkele internationals die tijdens het WK van 1998 de regels aan hun
laars lapten en regelmatig pas diep in de nacht in het hotel
terugkeerden.
We hebben het over de helden van het volk, de rolmodellen, de
voetballers tegen wie jonge fans opkijken. Zij spiegelen zich aan hun
voetballende idolen en menen dat dergelijk gedrag een ster past. Zo
willen ze ook zijn.
Het is opmerkelijk dat de aandacht voor het voetbal nauwelijks lijkt te
lijden onder het wangedrag van spelers. Supporters keren zich op een
enkeling na niet af van het voetbal. Daarvoor is de volkssport te
enerverend en de liefde voor de club groter dan de teleurstelling over
het wangedrag van een speler.
Sterren worden gemaakt door bewonderaars. Ontsporingen worden - of
misschien wel juist - veroorzaakt door mensen uit de omgeving. Zij
plaatsen de spelers op een voetstuk en koesteren hun sterren als
diamantjes. In de jaren tachtig, ten tijde van Van Basten, Gullit en
Rijkaard bij AC Milan, begonnen de internationals van het Nederlands
elftal het te min te vinden om in de dagen voor een interland in het
eigen KNVB-sportcentrum te verblijven. Ze hadden in Zeist te weinig luxe
en te weinig privacy. Sindsdien sloffen de voetballers op badslippers en
in trainingspak in Noordwijk door één van de duurste
hotels van het land. Weinigen vinden dat nog vreemd.
Neemt zo'n verwende speler na Huis ter Duin nog genoegen met een kamer
in een minder chique hotel? Tijdens het EK verblijft Oranje in een riant
onderkomen van een zelfde niveau in Hoenderloo. Daar is zelfs van
één van de laatste overgebleven 'oude gewoonten', met z'n
tweeën op een kamer, geen sprake meer. Iedere voetbalster heeft de
beschikking over een eigen luxe appartement, waar het aan niets
ontbreekt. Voor de buitenwereld zijn de spelers in Hoenderloo alleen te
bereiken via een speciaal wachtwoord, dat slechts weinigen kennen. Naast
de grootste overwinningspremie uit de historie hebben de internationals
voor het EK ook een verdubbeling van hun vrijkaartjes en in elk stadion
een crèche voor hun kinderen toegezegd gekregen.
Het (Nederlandse) voetbal zou een voorbeeld moeten nemen aan de
profsport in Amerika, hoewel ook daar regelmatig sporters uit de pas
lopen. Spelers, die in het basketbal (NBA) en het American football
(NFL) veel meer miljoenen verdienen dan de Nederlandse voetballers, zijn
verplicht om op gezette tijden pers en supporters te woord te staan. Na
elke wedstrijd zijn journalisten welkom in de kleedkamers. Of de spelers
dat nou leuk vinden of niet. Ze moeten zich aan de regels houden. Ook de
grootste sterren: Dennis Rodman bijvoorbeeld heeft in het verleden menig
boete én schorsing gekregen wegens volgens de NBA ontoelaatbaar
gedrag jegens scheidsrechters, tegenstanders of journalisten.
Onlangs nog kreeg basketballer Rasheed Wallace van de Trailblazers een
boete van 25.000 gulden van de NBA, omdat hij na een duel weigerde met
de pers te praten. Ook zijn club werd bestraft en moest 60.000 gulden
betalen. In het Nederlandse voetbal ben je als journalist al bijna in
overtreding als je naar de deur van de kleedkamer wijst. Het is daarom
makkelijker om met de grootste Amerikaanse basketballer, Shaquille
O'Neil, in gesprek te komen dan met Edgar Davids, vice-aanvoerder van
Oranje.
Voetbalclubs en zaakwaarnemers staan vrijwel machteloos tegenover het
onaanvaardbare gedrag, ook omdat de meeste spelers nauwelijks worden
gecorrigeerd door hun trainer. Frank Rijkaard was zelf als voetballer
ook niet erg toegankelijk en gedroeg zich vaak als een hork. Ondanks dat
hij zich tegenwoordig als bondscoach professioneler gedraagt, zal ook
Rijkaard zijn spelers niet van gedrag doen veranderen.