Criminoloog Comeron: geen 'Arkan-tijgers', wel
Tsjechische skinheads naar Euro 2000
Voetbalvandaal onttrekt zich steeds meer aan
stereotypen
De Belgische en Nederlandse
politie heeft profielen laten opstellen van de supporters uit de
zestien landen die deelnemen aan Euro 2000. Engeland en Duitsland
leveren de risicogroeperingen. De Tsjechen zijn de outsiders.
Door onze correspondent HANS BUDDINGH'
BRUSSEL, 9 JUNI. Komen de 'Arkan-tijgers', die in Kosovo terreur
zaaiden onder de lokale bevolking, naar Euro 2000 om wraak te nemen op
de Engelsen voor de geallieerde bombardementen op Belgrado? Arkan, die
begin dit jaar werd vermoord, recruteerde zijn 'tijgers' immers uit de
hooligans van de voetbalclub Rode Ster Belgrado. Criminoloog Manuel
Comeron van de Luikse universiteit is er tamelijk gerust op. "Ze reizen
niet", zegt hij simpelweg. De Luikse onderzoeker schreef samen met een
collega van de vakgroep criminologie een profielschets voor het
Belgische ministerie van Binnenlandse Zaken onder de titel 'Europese
supporters en harde kernen'. De profielschets wordt nu door de politie
in België en Nederland gebruikt bij de analyse van de
supportersbewegingen tijdens Euro 2000.
Uit Oost-Europa komen volgens Comeron vooral enigszins welgestelde
supporters. En die veroorzaken geen problemen. De rest heeft nauwelijks
geld om naar België of Nederland te gaan. Wel houdt de onderzoeker
rekening met de komst van hooligans uit Tsjechië, zondag in
Amsterdam de eerste tegenstander van het Nederlands elftal. De
Tsjechische hooligans, overwegend skinheads, bezochten onder het roepen
van racistische leuzen ('jood, jood') regelmatig wedstrijden van de
nationale ploeg, maar bleven tot nu altijd in eigen land. De
Tsjechische 'harde kern' van supporters is sterk beïnvloed door
extreem-rechts. Ze zijn onder meer afkomstig van de Praagse clubs
Sparta en Slavia. Onderzoeker Comeron sluit niet uit dat de Tsjechische
hooligans Euro 2000 aangrijpen om voor het eerst naar West-Europa te
komen. Tijdens het EK van 1996 in Engeland, toen Tsjechië de
finale haalde, waren ze nog niet aanwezig. Op basis van gesprekken met
informanten uit vrijwel heel Europa politie, supportersbegeleiders,
veiligheidsfunctionarissen en eigen waarnemingen bij talrijke
voetbalwedstrijden in de afgelopen jaren, verzamelden Comeron en zijn
collega gedetailleerde gegevens over het gedrag van supporters. Van hun
houding ten opzichte van politie, andere supporters en lokale bevolking,
middelen van vervoer, duur van verblijf rond een wedstrijd, tot hun eet-
en drinkgewoonten. Zo blijkt dat veel Tsjechische supporters het
liefst picknicken met eten dat van huis is meegenomen, Spanjaarden
vooral in restaurants eten, Duitsers liever naar de snackbar gaan,
Noren dit zelden doen, en Engelsen niet alleen in snackbars maar ook
graag in bars eten. Uit een aantal landen reizen volgens de Luikse
onderzoekers helemaal geen 'harde kernen' van supporters mee,
bijvoorbeeld Denemarken, Portugal en Slovenië. Van Noorse
supporters valt niets te duchten. Spaanse risicosupporters ('Ultra's')
zijn nauwelijks georganiseerd. Italiaanse 'Ultra's', die banden hebben
met extreem-rechts, zijn alleen in clubverband georganiseerd en niet
voor wedstrijden van de nationale ploeg van Italië. Engelse en
Duitse supporters hebben de grootste en gewelddadigste 'harde kernen'.
Het zou in totaal om enkele duizenden personen gaan. Ze komen ook naar
toernooien voor wedstrijden die allang zijn uitverkocht. Beide worden in
het jargon tot de 'C-categorie' gerekend. De grote meerderheid van
klassieke 'A-supporters' wordt als niet gewelddadig beschouwd. De B-
categorie wordt gevormd door meelopers, die er tussenin zitten. De
groepen B en C verblijven vaak op campings en organiseren hun reizen
slechts een paar dagen tevoren, wat de voorspelbaarheid en
beheersbaarheid voor de autoriteiten vermindert. De Luikse onderzoekers
bevestigen bevindingen van anderen, dat gewelddadigheden van 'harde
kernen' steeds meer buiten het directe gebied van het stadion
plaatsvinden, dat kwaadwillende supporters zich snel verplaatsen
(bijvoorbeeld met de hogesnelheidstrein) en veelvuldig gebruik maken van
gsm en internet. Bovendien hebben de 'harde kernen' nauwelijks nog
sportieve motivatie, maar zijn ze puur op geweld uit.
De Engelse 'harde kern', die zich nog weer enigszins onderscheidt van de
'risicosupporters', bestaat volgens de onderzoekers uit vijftien tot
twintig subgroepen. Deze groepen van naar schatting in totaal 500 tot
1.000 personen, kennen ook een onderlinge rivaliteit. De meeste Engelse
risicosupporters verplaatsen zich per eigen auto. Zij komen al in de
vroege ochtend van de wedstrijddag van het nationaal elftal naar het
gastland en gaan actief op zoek naar rivaliserende supporters. De
meesten dragen geen attributen van hun ploeg. Een klein deel heeft
banden met extreem-rechts. De Engelse risicosupporters staan vooral
vijandig tegenover aanhangers van Duitsland, Nederland en Italië.
De Luikse onderzoekers noemen de Duitse hooligans - die vooral vijandig
staan tegenover Engelse en Nederlandse supporters - "zeer
georganiseerd". De gevaarlijkste komen volgens Comeron uit het
voormalige Oost-Duitsland. Ze onderhouden banden met extreem-rechts en
zoeken dikwijls de confrontatie met de lokale migrantenbevolking.
Enkele jaren geleden trokken Duitse hooligans na aankomst met de trein
in Brussel meteen naar een wijk waar veel Marokkanen wonen.
Volgens Comeron heeft zich nu een nieuwe golf Duitse hooligans
ontwikkeld, die helemaal niet meer in voetbal zijn geïnteresseerd
en de wedstrijden zien als een goede gelegenheid voor criminele
activiteiten. Zij drinken in tegenstelling tot de 'klassieke' hooligans
geen alcohol. Comeron beschouwt hen als "uiterst gevaarlijk en
specialisten in stadsgeweld". Comeron heeft zelf waarnemingen verricht
tijdens het WK voetbal in Frankrijk in 1998. Volgens hem waren de
gewelddadigheden daar onder meer te wijten aan veel te traag ingrijpen
van de Franse politie. Uit de ervaringen in Frankrijk valt volgens
Belgische veiligheidsautoriteiten nog een les te trekken: het risico
van botsingen tussen hooligans en lokale migrantenjongeren. Zo kwam het
in Marseille na provocaties van Britten tot botsingen met Franse
jongeren van Noord-Afrikaanse afkomst.
Belgische veiligheidsautoriteiten houden rekening met gewelddaden van
Britse hooligans tegen Turkse jongeren in Vlaanderen en Wallonië
uit wraak voor de recente incidenten in Istanbul en Kopenhagen. Volgens
Belgische veiligheidsautoriteiten plegen Turkse supporters, van wie de
meesten niet uit Turkije maar uit EU-lidstaten komen, zich aan de wet
te houden. Wel beschouwen zij 'ultranationalistische' gevoelens bij
sommige Turkse supporters als een risicofactor, waarbij wordt gewezen
op mogelijke botsingen tussen Turkse en Koerdische migranten.