Geen feest achter tralies
HET EUROPESE
voetbalkampioenschap (EK) moet en zal een feest zijn. Het cliché
'voetbal is oorlog' is immers afgesleten en bovenal onaantrekkelijk. Het
toernooi in Nederland en België mag daarom geen semi-militair
oefenkamp worden. Voor de toeschouwers en andere liefhebbers is de sport
een belangrijke én plezierige bijkomstigheid in het dagelijks
leven. En dat dient het te blijven: een drie weken durend sportief
evenement.
Zo simpel is het echter niet. Op voorhand lijken de
autoriteiten zich vooral zorgen te maken. Grof gezegd, de indruk wordt
gewekt dat het openbaar bestuur bang is voor een soort staat van beleg
in de steden waar de wedstrijden deze zomer gespeeld zullen worden. Het
is geen toeval dat de aandacht voor het voetbaltoernooi nu al groter is
dan indertijd voor bijvoorbeeld de 'Eurotop', amper drie jaar geleden in
Amsterdam, hoewel die bijeenkomst van de Europese regeringsleiders toch
belangrijker was voor de toekomst van Nederland dan een eventuele
medaille straks voor Oranje. Al weken wordt er in de Tweede Kamer
gedebatteerd en gestemd over wetswijzigingen en maatregelen die moeten
voorkomen dat politie en justitie straks met hun rug tegen de muur
staan. De resultaten mogen er zijn. De volksvertegenwoordiging wilde
geen 'incidentenwetgeving' en heeft woord gehouden. Niet alle
ideeën zijn gehonoreerd. Het wetsvoorstel van de oppositie om de
zwarte handel in kaartjes te verbieden, is gestrand nadat de VVD er zich
van had laten overtuigen dat zo'n wet niet te handhaven is en de
controle bij de poort bovendien afdoende zal zijn om misbruik te
voorkomen. Maar in het strafrecht is inmiddels, in de woorden van
minister Peper van Binnenlandse Zaken, wel een enkel 'novum'
geïntroduceerd.
De belangrijkste noviteiten zijn het begrip 'bestuurlijke ophouding',
waarmee de politie potentiële raddraaiers een half etmaal kan
opsluiten zonder tussenkomst van een rechter, en de uitbreiding van het
artikel 'openlijke geweldpleging in vereniging' opdat ook de meelopers
kunnen worden aangehouden. De kritiek op deze wetswijzigingen, die de
horizon van het EK overstijgen, is door de Kamer grotendeels als te
theoretisch terzijde geschoven.
DAT BETEKENT NIET dat alle juridische problemen nu op voorhand zijn
opgelost. Voetbalvandalisme is namelijk een structureel verschijnsel,
dat zich niet per oekaze laat indammen. Meer nog dan 'chaoten' en andere
'autonome' anarchisten die staatsbezoeken en topconferenties (als de
Eurotop) gebruiken voor hardhandig protest, laten de hooligans aller
landen zich leiden door een ogenschijnlijk irrationeel verlangen naar
rotzooi. Voetbalgeweld is het afgelopen decennium een soort
stammenstrijd geworden, waarbij de verschillende groepen zich nu eens op
elkaar storten en zich dan weer gezamenlijk tegen de politie keren.
Doelloos knokken is hun grootste gemene deler. Daartegen is weinig kruid
gewassen. De stammen hebben weliswaar leiders. Maar die zijn amper
aanspreekbaar en hebben al helemaal geen programma. Met andere woorden:
voetbalvandalisme is de meest radicale vorm van het partygeweld dat de
steden bijna elk weekeinde in de nachtelijke uren teistert.
Bij de krakers kon in de jaren tachtig de angel uit het verzet gehaald
worden door een combinatie van politie-optreden en woningbouw.
Gewelddadige voetbalsupporters daarentegen begrijpen zo'n polderaanpak
niet. Openbaar bestuur en organisatoren moeten tijdens het EK derhalve
in ventiever zijn om de openbare orde in goede banen te leiden. Behalve
juridisch zullen ze ook in massapsychologische zin veel creativiteit aan
de dag dienen te leggen.
NU DE WETTELIJKE aanpassingen bijna een feit zijn, doet daarom een
nieuwe fase zijn intrede. Voor al te veel somberheid is het thans te
laat. Het merendeel van de supporters en belangstellenden wil een
prettig Europees voetbalkampioenschap. De harde kern der hooligans op
zijn beurt zal hoe dan ook uit zijn op confrontaties. Het is dus van
belang dat de echte vechtersbazen niet de kans krijgen de sfeer te
bepalen. De goedwillende toeschouwers en burgers moeten het gevoel
krijgen dat de uitzonderingsmaatregelen, die ongetwijfeld zullen worden
getroffen, niet tegen hen zijn gericht. Niet elke bierdrinker op de
openbare weg is per definitie een vandaal. Als de autoriteiten hem wel
als zodanig beoordelen, kan iedereen overspannen raken: de politie, de
fans en uiteindelijk ook de bewoners van de steden die gastheer zijn
tijdens het toernooi.
Selectief en vooral precies optreden van politie en justitie blijft,
ondanks de wettelijke mogelijkheden, derhalve geboden. Het EK noopt,
rondom de wedstrijden, eveneens tot festiviteiten die door hun aard en
sfeer niet kunnen worden gedomineerd door de vandalen. Want ondanks alle
scepsis over de nakende voetbalhysterie, tot nu toe hebben in ieder
geval de Nederlandse oranjefans er blijk van gegeven dat ze wel feest
kunnen vieren. Hoe ordinair die feestjes er soms ook uitzien, er is geen
weg meer terug.