Het Frederiksplein zet zich schrap: De Nederlandsche Bank
Door Maarten Schinkel
185 jaar oud is hij nu, De Nederlandsche
Bank (DNB), en bezig aan zijn laatste jaar als onafhankelijke
instelling. Per 1 januari wordt DNB slechts een van de elf banken die
het Europees Stelsel van Centrale Banken uitmaken. Degenereert de
nationale centrale bank dan tot een Amsterdams postadres voor Frankfurt,
of een bureau met een telefoon? En wat doen die zestienhonderd
duurbetaalde professionals daar nog?
De centrale bankiers aan het Frederiksplein kampen regelmatig met deze
beeldvorming, terwijl er veel taken hetzelfde blijven, en er voor de
rest na 1 januari alleen maar werk bijkomt. Wat verandert er niet?
Toezicht op banken en effectenkredietinstellingen. De ECB krijgt geen
toezichtstaak. Die blijft bij de nationale instellingen. In sommige
landen is dat een aparte organisatie, zoals in Duitsland. In de meeste
EU-landen berust het toezicht bij de nationale centrale bank.
Het betalingsverkeer. Hoewel de ECB daar het laatste woord over krijgt,
berust de afhandeling van het geld- en betalingsverkeer en de circulatie
van geld wel bij de nationale centrale banken.
Operaties op de geld- en kapitaalmarkt. De ECB dicteert welk monetair
beleid er wordt gevoerd, maar de nationale centrale banken voeren het
ieder op hun eigen financiele markt uit. Het geldverkeer met de
commerciele banksector blijft dus worden verzorgd door De Nederlandsche
Bank.
Het beheer van de reserves. De reserves worden wel deels overgedragen
aan de Europese Centrale Bank, maar bij het beheer daarvan houden de
nationale centrale banken een uitvoerende taak. Bovendien hebben zij nog
de eigen reserves die veel groter zijn dan het deel dat aan de ECB wordt
overgedragen.
De Nederlandsche Bank krijgt er daarnaast taken bij:
Vanaf begin jaren tachtig is het rentebeleid er op gericht de gulden
stabiel te houden tegenover de Duitse mark. Het rentebeleid kon min of
meer op de automatische piloot. Vanaf januari krijgt bankpresident
Wellink als lid van de Raad van Bestuur van de ECB er in feite macht
bij: hij zal zich moeten uitspreken over het monetaire beleid en
daarvoor gedachten, gegevens en argumenten mee naar Frankfurt nemen die
door de staf van DNB worden geleverd.
Omdat er straks een eurogeldmarkt is die in alle elf eurolanden door de
nationale centrale banken wordt verzorgd, is er dagelijkse coordinatie
nodig tussen de centrale banken. Dit wordt in Amsterdam gezien als een
taakverzwaring.
Facultatief is er nog een extra taak, die De Nederlandsche Bank zichzelf
heeft toegedacht. Wie naar de verenigde Staten kijkt, ziet dat de
Federal Reserve Board sinds 1913 is veranderd van een decentrale
organisatie van gelijkwaardige centrale banken, naar een organisatie
waarin de regionale centrale banken ieder een specialisatie hebben
doorgemaakt. De Federal Reserve Bank van New York is de machtige arm,
die de operaties op de geld-, valuta- en kapitaalmarkt uitvoert. Maar de
andere Federal Reserve Banks, zo benadrukte het hoofd Wetenschappelijk
onderzoek en econometrie van DNB, prof. M. Fase, onlangs, hebben zich
gaandeweg ook gespecialiseerd. De Fed van Minnesota is bijvoorbeeld
toonaangevend in economische modellen en econometrie, die van St. Louis
is goed in monetaire theorie.
Die specialisatie kan binnen het Europese Stelsel van Centrale Banken
ook gebeuren. Daarom werkt De Nederlandsche Bank hard aan zijn reputatie
als economische modellenbouwer, en claimt nu al met EUROMON een van de
weinige centrale banken in Europa te zijn die de euro-economie
modelmatig geloofwaardig kunnen nabootsen. De Tinbergen-traditie, naar
de Nobelprijswinnaar en econometrist Jan Tinbergen, is daar niet vreemd
aan. Ook het door Tinbergen destijds opgerichte Centraal Planbureau
heeft een internationale reputatie te verliezen.
Nu zal geen centrale bank in Europa van zichzelf beweren de economische
theorie binnenshuis niet onder de knie te hebben en bovendien kan het
decennia duren voordat er een nieuwe taakverdeling tussen de leden van
het ESCB uitkristalliseert. Maar, zo wordt op het Frederiksplein
gedacht, het is nooit te vroeg om alvast positie te kiezen.