De ECB komt voor hetere vuren te staan: Jurgen Stark,
vice-president van de Bundesbank
Door Michele de Waard
De centrale bank in Duitsland, de
Bundesbank, kreeg de afgelopen maanden te maken met bemoeizuchtige
politici die een lagere rente wilden. De bankiers zetten zich schrap, en
zullen dat blijven doen. `Mocht de Bundesbank menen dat bepaalde
politici een verkeerde richting inslaan, dan trekken we aan de bel',
waarschuwt vice-president Jurgen Stark van de Bundesbank.
Jurgen Stark had het ministerie van Financien nog maar net verlaten om
bij de Bundesbank te beginnen, of er brak brand uit in de monetaire
wereld. SPD-voorzitter Oskar Lafontaine, de nieuwe minister van
Financien, had het vuur geopend op de Bundesbank (Buba) in Frankfurt, de
hoedster van de mark, die voor de Duitsers het symbool is van
stabiliteit en welvaart. Gesterkt door de macht van zijn nieuwe functie,
maande Lafontaine de bank tot een andere geldpolitiek. Het huidige
beleid was te eenzijdig op inflatiebestrijding gericht en te weinig op
het scheppen van banen, vond Lafontaine.
Zo begon uitgerekend Duitsland twee maanden voordat de euro zou worden
geintroduceerd de stabiliteitspolitiek in twijfel te trekken. Ook
pleitte Lafontaine voor vastere wisselkoersen tussen euro, dollar en yen
en drong hij herhaaldelijk aan op verlaging van de rente opdat de
economie een injectie zou krijgen. Voor de nieuwe minister was de
Bundesbank geen heilige instelling met het dogma van `onfeilbaarheid'.
De bankiers in Frankfurt zetten zich schrap. Ze hadden eerder te maken
gehad met bemoeizuchtige politici. `De Bundesbank is net als slagroom;
hoe harder je klopt, hoe stijver ze wordt.' Deze uitspraak van Wim
Duisenberg, president van de Europese Centrale Bank, had aan actualiteit
niet ingeboet. Jurgen Stark, de nieuwe vice-president bij de Buba,
herinnerde eraan dat het sommigen die na lange tijd naar Bonn
terugkeerden `misschien was ontgaan', maar de onafhankelijkheid van de
Bundesbank en het belangrijkste doel van prijsstabiliteit waren in de
grondwet vastgelegd. Stark, die tot voor kort als gedoodverfd opvolger
van Tietmeyer gold, zag zijn positie in gedrang komen door geruchten dat
Lafontaine een eigen vertrouweling als bankpresident wilde benoemen.
Toen ook Washington terughoudend reageerde, Londen verontwaardigd was en
Parijs zich onzeker opstelde tegenover de nieuwe financiele man in Bonn,
bond Lafontaine in. De rust was nog niet teruggekeerd in de Duitse
geldwereld, of de elf centrale banken uit de eurolanden besloten begin
deze maand onverwachts de rente te verlagen. Geen economische
argumentatie kon de gedachte wegwissen dat de Europese bankiers tot hun
gemeenschappelijke actie hadden besloten op aandringen van de Duitse
minister van Financien.
Vice-president Jurgen Stark (50) kijkt verbaasd. In zijn werkkamer, hoog
in het gebouw van de Bundesbank aan de rand van Frankfurt, zegt hij:
,,Deze beslissing zou ook genomen zijn als de discussie van de afgelopen
weken er niet was geweest. Het gaat hier niet om politieke nederlagen of
overwinningen. Het gaat erom dat na intensieve afstemming in de Europese
Centrale Bank (ECB) elf nationale centrale banken in volledige
onafhankelijkheid tot renteverlaging hebben besloten.''
Toen Lafontaine twee maanden geleden zich voor het eerst uitsprak voor
renteverlaging en vastere wisselkoersen, reageerde Duisenberg dat de
rente in Europa historisch nog nooit zo laag is geweest. Een verdere
verlaging van de Europese rente leek zinloos.
,,De renteverlaging geeft een goed signaal. Nog voordat de derde fase
van de Europese Economische en Monetaire Unie (EMU) op 1 januari 1999
van start is gegaan, is het de Europese Centrale Bank gelukt een
gecoordineerde actie tot stand te brengen. Er zijn momenteel goede
redenen voor een renteverlaging, ook voor Duitsland waar de rente van
3,3 naar 3 procent is gezakt. Er is geen inflatiegevaar, we hebben in
feite prijsstabiliteit bereikt en de groei zal volgend jaar afnemen,
zodat verlaging van de rente gerechtvaardigd is. Toen we de rente in
1997 verhoogden, was de situatie heel anders.
,,Er is de afgelopen twee maanden het nodige veranderd. Gezien de
opwinding over de internationale financiele situatie in Azie en Rusland
hebben Duisenberg en ook de Bundesbank destijds een politiek van de
`rustige hand' bepleit. De laatste weken is echter van Europa een
stabiliserende werking uitgegaan. Europa heeft zich niet laten
meetrekken in een negatieve spiraal, dat alles gloom en doom zou zijn in
de wereldeconomie. De Europese landen hebben zich steeds op het
standpunt gesteld dat de economische situatie in de diverse regio's heel
verschillend is. Amerika staat er anders voor dan Europa en in Europa
zelf bestaan ook grote verschillen.
,,De stap van de centrale banken mag niet het verkeerde signaal geven
aan de sociale partners en de politiek, die nu met elkaar over een
`Alliantie voor Werk' praten. Voor het aantrekken van de economische
groei in Duitsland is niet zozeer deze renteverlaging als wel het
doorvoeren van structurele hervormingen van doorslaggevend belang. Er
moet hoognodig meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt komen. Dat geldt
niet alleen voor Duitsland, maar ook voor andere grote economieen in de
eurozone.''
Is dat gevaar juist niet groter geworden? Sommige
vakbondsvertegenwoordigers hebben het `einde van de bescheidenheid' in
de loonpolitiek aangekondigd, gesteund door minister Lafontaine die de
consumptie wil stimuleren. De renteverlaging kan toch de indruk wekken
dat loonmatiging niet meer nodig is?
,,Dat moet blijken. Duidelijk is waar nu de verantwoordelijkheid ligt:
bij de CAO-partijen en bij de politiek, die de begrotingsdiscipline moet
naleven en de structuren van onze economie flexibeler moet maken. Ons
signaal is duidelijk: wat tot de verantwoordelijkheid van de
geldpolitiek wordt gerekend heeft de Bundesbank met de recente rentestap
gedaan en daarmee is voor de afzienbare toekomst helderheid geschapen.''
Daarmee is het debat dat Lafontaine aansneed over een andere
geldpolitiek beeindigd?
,,Ik kan niet zeggen dat deze discussie nu is beeindigd. Politici moeten
zich houden aan bindende afspraken. De discussie is in ieder geval wel
door deze kant beeindigd. Nu ligt de bal in het veld van de anderen.
Iedereen die economische politiek bedrijft moet in beweging komen.''
Rekent u erop dat de investeringen in Duitsland zullen aantrekken, zodat
meer banen worden geschapen?
,,Als de export afzwakt, zal dat ook tijdelijk gevolgen hebben voor de
investeringen. Indien verkeerde signalen van de CAO-onderhandelingen
uitgaan, kan ook dat investeerders afschrikken. Beslissend is echter
voor investeerders hoe de belastinghervorming eruit komt te zien. Dat is
nog steeds onduidelijk. Investeerders willen weten onder welke
voorwaarden ze moeten werken en hoe hun winsten worden belast. Daarom
moet er heel snel opheldering komen, zodat bedrijven weten waar ze aan
toe zijn.
,,Een ding is duidelijk: volgens studies van het Internationale
Monetaire Fonds en de OESO is ten minste 80 procent van de werkloosheid
in Duitsland terug te voeren op structurele factoren in de economie. Dat
wil zeggen moeilijke toegang tot de arbeidsmarkt, belemmeringen bij de
loonvorming - de onderste salarisgroepen zijn niet bezet -, gebrek aan
flexibele arbeidscontracten en obstakels bij ontslag van personeel.
Bovendien houden de kostbare sociale premies en belastingen de
loonkosten te hoog. Het Nederlandse poldermodel toont aan dat het met
een geldpolitiek die identiek is aan die van Duitsland mogelijk is de
werkloosheid significant terug te dringen naar 3,9 procent. De vier
elementen van het model zijn relatief simpel: een gezond financieel
beleid, een stabiele geldpolitiek, flexibele arbeidsmarktstructuren en
een loonontwikkeling die niet boven de stijging van de productiviteit
uitgaat. Alleen is hier consensus voor nodig en een lange adem. In
Duitsland ontbreken enkele van deze elementen.''
Sommige politici in Nederland zijn bezorgd over de financiele politiek
van Lafontaine, die een neokeynesiaans stimuleringsbeleid voorstaat dat
in Nederland in de jaren zeventig fatale economische gevolgen had: hoge
tekorten en hoge werkloosheid. De VVD noemt Lafontaine `een risico' voor
de stabiliteit van de euro.
,,Moment, moment. Nederland kan gerust zijn. We hebben een Verdrag van
Maastricht en we hebben een stabiliteits- en groeipact. Er zijn heldere
afspraken gemaakt tussen de eurolanden, die een bindend volkenrechtelijk
karakter hebben. Deze afspraken kunnen in Europa alleen eenstemmig
worden veranderd. Als er al een verandering komt, is goedkeuring van de
nationale parlementen nodig.
,,Ondanks het debat zie ik niet dat gemaakte afspraken en regels ter
discussie kunnen worden gesteld. De onafhankelijkheid van de Europese
bank en de politieke onafhankelijkheid van de personen in de bankraad
zijn allemaal helder geregeld. Ook heb ik tot nu toe niemand gehoord die
aan het stabiliteits- en groeipact voor de euro wilde tornen. De Duitse
Bondsdag heeft het Verdrag van Maastricht met een meerderheid van 95
procent goedgekeurd. Zelfs onze grondwet moest veranderd worden en
daarmee is de Bondsraad eenstemmig akkoord gegaan.''
In het Verdrag van Maastricht staat ook dat politici niet eens pogingen
mogen ondernemen om de monetaire beslissers te beinvloeden. Daarvan
heeft de nieuwe minister van Financien zich weinig aangetrokken.
,,De onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank, het consolideren
van begrotingen, prijsstabiliteit en het vermijden van tekorten met een
limiet van 3 procent van het binnenlands product - dit alles is
vastgelegd en door niemand weersproken.
,,Het is duidelijk dat de Europese Centrale Bank nog voor hetere vuren
zal komen te staan. Maar die zal ze overwinnen, zeker gezien de goede
teamgeest die zich heeft ontwikkeld.''
De Bundesbank heeft groot gezag en vertrouwen opgebouwd. Welke invloed
heeft de Duitse centrale bank nog als de euro wordt ingevoerd?
,,Die reputatie houden we hopelijk. In feite verandert er voor de
Bundesbank maar een element: de beslissingen over geldpolitieke
maatregelen worden niet meer door de bankraad van de Bundesbank genomen,
maar door de bankraad van de Europese bank. Verder verandert er relatief
weinig. Het operationele werk, zoals de geldverzorging en deelname aan
het bankentoezicht, blijft de Bundesbank gewoon uitoefenen. Bovendien
houden we een vinger in de pap omdat de president van de Bundesbank een
adviesfunctie heeft in de bankraad van de Europese bank.
,,Mocht de Bundesbank menen dat bepaalde politici een verkeerde richting
inslaan, dan trekken we aan de bel. Net als nu. De Bundesbank kan en zal
een appel op de politiek blijven doen. Ik waarschuw alleen dat bepaalde
discussies tot onzekerheid bijdragen. De financiele markten hebben de
euro een enorm voorschot aan vertrouwen gegeven dat gebaseerd is op de
nieuwe Europese bank en de gekozen personen. Dat vertrouwen mag op geen
enkele manier worden ondergraven. Een vertrouwenspremie is snel
verspeeld en dan duurt het heel lang voordat het vertrouwen is
herkregen. De Europese muntunie is een duurzaam project en mag niet voor
politieke experimenten van welke aard ook worden misbruikt.''