De moeder aller euro's houdt haar kinderen kort: De
techniek van het centraal bankieren
Door Maarten Schinkel
Wat zal de Europese Centrale Bank nu
precies gaan doen? Over refi-rente, marginale beleningsrente, swap-
transacties en andere duistere termen. Hoe de ECB over de
geldhoeveelheid zal waken.
Waar gaat de burger naartoe als hij geld nodig heeft? Naar de bank. Hij
haalt het van zijn rekening, via de geldautomaat, of sluit een leninkje
af en loopt vervolgens voorzien van geld het filiaal weer uit. Zijn
banksaldo, zijn bezit, inkomen of toekomstige inkomen worden te gelde
gemaakt, en zijn klaar om te worden gespendeerd.
Een bank is een geldscheppende instelling: hij zet waarden met een lange
looptijd of moeilijke verhandelbaarheid om in het zo kort mogelijk
lopende bezit, dat van alles het meest verhandelbaar is. En dat is geld.
Maar waar gaat de bank naartoe als hijzelf geld nodig heeft? Hij kan het
lenen bij andere banken, via de interbancaire markt, maar uiteindelijk
komen banken allemaal terecht bij de moeder van al het geld, en dat is
de centrale bank.
De Europese Centrale Bank wordt straks de moeder van alle euro`s. De ECB
bepaalt de rente op euro's en beinvloedt zo de prijs van geld. De prijs
van geld is cruciaal. Hij bepaalt of investeringen nog rendabel zijn of
niet meer, hoe aantrekkelijk het is om te lenen en te sparen.
De mate van economische activiteit hangt daar nauw mee samen. Bij een te
hoge activiteit dreigt inflatie, en zal de ECB de prijs van geld, de
rente, opschroeven. Is de activiteit zwak, dan maakt de ECB geld juist
goedkoper. Bovendien probeert de ECB straks de hoeveelheid euro's die in
omloop zijn te manipuleren. De achterliggende gedachte daarbij is dat de
groei van de hoeveelheid geld gelijke tred moet houden met de groei van
de omvang van alle transacties in de economie waar geld mee gemoeid is.
Is er teveel geld in verhouding tot het aantal transacties, dan kan de
waarde van dat geld dalen: inflatie.
Maar hoe bepaalt de ECB de rente? Daartoe hebben de ECB in Frankfurt, en
de nationale centrale banken van de landen die meedoen met de euro - het
Europese Stelsel van Centrale Banken (ESCB) - een waar arsenaal aan
instrumenten ter beschikking.
Uitgangspunt is dat het ESCB bewust een structureel geldtekort creert.
Dat betekent dat alle gewone banken bij de centrale bank geld moeten
aanhouden als verplichte kasreserve. Voor Nederlandse banken wordt dat
straks een bedrag van tussen 15 en 18 miljard gulden. Door geld
verplicht aan te houden bij de centrale banken, komen zij regelmatig
geld tekort in hun dagelijkse verkeer met andere banken, bedrijven en
clienten. Dat geld moeten de banken dan lenen van de centrale bank.
De rente die de centrale bank daarvoor berekent, is maatgevend voor het
hele geldsysteem: banken zullen onder normale omstandigheden op zijn
minst hetzelfde rentetarief berekenen aan elkaar en aan hun klanten. Om
geld te mogen lenen, moeten banken onderpand inbrengen. Wat als
onderpand mag dienen, staat op een uitgebreide lijst die het ESCB heeft
opgesteld. Met name kort- en langlopend schuldpapier van overheden van
de elf EMU-landen is geschikt als onderpand. Maar het palet is breder.
De Bundesbank, de Duitse centrale bank, hanteert tot nu toe ongeveer
hetzelfde systeem. Banken belenen hun onderpand, en krijgen daar geld
voor terug. Elke week is er een ronde van beleningen, die een looptijd
hebben van veertien dagen. De rente die de Bundesbank daarop berekende,
de repo (repurchase- of beleningsrente) is altijd maatgevend geweest
voor de Duitse geldmarktrente en genoot wereldwijde bekendheid. Bij de
ECB gaat het eender: eens in de week een veertiendaagse belening, die
straks niet repo heet maar refi (de basis-herfinancieringstransactie).
De ECB mag dan erg op de Bundesbank lijken, maar dat ligt politiek in
Europa nog steeds te gevoelig om dat al te opvallend te laten blijken.
KLINKT EENVOUDIG
Het systeem klinkt eenvoudig, maar is in zijn uitvoering complex. Elke
werkdag doen banken enorm veel transacties met elkaar en met de centrale
bank. Die transacties gaan straks in euroland via een Europees
vereveningssysteem, een Real Time Gross Settlement-systeem, dat
gedurende de dag constant verrekent wie nog geld krijgt van wie. In
Euroland zijn de nationale vereveningssystemen uniform, en via Frankfurt
aan elkaar gekoppeld.
Samen heten ze TARGET: Trans European Automated Real Time Gross
Settlement Express Transfer. TARGET is de navelstreng die het Europese
Stelsel van Centrale Banken met de banken verbindt. TARGET is maar ten
dele een monopolist. Commerciele banken hebben straks onderling ook een
eurobetaal- en vereveningssysteem maar dat is niet zoals TARGET direct
verbonden met het ESCB.
Aan het eind van elke dag blijkt welke bank er na afwikkeling van alle
transacties een geldtekort heeft, en welke bank er juist geld overheeft.
Dit zeer kortlopende geld kan bij het ESCB gedurende een nacht
(overnight) worden weggezet of juist geleend. Overtollig geld even
overnight wegzetten bij het ESCB kan door middel van de
depositofaciliteit. Voordelig is dat niet: de depositorente die het ESCB
geeft vormt de bodemrente in de geldmarkt.
Wie aan het eind van de dag daarentegen geld tekortkomt, kan ook bij het
ESCB terecht. Een overnight-geldtekort bij het ESCB aantrekken gaat door
middel van de marginale beleningsfaciliteit, waarvoor niet zoveel
formaliteiten nodig zijn als bij andere, langer lopende beleningen. De
rente is voor deze `noodleningen' ook al niet voordelig. Zij vormt de
plafondrente in de geldmarkt. Samen heten de depositofaciliteit en de
marginale beleningsfaciliteit de permanente faciliteiten van het ESCB.
De ECB en de aangesloten nationale centrale banken van het ESCB kunnen
natuurlijk niet alles voorzien. De toewijzing van geld door middel van
de veertiendaagse beleningen is soms een te ruw instrument. Het kan
voorkomen dat er toch te veel of te weinig geld op de markt is. Bij die
gelegenheden neemt de ECB zijn toevlucht tot de fijnafstellers van de
geldmarkt: open-markttransacties. De al genoemde veertiendaagse belening
is een open-markttransactie, en er is ook een langerlopende
herfinancieringstransactie met een looptijd van drie maanden.
Maar het echte fijnafstellen van de geldmarkt gebeurt op ad hoc basis.
De ECB kan rechtstreeks op de financiele markten langer lopend
schuldpapier kopen. Zo brengt de ECB het geld dat zij daarvoor betaalt
extra in het financiele systeem. Andersom kan natuurlijk ook: als er een
geldoverschot is, kan de ECB schuldpapier uit zijn reserves juist
rechtstreeks op de markt brengen. Het geld dat zij daarvoor ontvangt,
wordt zo aan het financiele systeem onttrokken.
Er zijn nog meer methodes, zoals het sluiten van omruiltransacties van
waardepapieren in euro's naar een buitenlandse valuta (een
swaptransactie), het zelf uitgeven van kortlopend schuldpapier en dat
soms voortijdig ook weer inkopen. In dat geval gedraagt de ECB zich als
een gewone, zij het zeer machtige speler op de markt.
Er zijn centrale banken die vrijwel alleen met open-markttransacties
werken, en zo de hoeveelheid geld in het systeem beinvloeden. Onder die
banken is niet de eerste de beste: de Amerikaanse Federal Reserve. Het
leidende rentetarief van de `Fed', het federal fund rate, wordt niet
door de bank gedicteerd zoals bij de ECB het geval is. Het Amerikaanse
tarief komt door fijnafstelling met open-marktTransacties tot stand.
Samengevat beinvloedt de ECB dus de rente op drie verschillende
manieren: allereerst door de rentetarieven die zij heft of geeft op
`overnight'-tekorten of -overschotten in het dagelijkse verkeer op de
geldmarkt. De depositorente en de marginale beleningsrente vormen straks
een `corridor', die zo'n beetje vergelijkbaar is met het disconto en de
Lombardrente die voorheen in Europa gangbaar waren. Op 22 december
kondigt de ECB aan welke tarieven daarvoor gaan gelden. Het zou
bijvoorbeeld 2,50 procent kunnen zijn voor de depositorente en 4,50
procent voor de marginale beleningsrente.
Ten tweede: binnen die corridor beweegt de refi-rente, de belangrijke
veertiendaagse beleningsrente, die zoals gesteld de krantenkoppen zal
bepalen. Die veertiendaagse beleningsrente is al vastgesteld op 3
procent. Banken moeten onderpand belenen om geld te krijgen om mee te
kunen werken. Dat geld hebben ze onvoldoende, omdat ze een verplichte
kasreserve bij het ESCB moeten aanhouden. Daarnaast (ten derde) heeft de
ECB de fijnafstellingsinstrumenten om op ad hoc basis de hoeveelheid
geld op de geldmarkt te verruimen of te verkrapppen.
GEEN SAMENRAAPSEL
Waar wordt het monetaire beleid van de ECB uitgevoerd? Niet zozeer bij
de ECB zelf. Vooralsnog heeft die alleen een sturend en strategisch
karakter. De nationale centrale banken, die samen met de ECB het
Europees Stelsel van Centrale Banken vormen, voeren het geldmarktbeleid
ieder op de eigen geldmarkt uit. Wordt het ESCB straks dus slechts een
samenraapsel van 11 nationale geldmarkten die verbonden zijn met het
centrum in Frankfurt door middel van het betaalsysteem TARGET? Dat is
niet de bedoeling. De centrale bankiers willen juist dat nationale
commerciele banken buiten de eigen nationale geldmarkt gaan opereren.
Allereerst kan een bank voor vrijwel alle geldmarktoperaties terecht bij
elke centrale bank die meedoet aan de euro, hoewel de eigen nationale
centrale bank waarschijnlijk wel de belangrijkste zal blijven.
Bovendien is er via TARGET een echte grensoverschrijdende euro-geldmarkt
ontstaan. De commerciele bank die aan het eind van de dag geld over
dreigt te houden, kan natuurlijk altijd terecht bij zijn nationale
centrale bank, maar kan straks ook eens op de Franse geldmarkt gaan
kijken of daar niet een bank is met juist een tekort. Een eventuele
onderlinge overeenkomst is altijd voordeliger dan de relatief lage
depositorente die de eigen nationale centrale bank voor het stallen van
het overschot biedt. Dat geldt natuurlijk ook voor de bank die aan het
eind van de dag tekort dreigt te komen: misschien is er wel een
Italiaanse bank met een overschot, waar aantrekkelijker kan worden
geleend dan tegen de relatief hoge marginale beleningsrente die de eigen
centrale bank biedt.
Door de ruimte tussen de depositorente en de marginale beleningsrente
flink groot te houden, hopen de centrale bankiers in Frankfurt het
ontstaan van een echte, pan-Europese geldmarkt in euro's te bevorderen.
Maar niet zonder zelf via de verplichte kasreserves een stevige vinger
in de pap te houden. Want de ECB, de moeder aller euro's, houdt haar
kinderen kort.