Hier moet je wezen: De Nederlandse Europeanen van de ECB
Door Jannetje Koelewijn
Ze voelen zich allemaal bevoorrecht, de
Nederlanders die bij de Europese Centrale Bank. Het was pionieren, tot
nu toe. Ook met de taal die ze met de andere ambtenaren moesten spreken,
of wat er bij de lunch gegeten zou worden. Inmiddels heeft de
bureaucratie toegeslagen. Op hoeveel ramen heeft een senior-medewerker
recht?
Komt het door haar donkere ogen? Haar fragiele verschijning? (Zwarte
broek, zwart jasje, de parels van haar overleden schoonmoeder om haar
hals.) Of is het haar mond?
Het is haar mond. De mond maakt haar Europees. Of in ieder geval
niet-Nederlands. Op haar werk spreekt ze Engels, thuis ook. Ze is met
een Spanjaard getrouwd, ze kent hem van haar werk. Nu leert ze ook
Spaans. Andere taal, ander gebruik van de spieren. Ze gebruikt haar
handen ook anders als ze praat. Het is dat ze op haar kamer zo'n
rood-wit vignet van Ajax heeft hangen, daardoor kun je nog vermoeden
waar ze vandaan komt. En ze zegt het ook: ,,Ik blijf Nederlander.''
Maar het is niet zo.
Ze heeft een huis gekocht in Frankfurt. 's Avonds eet ze nooit meer voor
half elf. (Haar man kookt.) Ze heeft de banden met De Nederlandsche Bank
- waar ze werkte, ze is eerst een tijd gedetacheerd geweest - definitief
doorgesneden. Ze zit nu echt bij de Europese Centrale Bank. En ze
piekert over hoe het zal gaan als ze kinderen wil. In welke taal moet ze
hen opvoeden? En zou het raar zijn om ze hun schoen te laten zetten voor
Sinterklaas?
Dit is Carin Pronk, econoom, tweeendertig jaar. Vier jaar geleden
besloot ze - ,,let op mijn achternaam'' - een eigen leven te gaan
opbouwen, in het buitenland. Ze hoorde bij de zeventig pioniers die eind
1994 begonnen bij wat toen nog het EMI heette, het Europees Monetair
Instituut. Er was geen fax, er was geen telefoon, de paar gehuurde
verdiepingen in de Frankfurter wolkenkrabber waarin ze werden
ondergebracht waren een bouwkeet. Haar vrienden in Nederland hadden geen
idee waar ze zich mee bezig hield. De naam euro bestond nog niet eens.
Maar die zeventig pioniers in de wolkenkrabber hadden het, zegt Carin
Pronk, reuze gezellig. ,,Allemaal vrijbuiters.''
Ze is secretaris van het comite statistiek. In dat comite zitten mensen
uit de landen die met de euro meedoen en met elkaar hebben ze
vastgesteld binnen welke statistische kaders de nationale centrale
banken gaan rapporteren over allerlei financiele en monetaire
aangelegenheden. Dat moet vanaf 1 januari op een lijn zijn. Het gaf een
hoop gedoe, ieder land heeft zo z'n tradities. De eerste tijd bleef een
Fransman een Fransman, een Italiaan een Italiaan. ,,Iedere nationaliteit
dacht: wij weten hoe het moet, zo gaan we het aanpakken'', zegt Carin
Pronk. ,,Maar dat vervaagde snel. Het was niet vol te houden.''
In Brussel en Straatsburg vind je ze allang, maar je vindt ze nu ook in
Frankfurt: Europeanen. In het begin maakten ze ruzie over de koffie. De
zuiderlingen vonden hem te slap, de noorderlingen veel te sterk. In het
begin wisten ze ook niet hoe laat ze zouden lunchen, en waarmee. Nu
staan de Nederlanders om kwart voor twaalf in de rij voor het
bedrijfsrestaurant. De Italianen komen niet voor tweeen. Allemaal kunnen
ze - menu van woensdag 9 december - kiezen uit een gefrituurde
aardappelpannenkoek met appelmoes, Engels lamsvlees en een salade met
witte bonen. Wijn en water staan in de vitrine ernaast.
Geen boterhammen met kaas. Geen bekers melk.
Blablabla. Je denkt dat het een eigenaardigheid is van Erwin Nierop,
deputy general counsel bij de Europese Centrale Bank. Maar dan hoor je
dat zijn secretaresse het ook doet. En het hoofd van de persafdeling. Ze
maken hun zinnen vaak niet af, ze vatten de rest van wat ze zeggen
willen samen in blablabla. ,,Tijdgebrek'', zegt Erwin Nierop. Er wordt
inderdaad hard gewerkt bij de Europese Centrale Bank, van 's morgens
acht tot 's avonds zeven en vaak nog langer. Maar dat is het niet
alleen. Zet mensen uit elf verschillende landen met negen verschillende
talen bij elkaar, laat ze allemaal Engels spreken en je weet zeker dat
het al snel geen gewoon Engels meer is.
Het wordt Europees Engels.
Dat is de taal in Frankfurt. Maar zeg het nooit hardop. Het is een
wonder dat de muntunie niet is mislukt door ruzies over het Engels.
Het comite statistiek - of externe betrekkingen, of interne controle, of
betalingsverkeer of noem maar op - komt bijeen in de vergaderzaal op de
zesendertigste verdieping, prachtig uitzicht over de Dom en de Main, als
het tenminste niet regent. Welke taal wordt er gebruikt?
Mogelijkheid een: daar wordt een afspraak over gemaakt. En dan wordt het
Engels. Ai, meteen de Spanjaarden kwaad. Spreken we niet. En de Fransen.
Mag niet van onze grondwet.
Mogelijkheid twee: geen afspraak. Het wordt ook Engels, Europees Engels,
en niemand is kwaad.
Zeg in Frankfurt ook niet hardop dat het aantal Nederlanders bij de
Europese Centrale Bank (25 op ruim 500 in totaal) zo mooi overeenkomt
met het aandeel van Nederland in de Europese Centrale Bank (4,3
procent). Dat is namelijk toeval. Officieel wordt in Frankfurt bij het
aannemen van mensen niet gekeken naar nationaliteit. En officieel
probeert niet een land zoveel mogelijk eigen mensen op zo hoog mogelijke
posities te krijgen.
De Europese Centrale Bank is neutraal. Europees neutraal.
De Nederlanders die er werken vertellen trots hoe ,,uitstekend wij
vertegenwoordigd zijn''. Dit zegt Gert Jan Hogeweg, directeur-generaal
general economics. Hoe ,,heel erg leuk en vertrouwd'' het is dat Wim
Duisenberg de president geworden is. Zegt Carin Pronk. Maar heus, het
doet er verder niets toe. Het doet er ook helemaal niet toe dat er
relatief meer noorderlingen in Frankfurt werken omdat ze:
1. goed in IT zijn
2. goed hun talen spreken
3. gewend zijn aan kou.
(Voor Finnen is Frankfurt de Riviera, voor Italianen is het de
noordpool.)
Iedereen weet het, maar het mag niet worden gezegd. Het wordt meteen
uitgelegd als noord beter dan zuid. En dat is wel het laatste wat ze bij
de Europese Centrale Bank kunnen gebruiken.
De officiele verklaring voor het relatief grotere aantal noorderlingen
bij de ECB is dat ze bij de centrale bank in hun eigen land minder
verdienen. Ook hoor je dat er bij de ECB Italiaanse, Portugese en
Spaanse economen werken ,,die echt heel goed zijn''.
Wat doet een deputy general counsel van de Europese Centrale Bank? Hij
geeft alles wat daar gebeurt juridisch vorm. Erwin Nierop, jurist,
eenenveertig jaar, is nog meer pionier dan Carin Pronk. Hij zat bij de
dertig mensen die kort na het Verdrag van Maastricht (februari 1992) het
Europees Monetair Instituut gingen opzetten - toen nog in Bazel. Hij
deelt zichzelf in bij de categorie euro-nomaden: reist het werk
achterna. Andere categorieen, zegt hij, zijn de mensen die zich met hun
gezin in Frankfurt vestigen en de mensen die ieder weekend terug naar
Nederland gaan. Erwin Nierop is bachelor, zeezeiler als hij tijd heeft,
bewoner van een klein appartement in de wolkenkrabber naast die van de
ECB. Hij kan binnendoor naar kantoor - 's avonds om een uur of negen
gaat hij er vaak nog voor een paar uur heen. Stukken lezen, schrijven.
Waarom dat harde gewerk bij de ECB? Carin Pronk gaat nooit voor acht uur
naar huis. Gert Jan Hogeweg vindt tweehonderdvijfig emails in zijn PC
als hij twee dagen naar Brussel is geweest. En twintig centimeter post
op zijn bureau.
Omdat vijfhonderd mensen niet veel is voor wat er moet worden gedaan,
zegt Erwin Nierop. Bij de elf nationale centrale banken van de landen
die met de euro meedoen werken er bij elkaar zestigduizend. De
eurolanden (eurolanden!) hebben afgesproken dat zij decentraal blijven
uitvoeren wat in Frankfurt wordt besloten en in zo'n model past voor een
deel van de nationale centrale banken geen zwaar bezet hoofdkantoor. Die
nationale centrale banken zijn sinds juni - toen de ECB begon -
eigenlijk gewoon filialen. Mag je ook al niet hardop zeggen. De filialen
blijven graag nog even geloven in hun laatste restje autonomie. Maar in
Frankfurt weten ze wel hoe het zit. Carin Pronk: ,,Hier moet je wezen.
Hier zit je bij het vuur.''
Ondertussen begint de Europese Centrale Bank alle trekken te vertonen
van een serieuze organisatie. Niks meer elkaar allemaal kennen en snel
de telefoon pakken als er wat moet worden geregeld. Officiele kanalen,
regels, hierarchie. Van Duisenberg wordt gezegd dat hij erg zijn best
doet om het tegen te houden. Maar vanaf het niveau senior medewerker
krijgt men de beschikking over een eigen kamer met twee ramen. De rang
erboven geeft recht op drie ramen en de rang daarboven - enzovoort.
Gert Jan Hogeweg, directeur-generaal general economics (zes ramen), is
van de Nederlanders in dit verhaal de enige die niet verbaasd is dat de
euro er nu echt komt. De anderen hebben lang het gevoel gehouden dat de
euro een idee was, een concept - maar eens zien wat het wordt. Voor Gert
Jan Hogeweg - eenenvijftig jaar - was de euro, die toen nog geen euro
heette, al in 1994 ,,heel vanzelfsprekend''. Onbegrijpelijk vindt hij
het dat er in de pers nog zo lang is gediscussieerd of de euro wel
wenselijk is. ,,Alsof we er nog mee kunnen ophouden.''
Hij was een van de dertig die naar Bazel gingen om het Europees Monetair
Instituut vorm te geven. Hij kwam toen van De Nederlandsche Bank, maar
daarvoor had hij bij het IMF in Washington gezeten. En hoe gaat dat? Je
komt terug in Amsterdam, alles is nog hetzelfde, maar jij bent
veranderd. ,,De wederzijdse verwachtingen sporen niet meer'', zegt
Hogeweg. ,,Je vraagt je af waar je naar terug bent gegaan.''
Hij is geen man om een woord als `fantastisch' of zelfs maar
`fascinerend'in de mond te nemen. Maar aan de manier waarop hij vertelt
kun je merken dat hij het heel bijzonder vindt waar hij mee bezig is.
,,Je bouwt iets op dat hiervoor niet bestond. Je kunt nergens op
terugvallen. Je moet het allemaal met elkaar bedenken. Hoe vaak gebeurt
dat?'' Hij vindt het zo bijzonder dat hij het er voor over heeft om vijf
dagen per week alleen te leven. Zijn gezin ging nog wel mee naar
Amerika. Daarna waren de kinderen te groot. Maar zo erg vindt hij het
niet, zegt hij. Er zijn weken waarin hij iedere dag naar een andere stad
vliegt.
Hij is verantwoordelijk voor alle statistische informatie die de ECB
produceert. En al had hij niet anders verwacht dan dat de euro er zou
komen, hij merkt nu wel dat de druk om te presteren enorm begint toe te
nemen. Tot nu toe was hij vooral denktank. Vanaf januari verschijnt er
iedere vier weken een monthly bulletin en het moet goed zijn - de hele
wereld vaart erop. En iedere twee weken komt de ECB-raad bij elkaar en
die moet ervan op aan kunnen dat de analyse op basis waarvan besluiten
worden genomen correct zijn. Hogeweg: ,,De gevolgen van de dingen die je
fout ziet, zijn vanaf januari groot en angstaanjagend.''
Die spanning hangt nu op iedere verdieping, in iedere kamer van de
Europese Centrale Bank. Zelfs het kerstbal was er dit jaar minder leuk
door, vertelt Erwin Nierop. Voorspelbaar was de toespraak van
Duisenberg: ,,Ik besef dat de werkdruk onverantwoord hoog is, ik kan u
helaas geen onmiddellijke verandering beloven''. De sketches van het
personeel hadden nogal te lijden gehad. Niemand had zich de tijd gegund
om zich goed voor te bereiden. Niemand had zijn hoofd ernaar staan.
De adviseur van Duisenberg is ook een Nederlander. Hij heet Lex
Hoogduin, tweeenveertig jaar. Hij is voor een dag per twee weken nog
hoogleraar geld- en bankwezen in Groningen. Als je met hem praat, denk
je al snel dat monetaire strategie heel simpel is - zo goed kan hij
uitleggen. Je kijkt naar de geldhoeveelheid en dan kan de rente omhoog
of omlaag.
Type euro-nomade, volgens Erwin Nierops indeling. Grijze krijtstreep,
snelle instappers, altijd op reis. Maar je ziet in hem nog de jongen van
zeventien die liep te piekeren hoe het toch kon dat de werkloosheid zo
omhoog ging. Waarom werd er niet centraal besloten om meer producten te
maken, zodat meer mensen aan het werk konden worden gezet? Hij
bestudeerde Keynes en Hayek, schreef een proefschrift over onzekerheid
en de rol van geld in de economie, en als je hem nu vraagt waarom dat
niet kan, de productie omhoog gooien om de werkloosheid te bestrijden,
zegt hij: ,,Omdat de coordinatie van markten soms faalt. Waarom hebben
we dan een markteconomie? Omdat de markt als coordinatiemechanisme het
minst slecht is.''
Nee, bestrijding van de werkloosheid is geen primaire taak van de
Europese Centrale Bank, zegt hij. En hij gelooft niet in de analyse van
Lafontaine, de Duitse minister van financien, die de oorzaak zoekt in de
hoogte van de rente en van mening is dat de ECB daar wat aan moet doen.
,,Vergelijk Nederland en Duitsland en je hebt een laboratoriumvoorbeeld
dat het de rente bijna niet kan zijn.'' Nederland en Duitsland hebben
dezelfde rente, maar de werkloosheid is in Duitsland veel hoger.
Hoogduin maakt er een klein college van en je hoort Duisenberg weer
zeggen wat hij in de Financial Times zei, de dag nadat de rente van 3,3
naar 3 procent was gegaan, vlak voor Sinterklaas. ,,De ECB kan alleen de
voorwaarden scheppen voor een goed economisch klimaat. De ECB zorgt voor
prijsstabiliteit.'' De rente was niet verlaagd omdat politici dat
wilden. De rente was verlaagd omdat indicatoren erop wezen dat het kon.
Achteraf was de kritiek van Lafontaine op de Europese Centrale Bank een
mooie oefening in onafhankelijkheid. Binnen de ECB wekte hij er koele
verwondering mee. ,,We hadden hem al een keer op bezoek gehad voordat
hij werd gekozen'', zegt Lex Hoogduin. ,,Ik dacht: dit is wel heel
oud-Keynesiaans.''
Gert Jan Hogeweg, nadat hij even gelachen heeft: ,,Ik hoef er geen
oordeel over te hebben. Ik ben een technocraat.''
Hij herhaalt wat Duisenberg in de Financial Times zei. Politici mogen de
ECB adviezen geven. Maar de ECB luistert er niet naar.
,,Invloed van buiten die verder gaat dan een gedachtenwisseling'', zegt
Erwin Nierop, ,,is hier erger dan vloeken''.