Redding Baan toont verruwing bij overnames
Snelle toetsing van informatie
en methodes die bij fusies worden gebruikt, wordt in Nederland node
gemist, meent Menno Tamminga.
Softwarebedrijf Baan is gered van een vrijwel zeker bankroet. De manier
waarop dat gebeurt illustreert echter de voortgaande verruwing bij
overnames in het Nederlandse bedrijfsleven en onderstreept het ontbreken
van adequaat toezicht op naleving van de regels.
Deze keer zijn dwarsliggende aandeelhouders de dupe, de volgende keer
kunnen een of meer andere groepen belanghebbenden bij een onderneming,
en dat zijn er in Nederland vele, met de zwartepiet blijven zitten.
De oplossing van het Britse industriële conglomeraat Invensys, dat
al Baans activiteiten heeft gekocht, is even simpel als effectief. De
Britten hebben het bod op de aandelen van Baan, en daarmee een bod op de
zeggenschap over het bedrijf, losgekoppeld van de verwerving van de
activiteiten. Deze truc zal meer bestuurders, grootaandeelhouders en
opkopers in het bedrijfsleven doen watertanden. Navolging en verfijning
van de methode liggen voor de hand.
Invensys kreeg vorige week niet genoeg aanmeldingen van beleggers binnen
(75 procent in plaats van de geëiste 95 procent van de Baan-
aandelen) op zijn verlengde bod. Toen heeft Invensys het met actieve
medewerking van het bestuur en de commissarissen van Baan over een
andere boeg gegooid.
Invensys heeft alle bezittingen van Baan gekocht, en wil die transactie
op 15 augustus op een buitengewone aandeelhoudersvergadering laten
bezegelen. Vervolgens zal Baan Company worden geliquideerd.
Invensys beschikt over genoeg stemmen om op de aandeelhoudersbijeenkomst
het pleit te winnen. Ondertussen gaat het bod ook gewoon door: beleggers
die hun effecten aanmelden in het bod krijgen 2,85 euro per aandeel, wie
niets doet ontvangt volgend jaar hetzelfde bedrag als gegarandeerde
liquidatie-uitkering.
Invensys is inmiddels feitelijk eigenaar van Baan, maar juridisch niet.
De reguliere volgorde, waar de complete wet- en regelgeving op is
gebaseerd, is andersom. Eerst een bod op de aandelen doen, bij voldoende
belangstelling van beleggers de aandelen kopen en vervolgens de overname
uitvoeren, waaronder de integratie van activiteiten en de benoeming van
(nieuwe) managers. In dat proces kunnen aandeelhouders en werknemers,
maar ook als zij willen, anderen, hun zegje doen. Gegeven de over het
algemeen geringe zeggenschap van aandeelhouders in het Nederlandse
bedrijfsleven is het al of niet aanmelden van aandelen bij een bod vaak
ook de enige manier waarop beleggers hun stem kunnen laten horen.
De omkering van de volgorde door Baan en Invensys past in een rijtje
overnames waarin kopers van ondernemingen steeds duidelijker als
bullebak en uitsmijter optreden om onwillige aandeelhouders van het over
te nemen bedrijf eruit te gooien.
Bij de overname van participatiemaatschappij Alpinvest eerder dit jaar
vonden het bedrijf en de bieder, NIB Capital, een samenwerking van
pensioengiganten ABP en PGGM, het niet nodig nog een aparte
vergadering van aandeelhouders te houden om uit te leggen waarom
Alpinvest een eerder geaccepteerd bod terzijde schoof. Bij de overname
van beleggingsmaatschappij Dordtsche legden ABN Amro en Dresdner Bank
met hulp van ongeveer 300 ingehuurde studenten de
aandeelhoudersvergadering hun wil op.
En toen financier Gilde bij de overname van koolstofproducent Norit
onlangs onvoldoende adhesie kreeg, wilde Gilde weigerachtige
particuliere beleggers een fiscaal onverteerbaar superdividend door de
strot duwen, opdat zij overstag zouden gaan. Na de dreiging van een kort
geding hiertegen door de Vereniging van Effectenbezitters ( VEB) bond
Gilde in.
Topmanagers voelen zich machtiger dan ooit. Maar ook de verouderde en
gebrekkige controle op fusies en overnames is debet aan de verruwing. De
controle lag bijna dertig jaar bij het nationale sociaal-economisch
overlegforum, de SER, maar binnenkort zal ook de 'beurswaakhond'
Stichting Toezicht Effectenverkeer ( STE) een deel van de controletaak
krijgen.
Rappe toetsing van de adequaatheid van informatie en van de
aanvaardbaarheid van methodes die bij fusies worden gebruikt, zoals het
Britse take-over panel dat bijvoorbeeld kan doen, wordt in
Nederland node gemist. Wie als belanghebbende actie wil ondernemen komt
bijna onvermijdelijk bij de rechter uit. Dat kost tijd, geld en geeft
een lappendeken van jurisprudentie.
De fusie- en overnameregels zijn bovendien toegesneden op de informatie-
en beïnvloedingsbehoefte van werknemers. Nu zijn het echter steeds
de aandeelhouders die zich als de belangrijkste opponenten bij een bod
manifesteren.
Het is de vraag of de uitkomst van de redding van Baan te billijken is
tegen de achtergrond van de ongekend lage acceptatie van het Invensys-
bod door beleggers en de bevoegdheden van de bestuurders en
commissarissen van Baan.
In de Nederlandse context moeten zij talrijke belangen tegen elkaar
afwegen, van die van de lokale gemeenschap en de werknemers tot en met
die van de aandeelhouders. Toetsing door de rechter van de afwegingen
bij Baan is, gezien de kans op herhaling van deze truc elders, geen
overbodige luxe.
Menno Tamminga is redacteur van NRC Handelsblad.