Controleurs Baan zelf Amerikaans
Door onze redacteur MENNO TAMMINGA
ROTTERDAM, 26 JAN. Softwarebedrijf Baan wil na het onverwachte vertrek van directievoorzitter
Coleman de Amerikaanse invloeden terugdringen. De commis- sarissen kunnen
het beste maar bij zichzelf beginnen.
De kapitaalverschaffer die softwarebedrijf Baan op een tumultueus expansiepad
zette was Amerikaans. De eerste grote klant die mede dankzij deze financier
werd binnengehaald was Amerikaans. De zakenbank die de geslaagde beursgang
van Baan leidde was Amerikaans en Baan koos ervoor om niet alleen naar de
Amsterdamse effectenbeurs te gaan, maar ook naar dé technologiebedrijven
beurs: de Amerikaanse Nasdaq.
Maar na een kwartaalverlies van 500 miljoen gulden en het plotselinge vertrek
drie weken geleden van de Amerikaanse directievoorzitter M. Coleman wil Baan
loskomen van de Amerikaanse invloeden, zei president-commissaris J. Janssen
gisteren in een interview.
Janssen, sinds vorig jaar maart commissaris en nu voorzitter van het college
omdat president P. Everaert tijdelijk het bedrijf leidt, is bestuursvoorzitter
van bouwbedrijf Heijmans. Janssen kwam met vier anderen aan boord bij Baan
als commissaris om het vertrouwen in de onderneming te herstellen. Baan heeft
acht commissarissen.
,,Wees gerust: ik let heus wel op'', zei Janssen vorig jaar tegen weekblad
Elsevier. Nu is hij naar eigen zeggen stupéfait dat Coleman na zeven
maanden middenin het herstelproces van Baan kiest voor het grote geld van
Silicon Valley, het mekka van de Amerikaanse technologiewereld. Bij de volgende
benoeming van een bestuursvoorzitter wil hij zich geen tweede keer laten verrassen.
In Silicon Valley regeert het grote geld een overspannen arbeidsmarkt.
Ondernemers die daar willen winnen aarzelen niet: opties voor het personeel
en overrompelende beursintroducties om extra expansiekapitaal te krijgen en
de medewerkers miljonair of meer te maken.
Baan maakt deel uit van deze New Frontier van de Nieuwe Economie, maar
voelt zich kennelijk ook nauw verbonden met de continentaal-Europese manier
van zakendoen, waarin een topman trouw is aan ,,zijn'' onderneming. De tweezijdigheid
kan bevruchtend werken. Maar de praktijk is dat de commissarissen zelf ook
het beste van twee werelden hebben gekozen. Waarom zouden zij dat anderen
dan kunnen ontzeggen?
Tot verbazing en woede van diverse grote Nederlandse beleggers zette Baan
vorig jaar een plan door om de commissarissen opties op aandelen toe te kennen.
In de Nederlandse opvatting van de wettelijke taak van commissarissen (controle
van en advies aan de directie) passen geen beloningen die afhankelijk zijn
van de winst van het bedrijf. Het plan werd verdedigd met het argument dat
opties voor commissarissen in de Verenigde Staten ,,heel normaal'' zijn.
Koppeling van de controletaak aan de aandelenkoers geeft commissarissen
een inherent belang bij financieel voordeel op korte termijn, terwijl zij
zich moeten richten op het langetermijnbelang van de onderneming en alle daarbij
betrokkenen, inclusief medewerkers en aandeelhouders. De beroepsorganisatie
van directeuren en commissarissen (NCD) en de commissie-Peters, die in 1997
aanbevelingen deed voor effectief toezicht door commissarissen, zijn voor
winstonafhankelijke beloning.
De optieregeling is niet het enige twijfelachtige element bij de keuze
en beloning van de Baan-commissarissen. Maar liefst twee van de acht zijn
vertegenwoordigers van belegger General Atlantic Partners, die een paar procent
van de aandelen bezit en vorig jaar een deel van zijn effecten heeft verkocht.
Twee andere commissarissen bleken ook adviseur van Baan te zijn (geweest).
De commissarissen beloofden in 1999 hun optieregeling dit jaar op de aandeelhoudersvergadering
te evalueren. Belofte maakt schuld.