U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Apestaartje
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Archief

Discussie

In deze rubriek, die twee keer per week verschijnt, bericht Marie-José Klaver over ontwikkelingen op Internet. Reacties en tips: klaver@nrc.nl

Het einde van de privacy?

MARIE-JOSÉ KLAVER
Het is gedaan met de privacy van de Nederlandse internetgebruiker. Deze mededeling stond een paar dagen geleden op Teletekst. Het klinkt wat dramatisch en de veronderstelling dat het voor 18 april wel sprake was van privacy op internet klopt niet, maar er schuilt wel een kern van waarheid in het Teletekst-bericht.

Nederlandse internetproviders zijn sinds 15 april verplicht aftapbare computernetwerken te hebben. Internetaanbieders moeten technisch in staat zijn om het verkeer van verdachte gebruikers af te tappen. Deze verplichting komt voort uit de Telecommunicatiewet die in 1998 is aangenomen. Lange tijd was onduidelijk wat de beste methode was om internetverkeer af te tappen, wie de kosten zou betalen en wie er mocht tappen. Tot 15 april jl. hadden de providers, verenigd in het Nationaal Aftap Overleg, van het ministerie van Verkeer en Waterstaat uitstel gekregen om te bepalen hoe er getapt moet worden. In overleg met de overheid zijn de providers nu overeengekomen dat ze de kosten voor de apparatuur zullen delen. De aftapcomputers, die ongeveer een miljoen gulden per stuk zullen kosten, worden ondergebracht in een centrale tapkamer. Via die tapkamer kan een verbinding met het netwerk van de provider gelegd worden.

Een centrale tapkamer heeft twee voordelen, zegt de branchevereniging van internetaanbieders NLIP. Ten eerste zijn de providers goedkoper uit. De NLIP was begin dit jaar bang dat de tapverplichting het einde van een aantal kleine providers zou betekenen. Niet ieder internetbedrijf heeft heeft miljoenen guldens in kas om aan aftapcomputers te besteden. Een centrale aftapvoorziening maakt ook de controle op de rechtmatigheid van de tapverzoeken van het openbaar ministerie en geheime diensten eenvoudiger. Providers kunnen niet meer op eigen houtje besluiten om meer gegevens aan de politie te leveren dan waartoe zij wettelijk verplicht zijn en de overheid zal minder snel in verleiding komen om de wet een beetje op te rekken omdat ze door vele ogen in de gaten wordt gehouden.

Voor gebruikers blijft er veel onduidelijk omtrent internettaps. De technische specificaties zijn officieel niet openbaar. Een anonieme gebruiker heeft alle beschikbare documenten in de nieuwsgroep nl.internet.providers gezet. Uit de documenten blijkt, concludeert Maurice Wessling van de digitale burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom (BOF), dat de overheid van plan is om veel internettaps te plaatsen. Er is geen limiet bepaald, zoals dat bij telecombedrijven wel is gedaan. Voor mobiele telecombedrijven, die net als providers en telecombedrijven voor vaste telefonie onder de tapverplichtingen van de Telecommunicatiewet vallen, geldt een grens van 1,5 promille. Van de 1.000 actieve mobiele telefoons mogen er anderhalf gelijktijdig worden afgeluisterd door de politie.

Nederland staat bekend als een land waar erg veel getapt wordt. Procentueel ligt het aantal taps in Nederland vele malen hoger dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. Tegenwoordig is de overheid zeer terughoudend met het verstrekken van cijfers over het aantal taps. Officieel wordt het aantal taps niet meer bijgehouden door het ministerie van Justitie. Uit geheime documenten van het Landelijk Overleg Tapfaciliteiten van de politie waar het NOS-journaal in februari de hand op wist te leggen blijkt dat het aantal taps in de periode 1995-1998 verdrievoudigd is. In 1998 werden tienduizend telefoons afgetapt, 3.000 vaste telefoons en 7.000 gsm-toestellen.

Het feit dat de tapcijfers tegenwoordig niet meer tot de officiële gegevens van Justitie horen, maar alleen in geheime stukken verschijnen belooft niet veel goeds. Het risico dat er binnenkort nog meer getapt wordt, is reëel. Internettaps zijn veel eenvoudiger te verwerken dan telefoontaps. Telefoongesprekken moeten worden afgeluisterd en uitgetikt. De meeste internetgegevens die worden onderschept, bestaan al uit tekst. De getapte teksten kunnen meteen worden gelezen en verwerkt.

De privacy van internetgebruikers verdwijnt niet volledig door de tapmogelijkheden die providers de overheid bieden. Wie echt prijs stelt op privacy kan gebruikmaken van versleuteling. Een goed versleutelingsprogramma als Pretty Good Privacy (PGP) maakt e-mail onleesbaar voor derden. Ook surfsporen kunnen worden gewist, onder meer met behulp van de privacysoftware Freedom.

Nationaal Aftap Overleg
www.nlip.nl/nao

NLIP
www.nlip.nl

Handleiding Openbaar Ministerie aftappen telecommunicatie:
www.openbaarministerie.nl/bob/docs/24.htm

Aftapdocumenten
www.xtdnet.nl/paul/tap

Maurice Wessling (BOF)
www.bof.nl/nieuwsbrief/bofnieuwsbrief060401.txt

NOS-journaal aftappen
www.omroep.nl/nos/nieuws/binnenland/nieuws/2001/februari/140201/aftappen .html

PGP
www.pgpi.org

Freedom
www.freedom.net

NRC Webpagina's
20 april 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad