|
In deze rubriek, die twee keer per week verschijnt, bericht Marie-José Klaver over ontwikkelingen op Internet. Reacties en tips: klaver@nrc.nl
|
Lot in eigen hand
MARIE-JOSÉ KLAVER
De Digitale Stad verdient het gered te worden, vindt internetantroploog Marianne van den Boomen, auteur van het boek Leven op het net. Van den Boomen, die in de eerste jaren van DDS allerlei debatten initieerde, schrijft in Het Parool dat de site moet worden geadopteerd door het project 'ICT en de Stad' van minister Van Boxtel (Grote Steden) en Schiphol-directeur Cerfontaine. Cerfontaine publiceerde eind vorig jaar een ambitieus plan over de rol die internet kan spelen in stedelijke vernieuwing. Vele miljoenen guldens, eigenlijk miljarden want iedereen moet zo snel mogelijk een breedband-aansluiting op internet krijgen, kost de uitvoering van 'ICT en de Stad'. De overheid zou veel geld besparen als het, zoals Van den Boomen voorstelt, DDS wat geld zou geven om voort te bestaan. De Digitale Stad kan dan verdergaan met wat ze al zeven jaar doet: gratis en op non- profit basis e-mailadressen en ruimte voor homepages verstrekken en digitale discussies organiseren over publieke kwesties. De overheid kan dan meteen zien wat werkt op internet en wat niet. Voor chatbijeenkomsten met politici en uitzendingen via het web is bijvoorbeeld meestal weinig belangstelling. Voor originele documenten en discussies over bijvoorbeeld seksisme wel. De Vereniging in oprichting DDS heeft een ander idee. Zij willen DDS laten kopen door de bewoners. Als iedere bewoner elke maand een klein bedrag betaalt, blijft "het internet-historisch monument DDS" behouden. "Bedenk dat zoiets als The Well ook blijft bestaan omdat men gewoon geld overmaakt. En zo armlastig zijn we toch niet in Nederland? Wel gierig, zeker. Dat is af en toe erg jammer", schrijft Reiner Rustema, die samen met enkele andere DDS-bewoners van het eerste uur het initiatief nam tot de Vereniging in oprichting DDS (VIODDS). De meerderheid van de DDS-bewoners heeft weinig belangstelling voor het lot van hun stad. DDS heeft meer dan 140.000 leden, van wie er 70.000 actief zijn. Er zijn tot nu toe slechts 336 mensen lid van VIODDS geworden. Het gebrek aan belangstelling is illustratief voor het veranderde internetlandschap. Toen DDS in 1994 begon, was er bijna niets voor particuliere internetgebruikers in Nederland. Internet en commercie was ook nog een onbekend verschijnsel. Bedrijven zagen niets in het nieuwe medium. De voorzieningen die DDS biedt, kun je nu op duizenden plekken op het net krijgen. Vaak krijg je ook meer schijfruimte voor een homepage en net zoveel gratis e-mailadressen als je wilt. Dat er wat reclame te zien is op je homepage, vinden de meeste internetgebruikers niet erg. Ze zijn niet anders gewend. Dat DDS een niet-commerciële oase is, valt ze niet positief op. Het is eerder iets ouderwets, een organisatie die probeert commercie en publiek domein van elkaar te scheiden. Heeft het oprichten van een vereniging tot behoud van DDS zin als de belangstelling van de bewoners zo klein is? Daarover zijn de meningen verdeeld. "DDS is net zoiets als de stoomtreinen (van vroeger). Je hebt mensen die adopteren een stukje van zo'n trein door een bedrag te betalen aan de stichting die de trein gaat opknappen. De certificaathouders mogen dan als eerste met de trein mee als ie weer gaat rijden. Kortom, zoiets moeten we met DDS ook doen", schrijft Koen Vrancken van SmallZine in het discussieforum van het elektronische magazine. Etienne Wettingfeld, oud-medewerker van DDS, schrijft op de mailinglijst van VIODDS: "Iemand had het idee DDS te redden. Vervolgens wordt er een tijdelijk bestuur verzonnen, komen er allerlei werkgroepen/taakverdelingen, gaat men geld ophalen, statuten schrijven en een datum vaststellen dat de vereniging wordt opgericht. Over de haalbaarheid en de mogelijke problemen wordt heel erg makkelijk gedaan in mijn ogen. Mensen die de jubelstemming dreigen te verstoren worden vaak afgedaan als zeurders." Wettingfeld is een realist. Hij heeft zelf ondervonden hoeveel tijd en energie er gaat zitten in een groot systeem als DDS. Alleen als er genoeg geld komt en er genoeg bewoners zijn die een paar dagen per week voor DDS willen werken, heeft de stad een kans om te overleven.
De Digitale Stad:
DDS en NRC:
Vereniging in oprichting DDS:
Marianne van den Boomen; 'Red de Digitale Stad':
Interview met Marianne van den Boomen:
ICT en de Stad
Discussie viodds
|
NRC Webpagina's 26 januari 2001
|
Bovenkant pagina |
|