U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Amerikaanse Verkiezingen 2000

Nieuws

Uitslagen

Kandidaten

Debatten

Voorrondes

Links

Voorzitter stelt zijn Raad van Bestuur samen


Bush wil Amerika als een bedrijf gaan besturen. Zijn managementteam bestaat uit senior-ministers die deskundig zijn, maar soms omstreden. Gevolg: een storm van kritiek.

Door onze correspondent MARC CHAVANNES

WASHINGTON, 9 JAN. Aanstaand president Bush heeft er geen gras over laten groeien. Nadat het Florida-debacle de gebruikelijke elf weken overgangstijd tussen verkiezing en inauguratie had gehalveerd, benoemde hij snel en met een minimum aan drukte een kabinet dat bestuurlijke kracht belooft.

De kritiek als zou hij zijn vaders vertrouwde helpers weer hebben aangesteld, is goeddeels verstomd. Natuurlijk zijn aanstaand vice- president Cheney en minister van Buitenlandse Zaken Powell de mannen die voor Bush senior het eind van de Koude Oorlog en de Golfoorlog bestierden. Natuurlijk is Donald Rumsfeld ook geen nieuwe vondst: hij was al veertien maanden ('75-'77) minister van Defensie onder president Ford. En de nieuwe ploeg is met een gemiddelde leeftijd van 58 jaar ook niet piepjong.

De nieuwe Bush heeft niettemin zijn eigen stempel gezet. Behalve zijn campagnedirecteur uit Texas, Don Evans (Handel), heeft hij geen naaste medewerkers of vrienden aan de kabinetstafel geplaatst. En ook geen doetjes. De stijl die Bush suggereert is die van de voorzitter van de Raad van Bestuur die zijn divisiedirecteuren veel ruimte bij de uitvoering van zijn beleid geeft.

Dat bleek al bij de presentatie van Paul O'Neill, de voorgedragen minister van Financiën. Bush duidde hem aan als zijn 'chief financial officer'. In die bedrijfs-beeldspraak blijvend is vice- president Cheney duidelijk de 'chief operating officer' en Bush zelf de 'chief executive officer'.

George W. Bush, die zelf de Harvard Business School doorliep, pleitte tijdens de anderhalf jaar van zijn campagne steeds voor een efficiënt bestuur van het land, terugkeer van 'beschaafde omgangsvormen in Washington'. Het is in dat opzicht dat de rustige en bekwaam geheim gehouden selectie van zijn managers in de VS de meeste vragen oproept.

De buitenlandploeg leek vooral te zijn uitgezocht op deskundigheid en crisisbestendigheid, zonder al te sterke ideologische reputaties. Rumsfeld is weliswaar een fervent pleitbezorger van een ruimtedefensiesysteem, en Cheney hamerde tijdens zijn verkiezingstournees nog harder dan Bush op de noodzaak 'de moraal en de uitrusting van de krijgsmacht te herstellen'.

De dominante sfeer van deskundigheid bewaarde Bush ook in zijn keuze van mensen voor Landbouw, de Californische juriste Ann Veneman en Roderick Page (een conservatieve, maar alom geprezen schoolbestuurder uit Houston). Christie Whitman, de gematigde pro-business gouverneur van New Jersey op Milieu, leek ook een weg te voorspellen naar pragmatische samenwerking met Democraten in het Congres.

Maar naarmate het selectieproces vorderde, zocht Bush zijn heil bij ideologisch meer uitgesproken partijgenoten. Vooral de aanwijzing van John Ashcroft op Justitie roept al twee weken fel commentaar op. De post is in eigen land de meest gevoelige. De 'attorney general' heeft niet alleen een zware stem in de benoeming van federale rechters, hij is in zekere zin ook de hoofdofficier van justitie.

Ashcroft was senator voor Missouri, tot hij op 7 november zo macaber werd verslagen door de kort tevoren neergestorte gouverneur van die staat, Mel Carnahan (wiens weduwe nu in de Senaat heeft plaatsgenomen). Eerder was Ashcroft, de zoon van een uiterst rechtse prediker, attorney general in Missouri. Hij wordt alom gezien als hard werkend en godvruchtig, maar ook als uitgesproken behoudend. Hij geldt als een held van het politiek zeer actieve 'religious right', in zijn ogen is de anticonceptiepil een vorm van abortus, waar hij sowieso tegen is. Zwart Amerika verwijt Ashcroft dat hij de promotie van de enige zwarte in het Supreme Court van Missouri naar een federaal hof heeft geblokkeerd, omdat deze rechter, Ronnie White, voor 'affirmative action' was.

Bush wilde eerst de gematigder gouverneur van Montana, Marc Racicot, benoemen als opvolger van Janet Reno op Justitie. Religieus rechts kreeg daar lucht van en bestookte de regering-in-wording in Austin net zo lang tot Bush toegaf; de vroege financiële en morele steun voor zijn kandidatuur werd terugbetaald, maar de prijs die hij daarvoor gaat betalen kan hoog zijn.

Tussen de feestdagen en alle rumoer rondom Ashcroft door schoof Bush nog een paar ideologisch sterk getekende kandidaten naar voren: Gale Norton, een vrouw die een Republikeinse antimilieubeweging heeft opgezet, voor Binnenlandse Zaken (waar veel milieubeleid onder valt) en Linda Chavez voor Arbeid, waar zij onder president Reagan al uitgesproken conservatieve ideeën over lanceerde. Spencer Abraham, een verslagen senator uit Michigan, wordt minister van Energie, het departement dat hij niet zo lang geleden wilde opheffen als voorbeeld van schadelijke Washingtonse bemoeizucht.

Een voordracht waar vriend en vijand genuanceerd over denken is die van Tommy Thompson tot minister van Gezondheid en Sociale Zaken. Ook hij is fanatiek tegen abortus, maar zijn stimulerend banenbeleid in Wisconsin, waar hij gouverneur is, wordt geprezen. De politiek weinig uitgesproken senior van de ploeg is Norman Mineta (69) op Transport, tevens de enige Democraat. Een politieke bruggenbouwer heeft George W. Bush zich nog niet getoond met de samenstelling van deze ploeg. Waar hij hoogstens het midden van heeft gezocht, is in het spectrum van de Republikeinse partij, die sinds de Reagan-jaren sterk naar rechts is opgeschoven. De belofte die Bush het meest overtuigend heeft waargemaakt is die van de rassenspreiding. In deze ploeg zitten maar zes witte mannen, naast vier vrouwen (van wie één van Latijns-Amerikaanse afkomst), een Aziatische Amerikaan, twee Afro-Amerikanen en een Latijns- Amerikaanse man. Des te veelbelovender voor Amerika is, dat Republikeinen en Democraten in de Senaat hebben afgesproken dat invloed en geld in de belangrijke commissies vrijwel gelijk over de partijen wordt verdeeld. De grote vraag wordt hoe Bush' ideologisch getinte ministers daar door het centrum zaken moeten doen. Als hun benoemingen er al worden geaccepteerd.

NRC Webpagina's
9 januari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad