'Dubbelspel deed handelsconferentie mislukken'
Rio laakt rijke landen
Door onze correspondent MARJON VAN ROYEN
RIO DE JANEIRO, 7 DEC. Brazilie is woedend op de rijke industrielanden, na de mislukte WTO-conferentie
in Seattle. Daardoor blijven de markten in de VS, West-Europa en Japan gesloten
voor producten uit de Derde Wereld. ,,De rijken tonen hun ware gezicht.''
,,Gemeen dubbelspel'' en ,,pure hypocrisie'. Zo beschrijft Brazilië
de houding van de rijke landen tijdens de mislukte vergadering van de Wereldhandelsconfenentie
(WTO) in Seattle. ,,Liberaal als het erom gaat de ontwikkelingslanden te bekritiseren,
maar door en door protectionistisch als het om hun eigenbelang gaat'', zei
de Braziliaanse minister van Arbeid, Francisco Dornelles gisteren. 'Het masker
is gevallen: in Seattle tonen de rijken hun ware gezicht', luidde ook de openingskop
van het gezaghebbende Braziliaanse weekblad Veja.
Aanvankelijk richtte de woede van Brazilië zich op president Clinton.
In een poging de protesterende actiegroepen in Seattle tegemoet te komen,
klaagde de Amerikaanse president de kinderarbeid in de Braziliaanse schoenenindustrie
aan. Volgens Unicef werkt negen procent van de Braziliaanse kinderen tot 14
jaar. De Braziliaanse president, Fernando Henrique Cardoso, reageerde gepikeerd
op de Clintons aanklacht: ,,Als de Verenigde Staten hun handelsbarrières
opheffen, krijgen ontwikkelingslanden meer kans om armoede en kinderarbeid
te bestrijden.''
Minister Dornelles ging nog een stap verder: ,,Kinderarbeid is een excuus
om te voorkomen dat Braziliaanse producten de Amerikaanase markt bereiken.''
Hij wees op de importtarieven van 8,5 tot 10 procent die Amerikanen op de
Braziliaanse schoenen heffen. ,,Op pantoffels is het tarief zelfs 78 procent!''
Hoe kan Brazilië op die manier concurreren, vroeg de minister. Zeker
als men bedenkt dat het importtarief op schoenen omgekeerd niet hoger ligt
dan 5 procent.
'Oneerlijk', was het woord dat eind vorige week al in de krantenkoppen
verscheen. En naarmate de WTO-conferentie vorderde, breidde de irritatie van
Brazilië zich uit. De EU die aan zijn landbouwsubsidies blijft vasthouden
en Japan dat potdicht blijft voor de invoer van rijst, vis of groenten. ,,De
Japanse auto's rijden hier volop door de straten, terwijl de Japanners onze
soja-olie blokkeren, omdat ze soja zelf willen raffineren'', schrijft economisch
commentator César Nogueira.
Zoals alle ontwikkelingslanden is ook de Brazilië voor het grootste
deel afhankelijk van zijn landbouw. En het is juist tegen de import van landbouwproducten
dat de rijke landen de hoogste barrières opwerpen. Zo beschermen de
Amerikanen hun Californische sinaasappels, waardoor Brazilië jaarlijks
1,5 miljard dollar aan sinaasappelexport naar de Verenigde Staten misloopt.
,,Alleen al het afschaffen van de Amerikaanse importheffingen op sinaasappelsap
zou de negatieve Braziliaanse handelsbalans in een positieve doen omslaan'',
zei minister van Landbouw Pratini de Moraes.
Zijn ministerie berekende dat Brazilië jaarlijks in totaal 11 miljard
dollar rijker zou zijn als Amerika en Europa hun handelsbarrières op
landbouwproducten zouden slechten. ,,Als de rijke landen op de WTO een minimum
aan goodwill hadden getoond zou Brazilië op slag uit zijn economische
problemen zijn.''
Maar Europa blijft vasthouden aan landbouwsubsidies, waar geen Braziliaanse
boer tegenop kan. De VS hebben dusdanig strenge 'gezondheidsrestricties' dat
alle fruit bedorven is voor het het land inkomt. Zo is de Braziliaanse papaya
vijf jaar lang in een laboratorium op ziektekiemen 'onderzocht'. Braziliaanse
kippen komen Amerika al helemaal niet in. En dan is er het nieuwe 'ecologisch
bewustzijn.' De Braziliaanse garnalenindustrie klapte in, toen de Amerikanen
de import van Braziliaanse garnalen verboden. In de Braziliaanse netten worden
soms zeeschildpadden meegevist. Ook de kaaimankwekerijen zijn gesloten. In
het wild is de kaaiman een bedreigde diersoort. Daarom hebben de Amerikanen
de import van krokodillenleer verboden.
,,De rijken spelen dubbel spel'', stelt het blad Veja, en beschrijft het
systeem waarbij de arme landen doorgaans wel hun grondstoffen en ruwe producten
tegen lage importprijzen naar de rijke landen mogen exporteren. Maar zodra
er een minimum aan industriële bewerking aan te pas is gekomen, stijgen
de heffingen. Een voorbeeld is Duitsland. Zoals in de hele Europese Unie mag
gemalen koffie er zonder heffingen worden ingevoerd. Op de invoer van oploskoffie
heft Duitsland echter 18 procent importbelasting. Zo behoort Duitsland, zonder
ooit één koffieboon te verbouwen, tot een van de grootste fabrikanten
van oploskoffie ter wereld. Hetzelfde geldt voor de sojaboon. Zodra Brazilie
er olie van heeft gemaakt, heffen zowel de Verenigde Staten als de Europese
Unie 20 procent importbelasting.
,,Op deze manier worden de arme landen veroordeeld voor eeuwig onderontwikkeld
te blijven'', conludeert Veja. Waar is de economische uitdaging? Waarom zouden
arme landen in schonere technologie, en betere bescherming van werknemers
investeren, als ze ,,net als tijdens het kolonialisme'' slechts het ruwe materiaal
te leveren voor de winst van de rijken?
,,Neo-protectionisme'' noemt de Braziliaanse regering de houding van de
rijke landen in Seattle. In Rio de Janeiro herinnerde de minister van Arbeid
aan de ,,enorme inspanning'' die Brazilië heeft geleverd om zijn gesloten
economie open te breken, en de ,,zware wissel'' die de privatiseringen en
het afschaffen van prijscontroles op de arme bevolking trokken. Toch eisen
de VS nu een compensatiebetaling voor de 'dumping' van Braziliaans staal op
de Amerikaanse markt, uit de tijd de Brazilaanse staalindustrie nog niet geprivatiseerd
was en de regering de prijzen bepaalde.
Is dit het 'liberalisme' waarbij Brazilië elk jaar voor 3,6 miljard
dollar meer uit de Verenigde Staten importeert dan het exporteert? Liberalisme
waardoor Amerika en Europa niet willen praten over hun eigen handelsbarrières
en subsidies? ,,Pure hypocrisie'', concludeert commentator Nogueira.
In deze sfeer is het niet verwonderlijk dat Brazilië nu probeert de
rijke landen een koekje van eigen deeg te geven. Gisteren kondigde de minister
van Landbouw aan dat hij het aantal overslagpunten voor de import van Amerikaanse
en Europese landbouwproducten in Brazilië gaat beperken. ,,We doen niets
anders dan dezelfde beperkingen opleggen aan landen die ons beperken'', aldus
minister Pratini de Moraes.