NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE

EVJ
Overzicht
Vragen & Opmerkingen

Begrippenlijst:
A, B, C, D, E,
F, G, H, I, J,
K, L, M, N, O, P,
Q, R, S, T, U,
V, W, X, Y, Z

Financieel-
economische
schakels



Vrijhandel

Vijftig jaar lang is men in het kader van de General Agreement on Tariffs and Trade (GATT) en recent de World Trade Organization (WTO) bezig de wereldhandel te liberaliseren. En deze strijd tegen protectie heeft zeer waarschijnlijk meer gedaan om de armoede in de wereld te bestrijden en om de levensstandaard te verhogen dan enig ander door mensen opgericht instituut. Zo begint deze week, vrij geciteerd, een artikel in The Economist ‘Who needs the WTO?’, waarin ernstige zorg wordt uitgesproken. Niet over de protesten en de rellen die intussen ‘the battle of Seattle’zijn gaan heten. Dat is leed voor de korte duur. De echte zorg gaat over het achterliggende gevaar dat de WTO, bedoeld voor de liberalisering van de handel, ook gebruikt kan worden voor het dwarsbomen ervan. Een instelling als de WTO kan een krachtig wapen zijn in handen van protectionisten die voortdurend procedures aanspannen.

De agenda van de WTO staat bol van de controversiële, politiek gevoelige onderwerpen. De EU en de VS zitten elkaar in de haren over bananen (de EU begunstigt bananen uit voormalige koloniën), hormoonvlees (de EU verbiedt de invoer van Amerikaans hormoonvlees), genetisch gemodificeerd voedsel (de EU blokkeert importen uit de VS), handels in persoonsgegevens (de EU eist bindende garanties voor privacybescherming), exportkredieten (de EU eist opheffing van bepaalde Amerikaanse belastingfaciliteiten), vliegtuiglawaai (de EU dreigt met maatregelen tegen vliegtuigen met lawaaiige motoren) en het landbouwbeleid (de EU wordt door de VS en andere grote exporteurs van landbouwproducten beschuldigd van protectionisme).

Daarnaast keren de ontwikkelingslanden zich tegen de Westerse wensen om handelsliberalisatie te koppelen aan afspraken over minimale milieu- en arbeidsnormen. De ontwikkelingslanden zien hierin een verkapt protectionisme. Hier speelt onder andere de gevoelige kwestie van kinderarbeid.

Ten derde zijn er de Niet Gouvernementele Organisaties (NGO’s) die handelsliberalisatie slecht vinden omdat deze banen zou vernietigen, schade toebrengt aan het milieu en kwetsbare bevolkingsgroepen in de verdrukking brengt. ( ‘Op naar Seattle', hoofdartikel NRC Handelsblad , 27 november 1999)

De argeloze lezer blijft zitten met de vraag of vrijhandel nu goed is of slecht. Een vraag van dezelfde orde of concurrentie goed of slecht is. Beide breken gevestigde posities af. Maar beide leiden uiteindelijk tot een efficiëntere toedeling van de productiemiddelen over de productiemogelijkheden. Met grotere productie en hogere inkomens als gevolg. Wat de internationale handel betreft hebben we de theorie van de comparatieve kostenvoordelen die ons al sinds David Ricardo (1772-1823) aantoont dat alle betrokkenen voordeel hebben van internationale ruil mits elk land zich toelegt op die productie waarin het relatief het bekwaamst is. Waar het de concurrentie betreft toont de theorie sinds Vilfredo Pareto (1848-1923) aan dat het marktmechanisme onder volkomen concurrentie tot een optimale allocatie (toedeling van de productiefactoren) leidt. Maar we weten ook dat het leerstuk van de comparatieve kostenvoordelen van bepaalde vooronderstellingen uitgaat. Bijvoorbeeld dat er op alle markten volkomen concurrentie bestaat. Dezelfde vooronderstelling geldt voor het leerstuk van de optimale allocatie. We weten dat het marktmechanisme onder volkomen concurrentie een aantal tekortkomingen heeft. Het laat bijvoorbeeld de verdeling van de productie onbepaald. In dat licht kunnen we het te hoop lopen van de ontwikkelingslanden tegen de rijke Westerse landen plaatsen. Het marktmechanisme houdt geen rekening met externe effecten. In dit licht kunnen we de protesten zien van de organisaties die zich inzetten voor milieubehoud. Het houdt geen rekening met ontwikkeling van de techniek. Tegen deze achtergrond kunnen we protesten zien van de organisaties die hun banen bedreigd zien. Bij elk tekort van het marktmechanisme past wel een actiegroep, ook in Seattle. Met al deze randvoorwaarden moet ook terdege rekening worden gehouden. Maar dat neemt niet weg dat de praktijk al decennia laat zien dat bedrijfstakken en landen die zich openstellen voor concurrentie uit binnen- en buitenland een hogere productie, een hogere levensstandaard, hebben dan bedrijfstakken en landen die zich tegen concurrentie afschermen.

(RS)

Zie ook:

Geen akkoord over vrijhandel, 4 december 1999

Resultaat WTO hoogst onzeker, 3 december 1999

EU bereid over minder steun landbouw te praten, 2 december 1999

Rechtswinkel WTO voor ontwikkelingslanden, 2 december 1999

Bedrijfslobby in Seattle actief, 2 december 1999

Seattle toneel van geweld en traangas, 1 december 1999

Battle of Seattle is nog slechts een tam protest, 30 november 1999

Lange en slapeloze nachten in Seattle, 27 november 1999


Bovenkant pagina
NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD / Pleus & Schöndorff (6 december 1999 / web@nrc.nl)