NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE

EVJ
Overzicht

Vragen & Opmerkingen

Begrippenlijst:
A, B, C, D, E,
F, G, H, I, J,
K, L, M, N, O, P,
Q, R, S, T, U,
V, W, X, Y, Z

Financieel-
economische
schakels



Afbraak Telefoonmonopolie

Met de komst van Ben is een vijfde aanbieder toegetreden tot de Nederlandse markt voor mobiele telefonie. ('Nieuwe aanbieder Ben aast op eenvijfde GSM-markt', NRC Handelsblad 2 februari 1999). Daarmee zijn wij na Hongkong het dichtst mobiel betelefoonde land, gemeten naar het aantal aanbieders per vierkante kilometer. Was de mobiele telefoon een paar terug nog een speeltje van louche mannen in Porsches, nu tel je op het schoolplein al bijna niet meer mee zonder zo’n ding. We tellen intussen 3 miljoen mobiele bellers die bediend worden door vijf aanbieders die samen zo’n 140 soorten abonnementen aanbieden. Voor de consument iets om dol van te worden. Voor de econoom een heel aardig voorbeeld van de afbraak van een monopolie en de overgang naar een heterogeen oligopolie. Een markt met weinig aanbieders, die allemaal een verschillend product aanbieden. Zo’n markt kan worden gekenmerkt door heftige concurrentiestrijd, tot en met ‘cutthroat-competition’. Maar vaak zien we dat oligopolisten, juist uit angst voor een moordende concurrentiestrijd, stilzwijgend of door een kartelovereenkomst te sluiten, de concurrentiestrijd mijden. Van dit laatste is bij de mobiele-telefoniemarkt weinig te merken. Ze overtroeven elkaar met schreeuwende TV-commercials, billboards en krantenadvertenties, ze concurreren met prijzen, ze concurreren met productkwaliteit en dienstbetoon. Kortom ze zetten alle wapenen in, die concurrerende oligopolisten plegen te gebruiken.

Onder druk van de Europese Commissie is een aantal jaren geleden begonnen met het liberaliseren van de Europese markt voor telecommunicatie. ('Prijsdaling op telecommarkt Europa door liberalisering', NRC Handelsblad 19 februari 1998). In juli 1997 werd de Nederlandse markt vrijgegeven. Nieuwe concessies werden geveild. PTT, wat stond voor Post, Telegrafie en Telefonie werd verzelfstandigd en ging Koninklijke PTT Nederland (KPN) heten. De diensten die PTT vanouds aanbood zijn stuk voor stuk individuele goederen waar je de gebruiker een prijs naar rato van het gebruik voor kunt vragen. Die kun je dus in principe verzelfstandigen of privatiseren. Dat toch vanouds de overheid deze diensten aanbood, had te maken met de vrees dat een particulier monopolist de prijzen wel eens te hoog zou kunnen vaststellen. Nu we achteraf zien hoever die prijzen omlaag blijken te kunnen, mogen we constateren dat we jaren lang teveel hebben betaald aan een overheidsmonopolie.

KPN werd verplicht concurrenten toe te laten, ook op het vaste net, de door haar gefinancierde infrastructuur. Inmiddels zorgen de mobiele- netwerkconcurrenten voor hun eigen infrastructuur. KPN is gesplitst in PTT Post en PTT Telecom. Eén van de strijdtonelen is de markt voor mobiel telefoneren. Daar hebben we Libertel (70% Vidafone en 30% ING) zien komen, Telfort (50% British Telecom en 50% Nederlandse Spoorwegen) en recent Dutchtone (80% France Telecom, 10% ABN Amro en 10% Rabo) en Ben (70,6% van Belgacom en 29,4% Tele Danmark). ('Dutchtone mikt op tarief daluren', NRC Handelsblad 22 januari 1999).

Intussen lezen we dat de Consumentenbond zich zorgen maakt over de ondoorzichtigheid van de markt voor de consument. Zoals gezegd, die is met 140 productvarianten inderdaad erg weinig transparant. De Consumentenbond zou ons dan ook een stuk verder helpen als ze op haar site een eenvoudig voor iedereen toegankelijk schermpje zou plaatsen dat de klant ondersteunt in zijn keuzeproces.

RS

Economie voor jou picture

Bovenkant pagina
NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD / Pleus & Schöndorff (8 februari 1999 / web@nrc.nl)